EIM

Het Nederlandse MKB en de uitbreiding van de EU

publicatiedatum: di 19 jul 2005

Een jaar geleden traden in mei tien lidstaten toe tot de Europese Unie. Met name de toetreding van acht landen die tot de jaren negentig nog door het ijzeren gordijn van West-Europa waren gescheiden, is een politieke mijlpaal. Hoewel de economische effecten minder spectaculair zijn is de toetreding voor bepaalde bedrijfssectoren een belangrijke gebeurtenis

Grotere afzetmarkt

De ontwikkeling van de markteconomie en de toename van welvaart hebben geleid tot een groei van de consumptie, en dus tot grotere afzetmarkten voor westerse bedrijven. Tegelijkertijd is Midden- en Oost-Europa aantrekkelijk als een gebied waar de beroepsbevolking goed geschoold is, en de lonen betrekkelijk laag liggen. Veel bedrijven anticipeerden al in de jaren negentig door in te kopen en uit te besteden in deze landen, er productiebedrijven en verkoopkantoren te vestigen of joint ventures op te richten. Momenteel doet het Nederlandse MKB vooral zaken met Polen en Tsjechië. Bedrijven die actief zijn in de toetredende landen doen vooral aan import en export, 13% maakt gebruik van arbeidskrachten uit de nieuwe EU-landen en 9% produceert in Midden- en Oost-Europa.

Kansrijke sectoren

De uitbreiding biedt met name voor bedrijven in industrie (met name machinebouw), chemie, logistieke dienstverlening en handel kansen om de afzetmarkt te vergroten. Het merendeel van de MKB-bedrijven in deze sectoren die kansen hebben gesignaleerd geeft aan daadwerkelijk van plan te zijn op deze kansen in te spelen. Het blijft de vraag in hoeverre alle kansen daadwerkelijk zullen worden benut. Voor veel ondernemers hebben de toetreders nog steeds een slecht imago. De belangrijkste belemmeringen die bedrijven in deze landen ervaren zijn de geringe betrouwbaarheid van handelspartners en de overheid. Andere knelpunten die een rol spelen zijn de taal en cultuur van het zakendoen en gebrek aan deskundigheid van het personeel.

Inlichtingen: 079 343 06 04