D66

1
Hoe verklaart u dat het EU-Israël actieplan niet verwijst naar de «illegale situatie», zoals verwoord in AVVN-resolutie ES-10/15 van 2 augustus 2004, die is ontstaan door de bouw van de muur in bezet gebied en ander illegaal beleid van Israël, waaronder het nederzettingenbeleid?

2
Herinnert u zich uw brief d.d. 23 augustus 2004 over de stand van zaken met betrekking tot de mensenrechten in landen met een EU-associatieakkoord, waarin u schrijft dat «afspraken over respect voor de mensenrechten» een belangrijk onderdeel zijn van de prioriteiten voor samenwerking met landen waarmee in het kader van het Europese Nabuurschapbeleid actieplannen zijn vastgesteld?1 Hoe verklaart u in het licht van dit standpunt dat het beëindigen van de «illegale situatie» die is ontstaan door de bouw van de muur en de nederzettingen en van de mensenrechtenschendingen die daardoor zijn en worden veroorzaakt niet behoort tot de prioriteiten die in samenspraak met Israël zijn gedefinieerd?

3
Herinnert u zich uw uitspraak in bovengenoemde brief d.d. 23 augustus 2004 dat de Nederlandse regering altijd in Europees verband heeft gepleit voor de «oprichting van speciale werkgroepen voor mensenrechten en democratisering» waarin «op systematische wijze behandeling van en rapportage over deze onderwerpen plaats kan vinden»?2

Kunt u de Kamer beargumenteerd aangeven in hoeverre in de bilaterale relatie met Israël thans de voorwaarden aanwezig zijn voor een dergelijke behandeling en rapportage?

4
Is het waar dat onder het EU-Israël actieplan geen speciale werkgroep voor mensenrechten is of wordt opgericht, terwijl die onder de actieplannen met bijvoorbeeld Tunesië en Algerije wel is of wordt opgericht? Zo ja, hoe verklaart u dat de Nederlandse regering, tijdens de onderhandelingen met Israël over het actieplan, heeft ingestemd met een uitkomst waarin geen speciale werkgroep voor mensenrechten wordt opgericht? Bent u bereid aan te dringen op de oprichting van een dergelijke werkgroep in de nabije toekomst?

5
Beschikt de EU thans over de mogelijkheid om de uitvoering van het EU-Israël actieplan op te schorten, indien de illegale situatie die is ontstaan door de bouw van de muur en de nederzettingen en de mensenrechtenschendingen die daardoor zijn en worden veroorzaakt op korte termijn niet wordt beëindigd? Kunt u uw antwoord toelichten?

6
Is de Nederlandse regering, indien Israël in gebreke blijft bij de uitvoering van haar internationaal juridische verplichtingen zoals genoemd in de uitspraak van het Internationale Hof van Justitie van 9 juli 2004 en de resolutie van de AVVN van 2 augustus 2004, bereid de feitelijke toekenning van voordelen voor Israël die voortvloeit uit de uitvoering van het EU-Israël actieplan in te zetten als een instrument om de mensenrechtensituatie in de door Israël bezette gebieden inclusief Oost-Jeruzalem, effectief en significant te verbeteren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Koenders (PvdA), ingezonden 15 juli 2005, (vraagnummer 2040518320).

1 Bijlage bij Kamerstuk 27 918, nr. 11, blz. 3. 2 Ibid.

18-7-2005 12:27