Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
---
Nieuwsbrief Watergebiedsplan voor Groenraven-Oost en Maartensdijk
Een optimale waterhuishouding in Groenraven-Oost en Maartensdijk vergt
veel studie
De tweede fase van het project om het waterbeheer in Groenraven-Oost
en Maartensdijk te optimaliseren is in volle gang. De knelpunten zijn
geïnventariseerd, nu is het zaak om samenhangende maatregelenpakketten
te ontwikkelen.
Met behulp van computermodellen is het mogelijk om te berekenen welke
effecten deze maatregelen hebben op de verschillende gebruiksfuncties
in het gebied. Deze tweede fase vergt dus heel veel rekenwerk. Een
korte stand van zaken.
Knelpunten en oplossingen
Over het waterbeheer in Groenraven-Oost en Maartensdijk is inmiddels
al veel kennis vergaard. Dat er knelpunten waren in het watersysteem
was al wel bekend bij het waterschap. Maar de aanvullende informatie,
aangeleverd door diverse belangenorganisaties en verzameld tijdens de
gebiedsavond voor bewoners en gebruikers in het gebied op 18 januari,
geven een vrij compleet beeld van de kansen en bedreigingen.
De komende maanden zijn nog hard nodig om bij de gesignaleerde
knelpunten, scenario's te bedenken. De maatregelen in deze scenario's
zullen afzonderlijk en in samenhang worden bekeken.
Welk effect hebben de maatregelen op de waterhuishouding?
Het waterschap verwacht ook inzicht te krijgen in het effect per
maatregel. Maar een aantal maatregelen ligt zo dicht bij elkaar dat
dit waarschijnlijk niet mogelijk is. En een oplossing voor het ene
knelpunt kan zomaar een ander knelpunt tot gevolg hebben. Via
computermodellen is het ook mogelijk om speelruimte te bepalen: wat is
nog mogelijk voor de ene gebruiksfunctie zonder de andere functie te
benadelen.
Vier scenario's
Het waterschap is momenteel bezig met het uitwerken van scenario's.
Het is belangrijk om zoveel mogelijk informatie te verzamelen.
Informatie die nodig is om de verschillende belangen in het gebied
goed te kunnen afwegen.
In het eerste scenario gaat het waterschap uit van een 0-situatie. Wat
gebeurt er in het gebied als we niets (extra's) doen. Neemt de
verdroging dan verder toe, worden natte gebieden nog natter? De
maatregelen die al gepland zijn, zoals een nieuw gemaal bij Groenekan,
worden uiteraard wel meegenomen in deze variant.
Een tweede scenario is meer verkennend voor de langere termijn. Dit
scenario vergt extra maatregelen van het waterschap, de gemeente of de
provincie.
Tot slot rekent het waterschap nog scenario's door waarbij de
verschillende gebruiksfuncties optimaal gefaciliteerd worden.
Aanvullende informatie nodig
Om op al deze vragen antwoorden te kunnen vinden zijn veel aanvullende
gegevens nodig. Een belangrijk aspect is bijvoorbeeld de kwaliteit van
het oppervlaktewater in het gebied. Wat is in dit gebied bepalend voor
de kwaliteit, waaruit bestaat de vervuiling en wat zijn de
belangrijkste vervuilingsbronnen? Gegevens die ook deels al bekend
zijn, maar het watergebiedsplan dwingt partijen als het ware om deze
in samenhang te bekijken.
De beschikbare informatie wordt in een computermodel gestopt. De
waterkwaliteit en de effecten daarop kunnen niet worden doorgerekend
met het model. Deze effecten worden ingeschat op basis van expert
judgement. Het model is in staat om de maatregelen en de aanvullende
informatie door te rekenen op de effecten voor een bepaald gebied.
Leidraad voor het waterschap bij het oplossen van knelpunten is de
zogenaamde duurzaamheidtrits uit het waterbeheer voor de 21e eeuw:
vasthouden, bergen en afvoeren.
In eerste instantie wordt gekeken of het mogelijk is een probleem op
te lossen door het water langer vast te houden, lukt dat niet dan
wordt gekeken of het water tijdelijk geborgen kan worden en pas in
laatste instantie is het aan- of afvoeren van (gebiedsvreemd) water
een oplossing.
Planning
Na het doorrekenen van de effecten van de verschillende maatregelen op
de waterhuishouding stelt het waterschap een ontwerp-watergebiedsplan
op. Dit ontwerp wordt gepresenteerd op een gebiedsavond in de winter.
De precieze datum is nog niet bekend, maar zal in ieder geval worden
aangekondigd via de website van het waterschap.
Aansluitend start de inspraakprocedure met een gebiedsavond. Na
vaststelling door het algemeen bestuur en goedkeuring door de
provincie volgen in 2006 de implementatie en de uitvoering van de
werkzaamheden.
Het watersysteem in beeld
Op de gebiedsavond in januari zijn diverse vragen gesteld over het
watersysteem. Vandaar dat we in deze nieuwsbrief in het kort uitleggen
waar het water in het gebied vandaan komt en welke rol de ondergrondse
waterstromen spelen.
Het watersysteem in Groenraven-Oost en Maartensdijk en in de rest van
het oostelijk deel van de provincie wordt op verschillende manieren
van water voorzien. Ten eerste natuurlijk via neerslag, die
rechtstreeks in het gebied valt. Ten tweede via het inlaatpunt in de
Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede. Het water in het gebied
Maartensdijk komt ook deels uit water dat in de stad Utrecht is
ingelaten.
Sinds de 19e eeuw is er op waterhuishoudkundig gebied veel veranderd.
De aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het Merwedekanaal en in
de 20e eeuw het Lekkanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal zorgden voor
grote wijzigingen in de wateraan- en afvoerroutes. Oude structuren
werden doorsneden en nieuwe kunstwerken werden aangelegd. De
veranderingen waren met name ingegeven door de behoefte aan bredere,
diepere kanalen voor de steeds grotere schepen die van Amsterdam via
Utrecht naar de Rijn voeren. Maar ook ondergronds veranderde er veel.
Ondergrondse waterstromen
Naast de zichtbare waterstromen in sloten en kanalen zijn er ook
onzichtbare, ondergrondse waterstromen: grondwater, dat vanaf de
Utrechtse Heuvelrug ondergronds in zuid-westelijke richting stroomt en
in het Langbroekerweteringgebied en langs de flanken van de Heuvelrug
in Maartensdijk en Groenraven-Oost weer opkwelt (naar bovenkomt). Dit
kwelwater is door de langdurige filtering in het zand van de Utrechtse
Heuvelrug zeer goed van kwaliteit. Ook onder de Lekdijk door kwelt
water vanuit de Lek naar boven. En tenslotte zorgt het diepe
Amsterdam-Rijnkanaal met zijn relatief lage waterpeil voor een grote
toestroom van water uit de omliggende polders.
Om de landbouw en natuur in deze polders van voldoende water te
voorzien, zijn er veel grote en kleine gemalen in dit gebied gebouwd,
die water vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal terug het gebied in pompen.
In droge tijden daalt het waterpeil van de Lek en kan er via de Kromme
Rijn geen water meer ingelaten worden. Dan is het nog wel mogelijk om
het aanwezige water zolang mogelijk vast te houden of met gemalen
vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal extra water het gebied in te brengen.
Meer weten?
Voor suggesties of opmerkingen over het waterbeheer in Groenraven-Oost
en Maartensdijk, bent u van harte welkom op de gebiedsavonden. Ook
kunt u rechtstreeks contact opnemen met het waterschap. De
projectleider Jeanette van Eck staat u graag te woord, tel. (030) 634
5801.
Houten, 20 juli 2005.