Universiteit Leiden

Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282

Persbericht
Universiteit Leiden
Donderdag 14 juli 2005

Melkwegbrede superwind blaast sterrenstof het heelal in Een team van astronomen van de universiteiten van Lyon, Durham, Oxford en Leiden heeft de overblijfselen ontdekt van de explosie van een melkwegstelsel op 11,5 miljard lichtjaar afstand. Hun waarnemingen verschijnen 14 juli 2005 in het tijdschrift Nature. De ontdekking is het meest directe bewijs tot nu toe van een melkwegstelsel dat vrijwel geheel uiteen valt als gevolg van een reeks explosies die met hoge snelheid een stroom materie de ruimte in blaast. Deze stroom wordt superwind genoemd. De waarnemingen werden gedaan met de Brits-Nederlands-Spaanse William Herschel Telescoop op La Palma.


--
Explosie
Men veronderstelt dat melkwegstelsels met deze superwinden een groot deel van hun gassen de intergalactische ruimte in blazen met snelheden van vele honderden kilometers per seconde. De drijvende kracht hierachter vormt de explosie van vele zware sterren tijdens een massale golf van stervorming vroeg in het leven van het melkwegstelsel. Waarschijnlijk wordt de superwind aangewakkerd door de energie van een superzwaar, groeiend zwart gat in het centrum van het melkwegstelsel.

Sterrenstof
Om verschillende redenen zijn superwinden belangrijk voor de theorie van melkwegvorming. In de eerste plaats beperken ze de grootte van melkwegstelsels door de vorming van nog meer sterren af te remmen. Modellen waarin superwinden geen rol spelen laten veel meer veel heldere melkwegstelsels zien dan er feitelijk zijn. In de tweede plaats verplaatsen ze ook zware elementen (sterrenstof) naar de intergalactische ruimte, ver van de plek waar ze ontstaan zijn. Hierdoor verspreidt zich het ruwe materiaal voor planeten en levensvormen door het hele universum. De theorieën voorspelden het bestaan van de superwinden, maar de waarnemingen die tot nu toe gedaan zijn, waren slechts voorbeelden van kleinere verschijnselen in nabije melkwegstelsels. De huidige waarnemingen leveren het meest directe bewijs voor het voorkomen van grootschalige, melkwegbrede superwinden zo ver terug in de geschiedenis van het heelal.

Getemperd licht
De ontdekking van de superwind werd gedaan door het gas in de halo van het melkwegstelsel bekend als LAB-2, waar te nemen. Dit melkwegstelsel is meer dan 300.000 lichtjaar in doorsnee en is daarmee ongeveer drie keer groter dan de schijf van onze eigen melkweg. De onderzoekers ontdekten dat het licht van heet, gloeiend waterstofgas op een zeer kenmerkende manier wordt getemperd in het gehele melkwegstelsel.

Afgekoelde materie
De onderzoekers vermoeden dat de tempering wordt veroorzaakt door een schil van afgekoelde materie die bijeen is geveegd uit de omgeving door een melkwegbrede superwind. De gelijkvormigheid van de tempering in het gehele melkwegstelsel suggereert dat de superwind vele honderden miljoenen jaren eerder ontstaan is. Hierdoor heeft het gas de tijd om af te koelen en te vertragen en het kan op die manier de tempering veroorzaken. Zoals we het nu waarnemen, is de schil waarschijnlijk en paar honderdduizend lichtjaar verwijderd van het melkwegstelsel dat aan zijn wieg stond.

Meest afgelegen gebieden
Sterrenkundigen hebben zich lang afgevraagd hoe het komt dat elementen die essentieel zijn bij de vorming van planeten en uiteindelijk ook het leven (zoals koolstof, zuurstof en ijzer) zo wijd verspreid zijn in het gehele universum. Slechts twee miljard jaar na de Big Bang zijn ze zelfs in de meest afgelegen gebieden van het heelal alom tegenwoordig. De superwind die is waargenomen in dit melkwegstelsel laat zien hoe de schokgolven de elementen die diep in het hart van het melkwegstelsel zijn gevormd, met zich mee kunnen voeren.

Nieuwe techniek
Van cruciaal belang bij de ontdekking en interpretatie van de gegevens was dat het mogelijk was gedetailleerde informatie te krijgen over het gas in twee dimensies dwars door het hele melkwegstelsel. Dit lukte met een techniek die bekend staat als integrale veldspectroscopie, die op de grootste telescopen ter wereld nog maar net de kinderschoenen ontgroeid is.

Sauron
Vrijwel alle astronomische spectroscopie wordt verricht door een kleine spleetvormige opening op het doel te richten. Dit is een techniek die voor zulke grote bronnen als dit melkwegstelsel een tamelijk incompleet beeld geeft, zegt dr. Joris Gerssen, een lid van het team. De onderzoekers hebben de integrale veldspectrograaf Sauron gebruikt, die is gebouwd in het Observatoire de Lyon in een samenwerking met Oxford en Leiden voor onderzoek aan nabije sterrenstelsels. Sauron is uniek en door zijn hoge efficiëntie staat hij echt zijn mannetje tegenover de apparatuur aan de grootste telescopen ter wereld, waarvan sommige zelfs twee keer zo groot zijn als de William Herschel Telescope. Niettemin moest Sauron door de grote afstand tot het melkwegstelsel LAB-2, langer dan vijftien uur staren naar ons doel om deze ontdekking te kunnen doen, voegt prof. Tim de Zeeuw uit Leiden toe.

Silhouet
De datering van het bewijs van de waarneming van superwinden in jonge melkwegstelsels op grote afstand in de ruimte, is over het algemeen indirect en afhankelijk van de omstandigheden. Men heeft zich voornamelijk gericht op het zoeken naar bewijs in statistische gegevens van opmetingen aan melkwegstelsels en intergalactisch gas. Onderzoekers hebben al lang stromen materie waargenomen die met hoge snelheid ontsnappen aan verre stervormende melkwegstelsels, maar nog nooit was men in staat om de werkelijke schaal waarop dat plaatsvindt, te zien via waarnemingen van een enkel melkwegstelsel. Bij dit melkwegstelsel kan de uitstroom worden waargenomen als een soort silhouet afgezet tegen het hele melkwegstelsel. Dit doet veronderstellen dat de superwinden werkelijk melkwegbreed van schaal zijn en dat ze net zo belangrijk zijn als de theorieën voorspellen.

The discovery of a galaxy-wide superwind from a young massive galaxy at redshift z 3
R. J. Wilman, J. Gerssen, R. G. Bower, S. L. Morris, R. Bacon, P. T. de Zeeuw, L. Davies
Nature, 14 juli 2005
Full text

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Prof. dr. Tim de Zeeuw, 071-5275837 of