Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
14 juli 2005
Ons kenmerk
DGTL/05.004910
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

1
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Reactie op de Vierde Voortgangsrapportage van de Commissie Deskundigen Vliegtuiggeluid

Geachte voorzitter,

Mede namens mijn ambtgenoot van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bied ik u hierbij de Vierde Voortgangsrapportage van de Commissie Deskundigen Vliegtuiggeluid (CDV) aan, die op 9 juni jongstleden is gepubliceerd.

Ook geven wij in deze brief ons gezamenlijk standpunt over deze Voortgangsrapportage weer.

Voortgang en planning

In vergelijking met de vorige Voortgangsrapportages heeft de CDV in de afgelopen periode minder inhoudelijke voortgang geboekt. Dit is grotendeels te wijten aan overmacht, zoals het overlijden van een belangrijke externe adviseur. De CDV hoopt de opgelopen vertraging gedurende de komende maanden te kunnen inhalen. Niettemin baart de planning ons zorgen. Wij hebben voorzitter Eversdijk van de CDV in kennis gesteld van deze zorg en aangedrongen op afronding van het eindadvies voor het einde van dit jaar.

Alternatieve systemen voor handhaving

In de Derde Voortgangsrapportage zette de CDV een aantal voor- en nadelen van alternatieve systemen voor handhaving uiteen. Het ging hierbij om alternatieve geluidmaten: Lden over periodes van een maand (in plaats van een jaar) en NA60/NA70.

In de Vierde Voortgangsrapportage gaat de CDV een stap verder: zij ontraadt het gebruik van deze 'andere maten' voor een handhavingsysteem en zal in het verdere onderzoek naar een handhavingsysteem voor het buitengebied uitgaan van de geluidmaat Lden over een heel jaar, zoals die ook in het Luchthavenverkeerbesluit (LVB) is gebruikt. Wij delen deze mening van de CDV. Voor informatievoorziening ziet de CDV nog wel mogelijkheden voor deze alternatieve maten. Wij zien de adviezen van de CDV hierover met interesse tegemoet.

Handhaving in het buitengebied

De CDV zal in het verdere onderzoek naar handhaving in het buitengebied niet langer de 20 Ke-contour als leidraad nemen. In plaats daarvan zal de CDV een studiegebied hanteren dat wordt begrensd door de plaatsen Alkmaar, Almere, Laren, Woerden, Bodegraven, Voorschoten en Wassenaar. Daarbij zal ook de vraag worden beantwoord of zinvolle handhaving overal in dit gebied technisch mogelijk en wenselijk is. Wij delen de overwegingen van de CDV die tot deze keuze hebben geleid, en kunnen ons dan ook vinden in deze werkwijze. Tevens onderschrijven wij het onderzoekstraject dat voor een handhavingsysteem in het buitengebied in de Vierde Voortgangsrapportage is geschetst en zien met belangstelling uit naar de resultaten.

Meten voor handhaving

Ofschoon deze Vierde Voortgangsrapportage daar niet in detail op in gaat, is de CDV ook druk bezig met het beantwoorden van de vraag of, en zo ja op welke wijze metingen een rol kunnen spelen in handhaving. Dit is complexe materie, die meer tijd in beslag neemt dan aanvankelijk gedacht. In de Vierde Voortgangsrapportage wordt nog geen antwoord gegeven op de vraag of het al dan niet wenselijk is om geluidmetingen te gebruiken bij de handhaving. Er worden dan ook nog geen aanbevelingen daarover gedaan.

Uit proefmetingen van de CDV blijkt dat gemeten waarden van vliegtuiggeluid hoger zijn dan berekende waarden. De oorzaken hiervan zijn niet helemaal bekend. De CDV buigt zich hier nog over.

De CDV vermeldt in de Vierde Voortgangsrapportage wel, dat gemeten en berekende waarden niet zonder meer met elkaar vergeleken kunnen worden. Aan berekeningen liggen immers modellen en aannames ten grondslag, die nooit geheel overeenkomen met de werkelijkheid. Die werkelijkheid is veel complexer. Om een voorbeeld te noemen: uit andere metingen is gebleken dat exact hetzelfde vliegtuig, onder exact dezelfde omstandigheden, en met overeenkomstige kenmerken zoals gewicht en snelheid, tóch zeer verschillende meetresultaten kan opleveren. De wetenschap is er nog niet helemaal uit wat hier de oorzaken van zijn.

Het is dus niet zo dat nu de conclusie getrokken mag worden dat geluidbelasting door vliegverkeer thans verkeerd wordt berekend. De CDV benadrukt dat evenmin mag worden geconcludeerd dat er meer geluid wordt gemaakt dan wettelijk is toegestaan. De grenswaarden zijn immers berekende waarden. Handhaving op die grenswaarden kan dan ook alleen op basis van berekeningen, omdat anders appels met peren worden vergeleken.

Stille vliegtuigen
De CDV beveelt aan om na te gaan welke mogelijkheden er zijn om in bepaalde perioden, bijvoorbeeld de avond en de nacht, Schiphol alleen open te stellen voor geluidarme toestellen. Deze suggestie nemen wij graag in overweging. Wij tekenen hierbij echter wel aan dat in het huidige stelsel de sector en niet het Rijk dergelijke afwegingen maakt. Het Rijk bepaalt alleen de randvoorwaarden waarbinnen de sector zijn eigen afwegingen kan maken.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen