Partij van de Arbeid


Den Haag, 21 juli 2005


Vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1.


Klopt het dat het eigen oordeel van de leerplichtambtenaar over geldigheid van schoolverzuim bepalend is voor het meetellen voor de bekostiging van leerlingen die gedurende de eerste weken van het schooljaar meer dan 50 % verzuimen?


2.


Kunnen bureaucratische redenen ertoe leiden dat leerplichtambtenaren ondanks dat zij na overleg begrip krijgen voor de situatie, de vrijstelling niet meer alsnog kunnen verlenen?


3.


Acht U de consequentie dat voor deze leerlingen de bekostiging vervalt, gerechtvaardigd indien de school hen beslist niet aan hun lot overlaat en zij de school juist méér formatie kosten (bijvoorbeeld maatschappelijk werk, bijlessen) dan gewone leerlingen?


4.


Bent U bereid om artikel 7, lid 1 van het bekostigingsbesluit WVO in verband met de onbedoelde neveneffecten te heroverwegen? Zo ja, wanneer gaat dit dan tot concrete resultaten leiden? Zo neen, waarom niet?