Ministerie van Algemene Zaken


1red15808
8-7-2005, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2, 19.22 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER STAND VAN ZAKEN TEN AANZIEN VAN CRISISBEHEERSING IN NEDERLAND


VAN DE GRAAF:
Een reeks aanslagen in Londen gisteren. Wat opviel was: een uur na de eerste melding waren de belangrijkste ziekenhuizen in het centrum van Londen leeggemaakt; hulptroepen waren onderweg; wegen waren vrijgemaakt; de minister-president was onderweg vanuit Schotland. Alles stond klaar voor wat er komen zou. Zijn wij in Nederland even goed voorbereid als het ons zou treffen?


BALKENENDE:
Laat ik in ieder geval beginnen het meeleven nogmaals uit te spreken voor de getroffenen, de familie. Een enorm verdriet in Engeland. Je zult als land maar te maken krijgen met die verschrikkelijke aanslagen. Onze gedachten gaan daar echt naar uit. U hebt gelijk: men heeft in Groot- Brittannië op een waardige manier dit allemaal onder ogen gezien en men is heel adequaat aan de slag gegaan. We hebben gezien hoe snel de organisatie op orde was. Dat is nodig bij dit soort calamiteiten. Het is natuurlijk ook zo dat een stad als Londen al lange tijd bezig is met gevaren onder ogen te zien; gevaren van terroristische aanslagen. Maar de organisatie was goed.


VAN DE GRAAF:
De laatste bomontploffing van de IRA is bijna tien jaar geleden dus zoveel recente ervaring was er ook niet meer .


BALKENENDE:
Het is natuurlijk wel zo dat er de afgelopen jaren een enorme alertheid is ontstaan in tal van landen. Dat geldt voor het Verenigd Koninkrijk. Dat geldt ook voor Nederland. Omdat die dreiging natuurlijk steeds aanwezig is. Terrorisme is verschrikkelijk en het kan over neerslaan. Dat hebben we nu gezien in Engeland.


VAN DE GRAAF:
Vandaar de vraag: zijn wij even goed voorbereid als die mannen in Londen?


BALKENENDE:
Even goed, dat vind ik moeilijk te bepalen. Je kunt wel zeggen wat er in Nederland de afgelopen jaren aan verbetering is opgetreden. Je hebt natuurlijk ook in Nederland ernstige dingen meegemaakt. Denk bijvoorbeeld aan die verschrikkelijke vuurwerkramp in Enschede. Dat heeft natuurlijk ook geleid tot leerprocessen: hoe kun je zorgen dat de hulpverlening wordt versterkt. De afgelopen jaren is ook heel veel gedaan aan versterking van kwaliteit, van adequaat bezig zijn met zaken. Er worden oefeningen gehouden. Dus ik neem wel de stelling in dat er behoorlijk veel verbeteringen zijn doorgevoerd.


VAN DE GRAAF:
Dat zegt nog niks over waar we staan. U zegt: ik vind het moeilijk om te zeggen dat we even goed zijn als de mensen in Londen . ?


BALKENENDE:
Ik geloof dat minister Donner daar iets over heeft gezegd. Ik heb geen enkele twijfel om aan te nemen dat wanneer het noodlot ons zou treffen, dat op dat moment ook heel adequaat zal worden gehandeld. Precies wat u zegt: ruimte in ziekenhuizen, zorgen dat ambulancediensten kunnen functioneren, dat je wegen direct vrij kunt maken omdat er andere dingen aan de orde zijn.


VAN DE GRAAF:
Ik heb wel een Bonfire-oefening gezien in de Arena waar na een half uur nog paniek was terwijl iedereen wist dat het een oefening was en iedereen paraat stond toen het al begon. Ik heb nog nooit gehoord dat we hebben getraind op rijkswegen stil leggen. Ik heb nog nooit gehoord dat we hebben getraind op contact opnemen met ziekenhuizen 'over hoeveel minuten hebben jullie de bedden?' Volgens mij zijn ze mijlen verder dan wij.


BALKENENDE:
Ik zou oppassen voor die conclusies. Je hebt natuurlijk de afgelopen tijd . ik noem het voorbeeld van Enschede; ik noem het voorbeeld van oefeningen; ik noem het werk dat natuurlijk veel meer is afgestemd tussen hulpdiensten. Er is al enorm veel verbeterd. Absolute garanties heb je nooit. Het is wel zo dat er enorm is geïnvesteerd de afgelopen jaren in verbetering. Dat is ook nodig omdat de ellende ons ook kan treffen.


VAN DE GRAAF:
Maar u zegt: veel verbeterd, veel gedaan, maar op een schaal van 0 tot 100 waar we ons op dit moment bevinden?


BALKENENDE:
Dat is afhankelijk van de schaal van aanslagen. Het is mijn overtuiging dat wanneer wij te maken zouden krijgen met dit noodlot, dat op dat moment ook adequaat zal worden gehandeld. Dat is precies wat in de afgelopen jaren steeds is gedaan, op basis van de ervaringen die we zelf hebben gehad.


VAN DE GRAAF:
Anti-terreureenheden in Groot-Brittannië blijken al anderhalf jaar in burger te patrouilleren in treinen. Ik geloof niet dat wij dat doen?


BALKENENDE:
Daarover doe ik uiteraard geen uitspraak. Het is zo dat de afgelopen jaren, vanwege de dreiging, enorm veel is verbeterd. Dan praat ik bijvoorbeeld over de informatievoorziening tussen de verschillende veiligheidsdiensten; betere samenwerking tussen AIVD, justitie, politie enzovoort. Er is behoorlijk veel verbeterd de afgelopen tijd. Het in de gaten houden van mensen - het is een bekend verhaal - die verdacht zijn. Ook het scannen van netwerken: waar treden risico's op? We merken dat de alertheid enorm is gegroeid de afgelopen jaren. Dat is nodig, want de risico's zijn er. Om die reden gaan we ook veel verder met al onze maatregelen.


VAN DE GRAAF:
U zegt: verbeterde samenwerking tussen inlichtingendiensten en politie. Ik lees vorige week nog in de krant dat commissaris Welten van Amsterdam woest is op de baas van de AIVD omdat hij hem de informatie niet wil geven die hij zegt nodig te hebben. Dat klinkt niet als


BALKENENDE:
Ik weet wat er de afgelopen jaren aan verbeteringen is toegepast. We hebben te maken met bepaalde riskante groepen, bepaalde netwerken. U kunt er verzekerd van zijn dat deze groepen in vergelijking met het verleden veel meer in de gaten worden gehouden, dat er veel meer informatie wordt gedeeld. Dat er verbetering kunnen zijn dat mag zo zijn. Ik denk dat het beter is om zulke discussies te voeren dan via de media.


VAN DE GRAAF:
Maar nu die dan gevoerd is: kletst de hoofdcommissaris van Amsterdam uit zijn nek?


BALKENENDE:
Dat ga ik niet zeggen want het is geen zwart-wit beeld. Dat weet de heer Welten en dat weet de heer Cohen, dat weten de mensen van het kabinet. Er is ongelofelijk veel gedaan de laatste jaren, juist om informatie beter te delen, om sneller te werken. Er zijn nog zat voorbeelden waaruit blijkt dat mensen die iets kwaads in de zin hebben ook in de gaten worden gehouden.


VAN DE GRAAF:
Toch nog één keer. Het totaalplaatje was ook heel bijzonder. Als het ik nou vergelijk: we hebben in Nederland een moord op Van Gogh gehad. Daar brak toch milde nationale paniek over uit. En we zagen dat twee ministers uit het kabinet die avond al ruzie met elkaar kregen. In Engeland vallen er bijna 40 doden, duizend gewonden. Voor achten reed de eerste trein. Terwijl wij op Nederland 2 met de nationale uitzending bezig waren begon de BBC uit te zenden. De minister-president die de hele dag consistent aanwezig was geweest was onderweg terug naar Schotland. Geen ruzie in het kabinet. Een heel volk dat zich kalm een waardig gedroeg. Hoe komen dat soort verschillen nou tot stand? Het lijkt niet op wat wij deden.


BALKENENDE:
Aan de andere kant: pas op voor te veel zwart-witbeelden. Na de verschrikkelijke moord op Theo van Gogh heb ik ook heel snel gereageerd. Ik heb een toespraak gehouden. Ik heb er in het parlement over gesproken. We hebben dat ook gedaan omdat we ons zorgen maakten over het klimaat. We hebben daarna gezien in Nederland - dat was natuurlijk buitengewoon zorgwekkend - dat er een klimaat was van spanning: brandstichting in moskeeën, scholen en kerken. We zijn het land ingegaan om te voorkomen dat het explosieve klimaat dat aanwezig was verder zou gaan branden. Dat is gelukkig ook naderhand de goede kant uit gegaan.


VAN DE GRAAF:
U hebt volkomen gelijk. Dat heeft u ook allemaal gedaan. Maar vergelijk het nou eens met Engeland: daar was om acht uur de eerste trein op Liverpool Street Station aan het rijden en mensen liepen kalm en waardig met een aktetasje onder hun arm.


BALKENENDE:
Wat ik nu probeer te zeggen is: we hebben een explosief klimaat in Nederland gehad. Maar het is wel gelukt om de verhoudingen die enorm spanningsvol waren weer terug te krijgen. Juist omdat er zoveel is gesproken over maatschappelijke binding en respect over en weer. Dat ook mensen uit de islamitische gemeenschap zeggen: wij nemen afstand van geweld. Dat is ook Nederland geweest, het is goed om dat te onthouden. Wanneer het nu de verschrikkelijke aanslagen in Londen betreft; ik heb ook gisteren gezegd: met waardigheid is iedereen opgetreden en het leven wordt snel weer opgepakt. Dan zeg ik: Nederlanders zijn ook nuchter. Wanneer het noodlot je treft, is het ook zaak om de zaken aan te pakken. Wat zich heeft voorgedaan, ook in een stad als Enschede, dan zien we ook dat de gemeenschap daar probeert de zaak weer aan te pakken, weer te werken aan nieuwe perspectieven. Dat is ook Nederland.


VAN DE GRAAF:
Toch wil ik daar nog een vraag over stellen. Ik zag gisteren toch een verschil en dat was voor mij een openbaring: ik vroeg me af, er is één verschil tussen Nederland en Engeland: in Engeland heeft de overheid ervoor gekozen om op het botte af duidelijk te zijn. Vorig jaar augustus heeft heel Engeland een brochure van 22 bladzijden in de bus gekregen en daar stond in: het is niet de vraag of die komt, het is de vraag wanneer die komt. Die antiterreureenheden die in de trein patrouilleerden. U zegt: ik wil daar niks over zeggen. In Engeland zetten ze dat op de voorpagina. Ja, ze zijn er, ze lopen in burger. We vertellen niet wie ze zijn maar ze staan naast je en ze patrouilleren. Dat is een net iets andere aanpak. Is dat niet om te overwegen?


BALKENENDE:
Het is zo dat, kijkend naar de Nederlandse situatie, dan zijn er enorme slagen gemaakt in betere informatievoorziening. Dat geldt ook voor mezelf. Ik wordt wekelijks op de hoogte gehouden van de vertrouwelijke dingen. Dat moet ook om precies te weten: wat gebeurt er? De alertheid is enorm toegenomen. Als ik ook zie hoe er wordt gefunctioneerd, informatie wordt gedeeld, dan zijn er enorme slagen gemaakt. Het is alleen wel zo dat wanneer het vertrouwelijke kwesties betreft, dan moet je daarmee uitkijken omdat, en dat is het grote risico wanneer te veel bekend zou zijn van hoe wordt gepatrouilleerd, hoe zaken in de gaten worden gehouden, wie informatie heeft. Als bijvoorbeeld bekend zou zijn dat bepaalde objecten worden beveiligd en andere niet, dan weet u wat de risico's daarvan zijn.


VAN DE GRAAF:
U vindt niet dat de Engelsen het op dat punt beter doen dan wij.


BALKENENDE:
Ik vind dat er het afgelopen jaar enorme slagen zijn gemaakt. Dat doen we om Nederland veiliger te krijgen, dat is in het belang van iedereen.


VAN DE GRAAF:
Ik kom aan de evaluatie van de eerste drie jaar Balkenende in de politiek. U gaat op vakantie: betekent dat drie weken vrij of in uw geval elke dag nog drie telefoontjes uit Den Haag en een map met knipsels?


BALKENENDE:
Ik hoop dat er genoeg tijd is voor mijn echtgenote en kleine dochtertje, Amelie. De ervaring van de afgelopen vier, vijf vakanties leert dat er altijd dingen zijn gebeurd, maar ik wens iedereen en ook mezelf een aantal rustige weken toe, zodat we hopelijk van mooi weer kunnen genieten, tijd voor elkaar en ook een beetje tijd voor reflectie en leuke dingen te doen.


VAN DE GRAAF:
Maar u ontkomt niet helemaal aan een beetje werk.


BALKENENDE:
Ik hou er rekening mee dat er toch altijd iets zal komen, dat brengt dit vak met zich mee.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LV/LJ)