Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Persbericht

28 juli 2005

Hoogezand-Sappemeer voert groot deel VROM-taken goed uit

De gemeente Hoogezand-Sappemeer voert een groot deel van de wettelijke taken op het gebied van bouwen, ruimte en milieu goed uit. Dat is de belangrijkste conclusie van een onderzoek van de VROM-Inspectie. De inspectie heeft onderzoek gedaan naar de uitvoering van de taken op het gebied van wonen, ruimte en milieu door Hoogezand-Sappemeer in 2004. De gemeente onderschrijft de conclusies en verbeterpunten uit het rapport en gaat de verbeterpunten uitvoeren.

Resultaten

De VROM-Inspectie heeft in het onderzoek gekeken naar de manier waarop de gemeente Hoogezand-Sappemeer haar taken op het gebied van wonen, ruimtelijke ordening en milieu uitvoert. Het onderzoek behelsde onder meer de verlening van gebruiksvergunningen, bouwvergunningen en milieuvergunningen, het opstellen van bestemmingsplannen en de handhaving van diverse vergunningen en regelgeving.

Uit het onderzoek blijkt dat de gemeente een groot deel van de taken voldoende uitvoert. Zo is de vergunningverlening goed te noemen, wordt het Bouwstoffenbesluit naar behoren uitgevoerd en wordt de actualisering van bestemmingsplannen goed opgepakt. Op enkele punten is echter nog verbetering nodig. Zo ontbrak de afgelopen jaren een handhavingsbeleid. Hierdoor bleef de uitvoering van de handhaving achter en vond deze veelal op ad hoc basis plaats. De inspectie hoopt op beterschap nu de gemeente onlangs een beleidskader handhaving heeft vastgesteld.

Ook valt op dat het beleid voor de aanpak van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen ontbreekt. De minister van VROM heeft alle gemeenten verzocht uiterlijk 31 december 2004 duidelijk te maken over hoe gemeenten omgaan met onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Ondanks dat deze problematiek aan de orde is in Hoogezand-Sappemeer, ontbreekt de aanpak. Daardoor is er voor de eigenaren/bewoners nog steeds sprake van een onduidelijke situatie. Het is dan ook belangrijk dat er snel een besluit wordt genomen om aan alle onduidelijkheid een eind te maken.

Andere zaken die beter kunnen, zijn de gemeentelijke bouwverordening die niet actueel is en de toets aan het Bouwbesluit bij de bouwvergunningverlening die niet inzichtelijk is. Maatregelen

De VROM-Inspectie heeft de uitkomsten van haar onderzoek besproken met de gemeente. De gemeente stelt een plan van aanpak met maatregelen op. Daarnaast is een aantal verbeteringen al in gang gezet. De inspectie controleert eind 2005 de voortgang.

Download

Rapport VROM-Inspectie: http://www.vrom.nl/docs/VI_Hoogezand-Sappemeer_2005.pdf (zie onderaan)

( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=21226 )

VROM-Inspectie
Regio Noord
Groningen/Drenthe
Cascadeplein 10
Postbus 30020
9700 RM Groningen
Telefoon 050-5992700
Fax 050-5992699
www.vrom.nl

Onderzoek VROM regelgeving
gemeente Hoogezand-
Sappemeer

Versie 22 juli 2005
Status: vastgesteld
Auteurs: Mw. Drs. V.K. van der Bijl
A. Doze
Drs. H.M. Jongsma

VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 2/24


1 Inleiding 3

1.1 Onderzoeksopzet 3

1.2 Procedure vaststelling rapportage 5

2 Algemeen oordeel, verbeterpunten en aanbevelingen 6
3 Kenschets van de gemeente 7

4 Beleid 8
4.1 Algemeen 8
4.2 Ruimtelijke Ordening 8
4.3 Bouwen 9
4.4 Milieu 10

5 Programmering en administratieve organisatie 13 5.1 Ruimtelijke Ordening 13
5.2 Bouwen 13
5.3 Milieu 14
5.4 Administratieve organisatie 14

6 Uitvoering 17
6.1 Ruimtelijke Ordening 17
6.1.1 Bestemmingsplannen 17
6.1.2 Vrijstellingen 18
6.2 Bouwen 18
6.2.1 Vergunningen 18
6.2.2 Handhaving Bouwen en Ruimtelijke Ordening 20 6.3 Milieu 21
6.3.1 Milieujaarverslag 21
6.3.2 Vergunningverlening en behandeling meldingen 8.40 en 8.19 Wm 21 6.3.3 Bouwstoffenbesluit 22
6.3.4 Bodem, riolering en afvalwater 22
6.3.5 Externe veiligheid en luchtkwaliteit 23
6.3.6 Toezicht en handhaving 23
Bijlage 1
Samenvatting oordeel en verbeterpunten 24
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 3/24
1 Inleiding

1.1 Onderzoeksopzet
De VROM-taken moeten tot de kerntaken van de gemeente worden gerekend. Een adequate uitvoering van deze taken is van groot maatschappelijk belang evenals de handhaving van de hierop van toepassing zijnde VROM wet- en regelgeving.
Het tweedelijns toezicht op de uitvoering van VROM wet- en regelgeving berust bij de VROM-Inspectie (verder Inspectie). Met ingang van 2003 betrekt de Inspectie in een vierjaarlijkse cyclus alle gemeenten in een onderzoek naar het uitvoeringsniveau van VROM wet- en regelgeving. Jaarlijks worden de verkregen resultaten uit deze onderzoeken geaggregeerd tot een landelijk niveau. Aldus kunnen de ontwikkelingen in relatie tot het vereiste adequate niveau bij gemeenten de komende jaren in beeld worden gebracht. Jaarlijks wordt er over de stand van zaken omtrent de uitvoering van de VROM-taken aan de Tweede Kamer gerapporteerd.
Het onderzoek
Doel van dit onderzoek is om antwoord te geven op de vraag of de gemeente op een adequaat niveau uitvoering geeft aan haar VROM-taken. Het jaar waarop het onderzoek betrekking heeft is 2004. Om te komen tot een oordeel over de uitvoering van de VROM-taken door de gemeente is gebruik gemaakt van een onderzoeksmethode die uitgaat van samenhang tussen beleid/visie, programmering/ planning en uitvoering. Dit is in beeld gebracht in figuur 1. De filosofie achter deze methode is dat de uitvoering van de VROM-taken op een adequaat niveau wordt gewaarborgd indien dit past binnen de samenhang met het voorbereidende beleid en programmering/ planning.
De Inspectie heeft daarbij gekeken naar de feitelijke uitvoering die naar voren komt in beschikkingen, alsmede het toezicht en de handhaving op de VROM-taken. Beleid en organisatie/planning zijn daarbij de randvoorwaarden. Door afwezigheid van of onduidelijkheid over die randvoorwaarden, wordt de uitvoering van de VROM-taken onvoldoende gewaarborgd. Er kunnen knelpunten ontstaan zoals onduidelijke prioriteiten, onvoldoende kwaliteit, gebrek aan integraliteit, onvoldoende continuïteit en onvoldoende afstemming. Het zal duidelijk zijn dat de Inspectie ook over deze niet wettelijk verplichte taken een mening heeft. Zowel wettelijke als niet wettelijk verplichte taken zijn door de Inspectie beoordeeld. Het rapport bevat, naast de bevindingen en de beoordeling, verbeterpunten, waar het de wettelijke VROM-taken (met name uitvoeringsgerichte taken) betreft en aanbevelingen voor de niet wettelijk verplichte taken (met name gericht op vaststellen beleid, programma's en organisatie). Dit laat onverlet, dat de gemeente autonoom is in de wijze waarop zij tot de uitvoering van de wettelijke VROM-taken komt. Bij de aankondiging van het onderzoek zijn die in de vorm van het document "Beschrijving van het adequate niveau" aan de gemeente ter beschikking gesteld.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 4/24 Figuur 1.
Het onderzoek bestaat uit 3 fasen: de voorbereidingsfase, de verificatiefase en de rapportagefase. Op basis van de informatie die tijdens de voorbereidingsfase over en van de gemeente is verkregen en op basis van de impressies van het onderzoekteam "in het veld" (de schouw), zijn aandachtspunten geformuleerd. De onderzoekers hebben zich daarbij met name gericht op die aandachtspunten waarvan op basis van de beschikbare informatie verondersteld wordt, dat bepaalde taken niet respectievelijk niet voldoende door de gemeente worden uitgevoerd. Deze aandachtspunten zijn tijdens de verificatiefase nader onderzocht. Door middel van dossieronderzoek, interviews met medewerkers van de gemeente is nagegaan of de vooronderstelling op basis van de vooraf beschikbare informatie juist was. De verkregen informatie met betrekking de aandachtspunten is gespiegeld aan het vastgestelde adequate niveau. De prestaties, die in 2004 geleverd zijn, vormen het uitgangspunt voor de oordeelsvorming. Om een goed beeld te geven kunnen zijn daarnaast zaken uit de jaren van voor 2004 en ontwikkelingen na 2004 in het onderzoek betrokken. Een taak wordt op adequaat niveau uitgevoerd wanneer de gemeente aan alle eisen voldoet die in het vastgestelde adequaat niveau voor die taak zijn neergelegd. Door de bevindingen af te zetten tegen de vooraf geformuleerde adequate niveaus, wordt tot beoordeling van de gemeentelijke prestaties gekomen. Per taak wordt een score gegeven over de mate van adequaat zijn. Gescoord wordt op een 4-puntsschaal waarvan de eerste en de laatste werkelijk de uitersten zijn.
- De VROM-taken worden "adequaat" uitgevoerd: aan alle eisen van het vastgestelde adequate niveau wordt voldaan.

- De VROM-taken worden "deels adequaat" uitgevoerd: aan de meeste eisen van het adequate niveau wordt voldaan.

- De VROM-taken worden "onvoldoende" uitgevoerd: aan veel van de eisen van het adequate niveau wordt niet voldaan.

- De VROM-taken worden "slecht" uitgevoerd: aan geen of slechts een enkele eis van het adequate niveau wordt voldaan.
Visie/beleid Planning
Uitvoering
Ad-hoc /
Hobby
Window
dressing
Toeval
Optimale
organisatie
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 5/24 Er is een onderscheid in oordelen over taken die wettelijk verplicht zijn en taken die niet wettelijk verplicht zijn maar waarvan een goede uitvoering toch zeer wenselijk is. Een voorbeeld van dat laatste is het aanwezig zijn van voldoende menskracht en middelen om het voorgestane beleid of de wettelijk verplichte taak effectief en efficiënt uit te voeren.
Als wettelijk verplichte taken niet adequaat worden uitgevoerd leidt dat tot verbeterpunten. Onvoldoende uitvoering van niet wettelijk verplichte taken leidt tot een aanbeveling. De taken, die in de voorbereidingsfase niet als aandachtspunt zijn geformuleerd, zijn tijdens het onderzoek niet beoordeeld en zijn derhalve in deze rapportage buiten beschouwing gelaten. In het kader van het tweedelijns toezicht heeft de Inspectie in de gemeente Hoogezand-Sappemeer in mei 2005 het gemeenteonderzoek uitgevoerd. Namens de Inspectie hebben mevrouw V.K. van der Bijl, de heer A. Doze en de heer H.M.Jongsma dit onderzoek verricht.
1.2 Procedure vaststelling rapportage
De concept rapportage is op 28 juni 2005 ambtelijk besproken. Na het verwerken van de opmerkingen zijn de feiten vast komen te staan. Aan de rapportage zijn door de Inspectie conclusies en aanbevelingen toegevoegd. Het eindrapport is op 18 juli 2005 besproken in een bestuurlijk overleg. De definitieve rapportage wordt toegezonden aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoogezand- Sappemeer en in afschrift aan de Commissaris van de Koningin in Groningen en aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen.
In hoofdstuk 2 wordt het algemene oordeel gegeven over de uitvoering van de VROM-taken in samenhang met beleid en programma. In hoofdstuk 3 wordt een kenschets van de gemeente en een korte beschrijving van de gemeentelijke organisatie gegeven. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 worden achtereenvolgens de bevindingen, verbeterpunten en aanbevelingen weergegeven met betrekking tot beleid, programma en uitvoering op de terreinen bouwen, milieu en ruimtelijke ordening. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 6/24
2 Algemeen oordeel, verbeterpunten en aanbevelingen De hoofdlijn die volgt uit het onderzoek is dat de uitvoering van een groot deel van de VROM-taken op een adequaat niveau ligt. Hoewel op enkele punten (vastgesteld) beleid ontbreekt heeft dit vrijwel geen negatieve consequenties voor de uitvoering. Zo is de vergunningverlening adequaat te noemen en wordt de actualisering van bestemmingsplannen goed opgepakt. Dit is van belang gezien de enorme bouw- en herstructureringsopgave en de regionale taak wat betreft vestiging van bedrijvigheid in Hoogezand- Sappemeer. Verder wordt het Bouwstoffenbesluit naar behoren uitgevoerd Op twee onderdelen ontbreekt er beleid en leidt dit tot een achterblijvende uitvoering. Ten eerste heeft Hoogezand-Sappemeer in de afgelopen jaren geen handhavingsbeleid voor de VROMtaken gehad. Hoewel dit geen wettelijke verplichting is (voor de bouwregelgeving is dat per 01-01-2006 overigens wel het geval), heeft het ontbreken van een (integraal) beleidskader er mede toe geleid dat er geen heldere prioriteiten zijn gesteld en dat er slechts op ad hoc basis aan handhaving werd gedaan. Hoogezand-Sappemeer is reeds enige jaren bezig met het opstellen van een beleidskader voor integrale handhaving, in 2003 was er reeds een concept beleidskader. Er zijn geen duidelijke redenen voor de opgetreden stagnatie te geven. Het beleidskader is op 24 mei 2005 door het college van B&W vastgesteld en op 24 juni besproken in de raadscommissie Bestuur en Middelen. Dit kader vormt tevens de basis voor een meer programmatische aanpak. Het is van belang dat het beleid nu tot uitvoering wordt gebracht. Ten tweede ontbreekt beleid voor de aanpak van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. De minister van VROM heeft alle gemeenten verzocht om uiterlijk 31 december 2004 beleid kenbaar te maken over hoe zal worden omgegaan met onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Ondanks dat deze problematiek aan de orde is in Hoogezand-Sappemeer ontbreekt vooralsnog beleid voor de aanpak. Daardoor is er voor de eigenaren/bewoners nog steeds sprake van een onduidelijke situatie. Het is dan ook van belang dat er snel een besluit wordt genomen om aan alle onduidelijkheid een eind te maken. Het beleid zal zo spoedig mogelijk moeten worden vastgesteld en er zal een start met de uitvoering ervan moeten worden gemaakt.
Andere zaken die, mede gezien de bouw- en herstructureringsopgave, verbetering behoeven zijn de bouwverordening die niet actueel is en de toets aan het Bouwbesluit die niet inzichtelijk is. Voor het overige is het aan te bevelen een personele scheiding tussen vergunningverlening en handhaving door te voeren, een milieubeleidsplan vast te stellen, het milieuverslag over 2004 spoedig vast te stellen, beleid voor het verlenen van vrijstellingen vast te stellen, de actualisering van de bestemmingsplannen niet te laten stageneren en ook na 2006 structureel te blijven uitvoeren en een uitvoerings- en handhavingsprogramma voor de diverse VROM-taken op te stellen.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 7/24
3 Kenschets van de gemeente
Algemeen
De gemeente Hoogezand-Sappemeer is een gemeente met 34351 inwoners en is daarmee de tweede gemeente in de provincie Groningen. De gemeente is vooral te kenmerken als een stedelijke gemeente en heeft een oppervlakte van ongeveer 73 vierkante kilometer. Naast de kernen Hoogezand en Sappemeer behoren ook de buitendorpen Foxhol, Kiel-Windeweer, Kropswolde, Waterhuizen en Westerbroek tot de gemeente. In de nota Ruimte is de regio Groningen-Assen aangemerkt als Nationaal Stedelijk Netwerk. Hoogezand-Sappemeer ligt aan de oostrand van dit netwerk. In de regiovisie Groningen-Assen heeft de gemeente een forse taakstelling qua woningbouw en herstucturering. In het Provinciaal Omgevingsplan van de provincie Groningen heeft Hoogezand-Sappemeer een taak inzake de vestiging van bedrijvigheid. Hoogezand-Sappemeer biedt aanvullend aan Groningen mogelijkheden voor diverse sectoren (industrie, handel, transport, ICT) op gemengde terreinen en voorziet ook in vestigingsmogelijkheden voor zware industrie (categorie 5).
Bestuurlijke organisatie
Het College van Burgemeester en Wethouders telt naast burgemeester mevrouw M. Salet, vier wethouders: mevrouw M.H. Stiekema-Zweep (CDA) en de heren R.E. Stäbler (PvdA), C.J. Drost (Groen Links) en H. ten Wolde (VVD). Voor dit onderzoek zijn met name de portefeuilles van de burgemeester (onder meer openbare orde, politie en brandweer) en wethouder Ten Wolde (onder meer ruimtelijke ordening, milieu, handhaving en bouw en woningtoezicht) van belang.
De gemeenteraad van Hoogezand-Sappemeer bestaat uit 23 leden. De PvdA heeft daarin 6 zetels, Lokaal Centraal en VVD 4, Groen Links 3, CDA en Progressief Hoogezand-Sappemeer 2, Christenunie en Roodgewoon 1.
Ambtelijke organisatie
De gemeenteorganisatie kent twee vaksectoren (Ruimte en Welzijn), daarnaast is er een sector Bestuursdienst. Dit onderzoek heeft betrekking op enkele afdelingen van de sector Ruimte. De sector Ruimte is onderverdeeld in de afdelingen Bouwen en Wonen (BWO), Milieu, Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken (ROEZ), Projectbureau, Beheer, Brandweer en een stafbureau. De VROM-taken worden hoofdzakelijk uitgevoerd door de drie eerstgenoemde afdelingen, de afgifte en controle van de gebruiksvergunningen vindt plaats bij de Brandweer.
De afdeling Bouwen en Wonen bestaat uit 27 fte, daarvan is in principe 6,7 fte beschikbaar voor het verlenen van bouw en sloopvergunningen en het houden van toezicht op bouw en sloop. De brandweer bestaat uit 8,55 fte en heeft 3 fte ter beschikking om de preventieve taken (o.a. gebruiksvergunningen) te kunnen uitvoeren.
ROEZ bestaat uit 14,9 fte, daarvan is circa 2 fte beschikbaar om de taken op het gebied van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (bestemmingsplannen, vrijstellingen, procedures) uit te voeren. De afdeling Milieu bestaat uit 30,6 fte, verdeel over een binnendienst (17,6) en een buitendienst (13). Bij de binnendienst is circa 4 fte beschikbaar voor de vergunningverlening en afhandeling van meldingen en 4 fte voor toezicht en handhaving. Daarnaast zijn er specialisten aanwezig op het gebied van bodem, geluid en afval.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 8/24
4 Beleid
4.1 Algemeen
Na het onderzoek door de Inspecties Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in 2001 is de gemeente begonnen met het opstellen van een integraal handhavingsbeleid ten behoeve van alle VROM-taken. Op 30 september 2003 is een Beleidskader Handhaving besproken in de Commissie Ruimte. Tot een bestuurlijke vaststelling was het echter nog niet gekomen. Het beleidskader dient de mogelijkheid te openen om op bestuurlijk nivo de handhaving sectorbreed aan te sturen. Via de daarin opgenomen handhavingsmatrix kan het bestuur aangeven welke taken moeten worden uitgevoerd en welke niet en aan welke taken meer of minder aandacht dient te worden gegeven. Deze bestuurlijke keuzes kunnen vervolgens direct gekoppeld worden aan capaciteit en middelen. Voorts wordt hiermee voorkomen dat individuele medewerkers de keuze maken van wat wel of niet wordt gehandhaafd. Het kader borduurt voort op een plan van aanpak Handhaving dat al in 1998 het licht zag. Verder wordt het door de gemeente Hoogezand-Sappemeer ondertekende handhavingsconvenant van de provincie Groningen als basis gezien alsmede het door de Ministeries van VROM en V&W en Justitie opgestelde kader voor gedogen. Het beleidskader integrale handhaving is ten tijde van het onderzoek, op 24 mei 2005, vastgesteld.
4.2 Ruimtelijke Ordening
De gemeente beschikt niet over een actueel structuurplan. Wel beschikt men over een toekomstvisie "Boegbeelden 2015" uit 2002. De ruimtelijke component uit deze visie zal als basis dienen voor een nog op stellen ruimtelijk plan. Het is niet bekend of dit een structuurplan of een structuurschets zal zijn. De gemeente heeft in 2002 een beleidsnota en een planning voor de actualisering van bestemmingsplannen vastgesteld. In dit plan werd ervan uitgegaan dat binnen 4 jaar voor alle verouderde plannen herzieningsprocedures zouden zijn opgestart. Met het vaststellen van het plan voor de actualisering van bestemmingsplannen in 2002 is in feite ook bestemmingsplanbeleid vastgesteld. Er is aangegeven dat bestemmingsplannen volgens een bepaalde (consistente) systematiek worden opgesteld en dat plannen digitaal, conform de Digitale Leest, worden gemaakt. Ook zijn er standaarden vastgelegd voor de voorschriften en de toelichting van een bestemmingsplan binnen de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Hoewel deze standaarden niet bestuurlijk zijn vastgesteld komen ze de structurering en uniformering van de op te stellen bestemmingsplannen ten goede.
Hoogezand-Sappemeer heeft geen beleid vastgesteld voor het verlenen van vrijstellingen. Dergelijke beleidsregels zouden aan kunnen geven in welke gevallen men wil meewerken aan afwijkingen van het bestemmingsplan. Daarbij zou onder meer aangegeven kunnen worden dat een vrijstellingsverzoek wordt getoetst aan de meest recente bestemmingsplanregeling voor een vergelijkbaar bouwwerk in een vergelijkbaar gebied. Dit komt de eenduidigheid richting de burger ten goede. Er is ooit wel een concreet voorstel gedaan hoe om te gaan met vrijstellingen, dit heeft echter nooit geleid tot vastgesteld beleid. Daarnaast beschikt men over een bestemmingsplan voor bijgebouwen dat als toetsingskader voor vrijstellingen ex artikel 19 lid 3 WRO wordt benut.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 9/24 De minister van VROM heeft alle gemeenten verzocht om uiterlijk 31 december 2004 beleid kenbaar te maken over hoe zal worden omgegaan met onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Ondanks dat deze problematiek aan de orde is in Hoogezand-Sappemeer ontbreekt beleid voor de aanpak. De gemeente leek aanvankelijk te gaan kiezen voor handhaving en wellicht het verlenen van persoons- en objectgebonden beschikkingen. Na een discussie in de raad is echter besloten om de mogelijkheid van legalisering nader te onderzoeken. Tot op heden is niet duidelijk wat de gemeente zal gaan doen. Daardoor is er voor de eigenaren/bewoners nog steeds sprake van een onduidelijke situatie. Het is dan ook van belang dat er snel een besluit wordt genomen om aan alle onduidelijkheid een eind te maken. Het beleid zal zo spoedig mogelijk moeten worden vastgesteld en er zal een start met de uitvoering ervan moeten worden gemaakt.
Oordeel
Deels adequaat. Inzake de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Hoogezand-Sappemeer zijn diverse beleidsdocumenten aanwezig. Wel ontbreekt op een aantal onderdelen beleid. Het gaat dan om beleid ten aanzien van de vrijstellingen en de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Aanbevelingen:

- Het vaststellen van beleid voor het verlenen van vrijstellingen.
- Het vaststellen van beleid inzake de aanpak van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. 4.3 Bouwen
De gemeente heeft ten aanzien van het bouwen geen algemeen beleid vastgesteld. Ook ontbreekt beleid ten aanzien van het toetsen aan Bouwverordening en Bouwbesluit. De Bouwverordening is bijgewerkt tot en met de 8ste wijziging. De 9e en 10e wijziging zijn nog niet verwerkt. De Welstandsnota is in 2004 vastgesteld door het bevoegde orgaan. De gemeente beschikte vooralsnog niet over een vastgesteld toezicht- en handhavingsbeleid voor bouwen en slopen en het toezicht op de bestaande voorraad. Het beleidskader is echter tijdens het onderzoek vastgesteld.(zie 4.1)
Er is een Preventie Activiteitenplan uit 1997 door de brandweer van Hoogezand-Sappemeer opgesteld. Hierin zijn alle preventiewerkzaamheden, waaronder alles over de gebruiksvergunningen in kaart gebracht. Verder is recent de Groninger Handreiking Preventiebeleid bestaande bouw van de regionale hulpverleningsdienst Groningen vastgesteld maar nog niet gepubliceerd. Deze handreiking wordt gebruikt als toetsingskader bij de afgifte van gebruiksvergunningen.
Oordeel
Deels adequaat. Er ontbreekt beleid ten aanzien van het toetsen aan Bouwverordening en Bouwbesluit en de Bouwverordening is niet actueel.
Verbeterpunt:

- De bouwverordening is niet actueel, deze dient zo spoedig mogelijk te worden aangepast Aanbeveling:

- Algemeen beleid voor Bouw- en Woningtoezichttaken vaststellen (bijvoorbeeld hoe exact moet worden getoetst aan de Bouwverordening en het Bouwbesluit, eventueel te stellen prioriteiten bij het toetsen, het aantal controles tijdens de bouw/sloop, voor welke aspecten en wanneer externe adviseurs in te schakelen e.d.). Hierbij kan gewezen worden op het project Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen (CKB). CKB heeft een toetsingsprotocol ontwikkeld waarbij de intensiteit van toetsing per aspect kan verschillen. Er is reeds door de gemeente aangegeven dat zij gebruik wil gaan maken van het toetsingsprotocol van het CKB wanneer dit gereed is.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 10/24 4.4 Milieu
Milieubeleidsplan
De gemeente Hoogezand-Sappemeer beschikt niet meer over een (recent) milieubeleidsplan waarin een samenhangende visie voor alle milieutaken en ambities is verwoord. Dit komt mede door het ontbreken van een milieubeleidsmedewerker. Door de afdeling, zo blijkt uit het afdelingsplan, wordt een richtinggevend beleidsplan gemist. Bijkomend nadeel is ook dat richting inwoners en bedrijven niet duidelijk wordt gemaakt waar de gemeente Hoogezand-Sappemeer voor staat waar het gaat om het milieubeleidsterrein. Dit neemt niet weg, dat op onderdelen zoals bouwstoffenbesluit en bodem wel beleid is ontwikkeld en vastgesteld.
Wm-vergunningen en meldingen
Er is geen specifiek beleid vastgesteld voor milieuvergunningen en meldingen. Basis vormen nog steeds de uitgangspunten van de VOGM-regeling. Het gaat daarbij om de indeling van bedrijven in vier categorieen naar zwaarte van invloed op het milieu. In principe geldt voor actualisatie van milieuvergunningen de volgende frequentie.
Categorie 4 - 1 maal per 5 jaar
Categorie 3 - 1 maal per 10 jaar
Categorie 2 - 1 maal per 10 jaar
Categorie 1 - 1 maal per 10 jaar
Aangezien de meeste bedrijven voorkomen in de categorieën 2 en 3 kan worden gesteld dat in de praktijk nog steeds met de frequentie uit het VOGM-tijdperk (eens per 10 jaar) wordt gewerkt. Geconstateerd is dat het vergunningenbestand van de gemeente als actueel kan worden beschouwd Bouwstoffenbesluit
De gemeente heeft in 2002 de Notitie Toepassing van het Bouwstoffenbesluit vastgesteld. Het is een werkdocument waarin de uitvoering van en toetsing aan het Bouwstoffenbesluit binnen de gemeentelijke organisatie is vastgelegd. De gemeente Hoogezand-Sappemeer is een van de weinige gemeenten in Groningen die het Bouwstoffenbesluit ook daadwerkelijk uitvoert. Het aantal meldingen en controles uitgevoerd in het kader van het Bouwstoffenbesluit getuigen daarvan. Binnen de afdeling milieu is iemand speciaal belast met de toepassing van het Bouwstoffenbesluit. Naast het Bouwstoffenbesluit is er een alternatief voor het hergebruiken van licht verontreinigde grond in het kader van actief bodembeheer. Hieruit volgen vrijstellingen ten aanzien van het verrichten van partijkeuringen en voor het hergebruiken van licht verontreinigde grond binnen het gebied van de bodemkwaliteitskaart op basis van gegevens die vooraf zijn verzameld. Uitgangspunt daarbij is dat de kwaliteit van de grond in het gebied niet slechter mag worden door het grondverzet. De vrijstellingsregeling is verder uitgewerkt in het bodembeheersplan en de bodemkwaliteitskaarten van de gemeente. Met betrekking tot de handhavingstaken van het Bouwstoffenbesluit, sluit de gemeente aan bij de Handhavingsuitvoeringsmethode Bouwstoffenbesluit), die door het ministerie van VROM is opgesteld. Bodem
De gemeente beschikt over een Bodembeleidsplan waarin inhoud is gegeven aan de uitgangspunten van beleidsvernieuwing bodemsanering (Bever). Het plan is vastgesteld door de gemeenteraad op 21 september 2004. Met het plan is een overzichtelijk, eenduidig en toetsbaar beleid geformuleerd voor zowel de gemeentelijke organisatie, als voor de burger. Het plan heeft betrekking op de bodemverontreinigingsproblematiek in de gemeente: wanneer moet bodemonderzoek worden uitgevoerd, hoe om te gaan met verontreinigde grond, wat zijn de hergebruiksmogelijkheden, hoe wordt de milieuhygiënische bodemkwaliteit beheerd en bewaakt. In het plan is via het Besluit vrijstelling stortverbod buiten inrichtingen ook aandacht besteed aan de verspreiding en verwerking van baggerspecie. Onderkend wordt dat het onder bepaalde voorwaarden op de slootkant verwerken van baggerspecie op gespannen voet kan staan met het bodembeleidsplan van de gemeente.
Verder beschikt de gemeente over een bodembeheersplan en bodemkwaliteitskaart die zijn vastgesteld in februari 2003.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 11/24 Rioleringsplan en beleid inzake zorgplicht afvalwater Hoogezand-Sappemeer beschikt over een Gemeentelijk Rioleringsplan met een looptijd van 5 jaar (2001- 2005). In het plan zijn maatregelen opgenomen om aan de basisinspanning te voldoen en risicovolle overstorten te beperken tot een aanvaardbaar niveau. Tot 1 januari 2005/2008 is door de provincie Groningen ontheffing verleend van de zorgplicht voor nog niet op het riool aangesloten percelen. Hierbij is de voorwaarde gesteld, dat de gemeente jaarlijks een operationeel programma voor aanleg, onderzoek en maatregelen opstelt, vaststelt en indient bij Gedeputeerde Staten. Externe veiligheid
Er is nog geen specifiek door de gemeente vastgesteld beleid betreffende externe veiligheid. De gemeente Hoogezand-Sappemeer werkt wel mee aan het Uitvoeringsprogramma Externe veiligheid 2004-2005 van de provincie Groningen. In 2004 is vooral aandacht besteed aan kennisverspreiding in de vorm van voorlichting en cursussen. Risicovolle locaties zijn inmiddels in beeld gebracht. In het kader van de Professionalisering van de milieuhandhaving is door de gemeente een opgave gedaan van de risicovolle inrichtingen en transportroutes. Momenteel wordt veel werk gestoken in de implementatie van het BEVI in ruimtelijke plannen.
Luchtkwaliteit
In de gemeente Hoogezand-Sappemeer is geen specifiek beleid vastgesteld waarmee is gewaarborgd dat kan worden voldaan aan het Besluit Luchtkwaliteit. Het beleid zou er op moeten worden gericht overschrijdingen van de grenswaarden te beperken dan wel te voorkomen. Overschrijdingsgebieden dienen bekend en vastgelegd te zijn. Hoewel het de vraag is of de gemeente beleid dient te hebben, is er aandacht voor de problematiek. Zo heeft men de provincie Groningen schriftelijk verzocht aan te geven waar mogelijk problemen zijn te verwachten van bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Van de provincie Groningen heeft de gemeente bericht ontvangen, dat in de praktijk in Noord-Nederland nooit normoverschrijdingen zijn te verwachten van zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, lood en koolmonoxide. In zeer uitzonderlijke gevallen zouden emissie van benzeen en met name fijn stof tot overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen kunnen leiden. Meestal is dat in situaties waarbij een aantal grote bronnen bijdragen leveren aan de totale luchtkwaliteit. Hieronder moeten ook niet industriële bronnen worden begrepen, zoals verkeersemissies. Substantiële bronnen voor verontreiniging van de luchtkwaliteit in Hoogezand- Sappemeer zijn PPG en de beide vestigingen van Kappa Graphic Board. Zoals inmiddels bekend kunnen gemeenten individueel nauwelijks maatregelen nemen om aan overschrijdingen van de normen voor fijn stof iets te doen aangezien de achtergrondconcentratie daarvoor al te hoog is. Maatregelen hiervoor zullen op (inter)nationaal niveau moeten worden genomen. Voor het overige wordt bij de beoordeling van bestemmingsplannen en milieuvergunningverlening aandacht besteed aan de problematiek inzake luchtkwaliteit. Toezicht- en handhavingsbeleid voor inrichtingen en niet-inrichtingsgebonden activiteiten Aanvullend op het sectorbrede beleidskader (zie 4.1) is voor de afdeling milieu in het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving in februari 2005 een Probleemanalyse opgesteld. Doel van deze probleemanalyse is op basis van de milieusituatie in de gemeente sturing te geven aan de handhavingsinspanningen. Op basis van de probleemanalyse worden prioriteiten gesteld en doelstellingen geformuleerd waarmee uiteindelijk een uitvoeringsprogramma kan worden opgesteld. Prioriteitstelling vindt plaats met behulp van een vijftal criteria (maatschappelijk, financieel-economisch, fysiek, bestuurlijk en milieu). Aan de hand van een score voor ernst, omvang, frequentie en impact wordt vervolgens de prioriteit bepaald voor het uitvoeren van een bepaalde taak. Op basis hiervan is bijvoorbeeld duidelijk geworden dat het toezicht op categorie 4 inrichtingen de zwaarste prioriteit heeft in Hoogezand-Sappemeer. Verder scoort ook de handhaving van de regels omtrent inzameling van huishoudelijke afvalstoffen hoog. In het beleid zijn de gehanteerde toezichtsfrequenties niet bestuurlijk vastgelegd. Wel is via het geautomatiseerde inrichtingenbestand voorzien in een vooraf bepaalde toezichtsfrequentie gebaseerd op de oude BUGM/VOGM frequenties. Qua handhavingsstrategie sluit de gemeente Hoogezand-Sappemeer, zoals hiervoor reeds aangegeven, aan bij de strategie zoals die door de provincie Groningen wordt gehanteerd inclusief het stappenplan. Hetzelfde geldt voor het gedogen hetgeen uitsluitend plaats vindt overeenkomstig het landelijk beleidskader. Voor de controle op het toepassen van bouwstoffen in een werk is geen frequentie vastgelegd. In het jaarverslag bodem 2004 is wel aangegeven dat circa 170 controles zijn uitgevoerd op het toepassen van bouwstoffen in het kader van het Bouwstoffenbesluit. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 12/24 Oordeel milieubeleid
Deels adequaat. Gemeentelijk milieubeleid is niet wettelijk voorgeschreven. De gemeente Hoogezand- Sappemeer heeft op diverse onderwerpen beleid, dat overigens niet in alle gevallen bestuurlijk is vastgesteld. Een overkoepelend milieubeleidsplan wordt gemist. Wat betreft handhaving heeft de gemeente min of meer een beleidslijn uitgezet die een verdiepingsslag kent in de vorm van een probleemanalyse in het belang van de professionalisering van de milieuhandhaving. Uit de zelfevaluatie blijkt overigens dat aan een aantal kwaliteitscriteria nog niet wordt voldaan. Zo is de beleidscyclus nog niet aanwezig en bestaat er verschil van inzicht omtrent de functiescheiding tussen vergunningverlening en handhaving. Aanbevelingen:

- Een milieubeleidsplan opstellen en waar nodig samenhang te brengen in de verschillende beleidsonderdelen op milieugebied waar de gemeente ambities heeft. Gelet op de taakstelling welke de gemeente in de regiovisie Groningen-Assen heeft daar waar het om herstructurering en nieuwbouw bieden met name duurzaam bouwen en energiebesparing kansen;
- De uitgangspunten voor vergunningverlening kunnen als beleid worden verankerd;
- Op korte termijn een nieuw gemeentelijk rioleringsplan opstellen aangezien de geldigheidsduur van de huidige in 2005 zal verstrijken;

- Het completeren van de beleidscyclus door het vaststellen van een handhavingsuitvoeringsprogramma. Bij het onderdeel milieuprogramma wordt op dit aspect nader ingegaan. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 13/24
5 Programmering en administratieve organisatie 5.1 Ruimtelijke Ordening
De programmering van RO-taken is vooral gebaseerd op de programma's van college en raad voor de periode 2002-2006 en de begroting. De globale programmering vindt zijn weerslag in het afdelingsplan waarin de uit te voeren werkzaamheden op hoofdlijnen zijn terug te vinden. Een van de werkzaamheden waarvoor een concreet programma is uitgewerkt betreft de actualisering van bestemmingsplannen. Hier was de gemeente reeds in 1995 mee gestart, maar doordat er onvoldoende prioriteit aan is gegeven is was het resultaat zeer beperkt. Het huidige programma is tot stand gekomen na een onderzoek van de Inspectie Ruimtelijke Ordening in 2001. De intentie is om eind 2006 voor alle verouderde plannen herzieningprocedures te hebben opgestart en te beschikken over een groot aantal actuele plannen. Eind 2004 is de uitvoering van dit programma geëvalueerd, waarbij is geconcludeerd dat men slechts beperkt op de planning achterloopt.
Hoewel er sprake is van enige achterstand, wordt het programma wel naar behoren uitgevoerd. Er doet zich echter wel een knelpunt voor. Voor de uitvoering van de actualiseringsslag is een tijdelijk medewerker aangetrokken. Het tijdelijk contract van deze medewerker verloopt in het najaar van 2005 waardoor er een stagnering dreigt. Hoewel de financiering tot eind 2006 is gewaarborgd is daardoor de kans groot dat de planning van eind 2006 niet wordt gehaald, daarnaast bestaat het gevaar dat er onvoldoende capaciteit voor handen is om het bereikte actualiteitsniveau in stand te houden. De handhaving van de bestemmingsplannen wordt passief ingevuld, er wordt in feite alleen gereageerd op klachten. Actieve programmatische handhaving ontbreekt geheel. Oordeel
Deels adequaat
Aanbevelingen:

- De actualisering van de bestemmingsplannen waarborgen;
- Op basis van het nog vast te stellen handhavingbeleid een handhavingprogramma vaststellen van de uit te voeren handhavingstaken op het gebied van Ruimtelijke Ordening. 5.2 Bouwen
De gemeente heeft geen vastgesteld uitvoeringsprogramma voor bouwvergunningverlening waarin een planning is gemaakt van het aantal af te geven bouw- en sloopvergunningen en waarin is aangegeven hoeveel tijd benodigd is om deze aanvragen te toetsen en toezicht op de werkzaamheden uit te voeren. Voor het afgeven van gebruiksvergunningen heeft de brandweer een uitvoeringsprogramma vastgesteld. In 1997 is al de achterstand in de vergunningverlening en het toezicht van de gebruiksvergunningen in beeld gebracht en zijn voorstellen gedaan voor een inhaalslag. Er wordt vanuit gegaan dat de achterstand in de afgifte van gebruiksvergunningen in de loop van 2005 in zijn geheel is ingelopen. Gezien het beperkte aantal objecten waar het nog om gaat en de maatregelen die daar reeds zijn getroffen mag worden aangenomen dat deze verwachting reëel is. In het programma zijn prioriteiten gesteld voor de verschillende gebruiksfuncties.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 14/24 Er is ook een soort van handhavingsprogramma opgesteld voor reeds afgegeven gebruiksvergunningen waarin staat aangegeven welke hercontroles per jaar plaatsvinden. In principe wordt elk object dat een gebruiksvergunning heeft een keer per jaar gecontroleerd. Hiervoor wordt het computersysteem Registar gebruikt. Hieruit kan de brandweer de actielijsten uitdraaien en de termijnbewaking is zo ook inzichtelijk. Oordeel
Deels adequaat
Aanbeveling:

- Het opstellen van een uitvoerings- en handhavingsprogramma voor bouw- en sloopvergunningen. 5.3 Milieu
Milieuprogramma
Er is geen apart milieu-uitvoeringsprogramma waarin een overzicht is opgenomen van de uit te voeren milieutaken. Summier is deze informatie (deels) overigens wel in de begroting (afdelingsplan van de afdeling milieu) opgenomen. De voorgenomen activiteiten zijn voor wat betreft vergunningverlening wel opgenomen. Het onderdeel handhaving zou terug te vinden moeten zijn bij functie 8220.20 maar dat is echter niet het geval voor 2004. Op deze wijze is onvoldoende (slechts deels) invulling gegeven aan het programmatisch herkenbaar en verifieerbaar vastleggen van de uitvoering van de wettelijke taken in de begroting. Overigens is deze omissie in 2005 weer verholpen en is deze informatie wel te genereren uit het geautomatiseerde inrichtingenbestand (BBM) van de gemeente. Jaarlijks gaat het om zo'n 300 controles. De wijze waarop in Hoogezand invulling wordt gegeven aan het milieu-uitvoeringsprogramma blijft echter marginaal en leidt elk jaar weer tot een zoekplaatje voor een totaaloverzicht. Rioleringsbeheerprogramma
Ter uitvoering van het gemeentelijk rioleringsprogramma (GRP) wordt per twee jaar een operationeel programma riolering vastgesteld. Het meest recente programma is op 21-12-2004 vastgesteld door de gemeenteraad en heeft betrekking op de periode 2005-2006. In het operationeel programma wordt aangegeven welke aanleg en onderzoeksactiviteiten in die periode zullen worden uitgevoerd. Er is overigens gekozen voor een tweejaarlijks programma uit pragmatische overwegingen. Het is namelijk zo, dat de maatregelen in het programma een doorlooptijd van circa twee jaar hebben. Oordeel
De bevindingen op dit punt leiden tot het oordeel deels adequaat. Er is geen sprake van een volwaardig milieuprogramma. De wijze waarop de taken in de begroting zijn opgenomen geven niet direct een overzichtelijk beeld van hetgeen voor de milieutaken is geprogrammeerd. De mate van detaillering is nogal globaal vooral als dit wordt vergeleken met de verslaglegging. Het operationeel programma riolering voldoet aan de eisen van het GRP. Aanbevelingen:

- Aanbevolen wordt een meer gedetailleerd uitvoeringsprogramma op te stellen van alle geprogrammeerde milieutaken (inclusief handhaving) en dit in globale vorm in de begroting terug te laten komen. In dit verband wordt ook gewezen op de opmerkingen die door de provincie Groningen in het kader van de milieuprofessionalisering zijn gemaakt voor wat betreft het opstellen van een handhavingsuitvoeringsprogramma.
5.4 Administratieve organisatie
Werkprocessen
De werkprocessen binnen het cluster Ruimte zijn beperkt beschreven. Voor de afdeling ROEZ zijn geen werkprocessen beschreven. Bij de afdeling Bouwen en Wonen zijn de werkprocessen bouw- en sloopvergunningverlening beschreven, deze zijn vastgesteld in het managementteam. Voor de afdeling Milieu zijn werkprocessen opgesteld voor de vergunningverlening, behandeling van meldingen en het toezicht en handhaving. Deze zijn erop gericht geen stappen in het werkproces te vergeten die juridisch van belang zijn.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 15/24 In juni 2005 is besloten tot het in 2005 beschrijven van een groot aantal werkprocessen op basis van het INK-model. Hierbij is het onderwerp vergunningverlening en handhaving ook genoemd waarbij als beperking is opgenomen dat het moet gaan om vergunningen waarmee een aanmerkelijk belang is gemoeid (er zijn veel incidenteel te verlenen vergunningen op basis van b.v. de APV die geen prioriteit hoeven te krijgen). Ten aanzien van het vastleggen van de beschreven processen is reeds eerder het volgende door het college van B&W besloten:

- Het benoemen van de meest belanghebbende ambtenaar, met naam en functie, als verantwoordelijke 'eigenaar' voor iedere procedure en werkinstructie, waarbij uitvoerenden ook als eigenaar van werkinstructies kunnen worden benoemd.

- Het definitief maken door autorisatie van werkinstructies door het afdelingshoofd, van procedures door de sectordirecteur en van sectoroverschrijdende procedures door het algemeen management team. Mandatering
De gemeente beschikt over een actueel mandateringsbesluit, versie januari 2004 (door het College van Burgemeester en Wethouders vastgesteld) voor onder andere de VROM-regelgeving. Hierin zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastgelegd.
Overleggen en afstemming
Er zijn diverse afdelingsoverschrijdende overleggen. Er is een handhavinsgoverleg ruimte (HOR) en een ontwikkelingsoverleg ruimte (OOR). In deze overleggen vindt structureel afstemming plaats over lopende handhavingsaangelegenheden en projecten. Overleg op (bouw)planniveau vindt ad hoc plaats. Op managementniveau vindt wekelijks overleg plaats. De ene week is de agenda beleidsinhoudelijk georienteerd en de andere week is de agenda organisatie georiënteerd. BWT is een zelfsturend team. Het afdelingshoofd speelt alleen een rol bij knelpunten. Elke maandagmiddag is er een kort overleg aan de hand van de uitgedraaide lijst met bouwplannen. Een keer per maand is er een groter overleg. De afstemming met RO en de Brandweer vindt regelmatig plaats. De afstemming met Milieu vindt ook regelmatig plaats, maar aan verbetering wordt gewerkt. De bedoeling is dat straks de twee afdelingen inzicht hebben in elkaars computerprogramma's, zodat een en ander beter inzichtelijk wordt voor beide afdelingen.
4-ogen principe
Binnen alle afdelingen is een collegiale toets een goede gewoonte. Bij milieu worden vergunningen altijd door een juridisch medewerker getoetst. Bij BWT wordt elk bouwplan gecontroleerd door een andere bouwplanbeheerder dan de vergunningverlenende bouwplanbeheerder, de zogenaamde 2e opinie. Functiescheiding
Bij BWT en Milieu is een scheiding tussen vergunningverlening en handhaving doorgevoerd. Het gaat dan niet om strikte functionele scheiding, maar om een scheiding op dossierniveau. Vanuit de professionalisering van de milieuhandhaving is echter een functionele scheiding vereist. In het ontwerp Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer staat dat een personele scheiding tussen vergunningverlening en handhaving aangebracht moet worden. De staatssecretaris van VROM heeft onlangs deze eis van functiescheiding nogmaals bevestigd.
De bouwvergunningverlening, inclusief de toetsing van de aanvraag, wordt afgehandeld door de bouwplanbeheerder. Het toezicht wordt door een andere bouwplanbeheerder uitgevoerd. In de gemeente wordt namelijk gewerkt met 4 rayons. Bij de grote bouwprojecten wordt een andere werkwijze gevolgd. Na vergunningverlening wordt het dossier en daarmee de verantwoordelijkheid voor het toezicht op het bouwproces geheel overgedragen aan de toezichthouder. Bij problemen lost de toezichthouder deze op, zonodig met het inschakelen van de handhavingsmedewerker. De toezichthouder houdt de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van het probleem.
Termijnbewaking
Termijnbewaking vindt zowel bij BWT als bij Milieu plaats aan de hand van een computersysteem. Vrijwel wekelijks worden overzichten van de werkvoorraad en lopende procedures uitgedraaid en besproken in het werkoverleg.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 16/24 Dossiervorming
De dossiers die zijn onderzocht, waren duidelijk van structuur en inzichtelijk. Naast de formele stukken is eveneens relevante correspondentie, aantekeningen, en adviezen in de dossiers terug te vinden. De dossiers leveren derhalve voldoende inzicht in de wijze waarop een besluit tot stand is gekomen. Ook de aantekeningen van het toezicht op de bouwplaats waren in de dossiers aanwezig. Klachtenbehandeling
Voor meldingen (klachten) in het openbare gebied kunnen burgers en bedrijven 24 uur per dag één centraal telefoonnummer bellen. Naast de losliggende stoeptegel en de scheve lantaarnpaal kan dit ook gaan over een defecte verkeersregelinstallatie of andere overlastgevende of onveilige situaties. Door het direct doorgeven aan de personen in de uitvoering kan alert op deze situaties worden ingespeeld. In de 1e fase gaat het om situaties in het openbaar gebied. De 2e fase gaat in de loop van 2005 van start met de koppeling naar situaties bij de afvalinzameling en andere milieuaangelegenheden. Naast deze 'meldingentelefoon' die zich vooral richt op de fysieke aspecten, kent de gemeente een 'Meldpunt Overlast'. Het Meldpunt Overlast richt zich meer op de sociale kant van de leefbaarheid in de gemeente. Inwoners kunnen het meldpunt 7 dagen in de week en 24 uur per dag telefonisch bereiken met klachten over mensen of situaties die hun woon- en leefklimaat aantasten. Dit kan variëren van burenruzies tot geluidsoverlast. Op maandag tot en met donderdag van 10.00-12.00 uur kunnen mensen persoonlijk te woord worden gestaan. Daarnaast beschikt de gemeente over een protocol voor het behandelen van klachten over medewerkers. Oordeel
Deels adequaat.
Aanbevelingen:

- Opstellen van de ontbrekende werkprocessen

- De procesbeschrijvingen verder uitwerken, gericht op verbetering van de kwaliteit van de vergunningverlening en het toezicht (zie ook hoofdstuk 6 en 7);

- De kwaliteitsborging daadwerkelijk invulling geven door toetsing van de uitvoering van de procesbeschrijvingen;
- Functiescheiding op persoonsniveau doorvoeren. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 17/24
6 Uitvoering
6.1 Ruimtelijke Ordening
6.1.1 Bestemmingsplannen
Op het grondgebied van de gemeente Hoogezand-Sappemeer zijn 48 bestemmingsplannen van kracht. Van het aantal geldende bestemmingsplannen is 46% actueel. Verder is 8 % verouderd, dat wil zeggen dat het plan binnen de marge van de vrijstelling van de actualiseringverplichting valt. De overige plannen (46%) zijn zeer verouderd en vallen binnen de wettelijke eis van actualiseringplicht (zie onderstaand schema).
Leeftijd plan kwalificatie Aantal
0-10 jaar Actueel 22 (46%)
10-20 jaar Verouderd 4 (8%)
Ouder dan 20 jaar Zeer verouderd 22 (46 %)
Verder zijn in enkele kleine delen van de kernen van Sappemeer, Hoogezand en Foxhol geen bestemmingsplannen van kracht. In deze gebieden gelden weinig regels en daardoor zijn ontwikkelingen in die gebieden nauwelijks te sturen.
De actualisering van de bestemmingsplannen is een wettelijke taak, waaraan prioriteit moet worden gegeven. Naar aanleiding van aanbevelingen van de Inspectie werkt Hoogezand-Sappemeer sinds 2002 projectmatig aan de actualisering van de bestemmingsplannen. Er is sindsdien een duidelijke vooruitgang waarneembaar. Het is echter de vraag of de doelstelling van eind 2006 nog gehaald kan worden. (zie 5.2) In nieuwe bestemmingsplannen wordt aandacht geschonken aan zaken als handhaving, flora en fauna, externe veiligheid en luchtkwaliteit. De gemeente maakt haar eigen plannen. Momenteel wordt, bij uitzondering, gewerkt in samenwerking met een stedenbouwkundig bureau aan een bestemmingsplan Foxmart. In het plangebied spelen diverse (complexe) aspecten, waaronder externe veiligheid. De ervaringen die worden opgedaan kunnen in de toekomst worden benut bij het zelf maken van plannen. Oordeel
Er wordt sinds 2002 projectmatig gewerkt aan het actualiseren van de bestemmingsplannen. De gemeente is op de goede weg maar heeft nog niet het vereiste niveau bereikt, daarom deels adequaat. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 18/24 6.1.2 Vrijstellingen
De gemeente heeft in 2004 de volgende aantallen vrijstellingen verleend. Soort vrijstelling Aantal in 2004
Art. 15 20
Art. 17 3
Art. 19 lid 1 10
Art. 19 lid 2 10
Art. 19 lid 3 31
Voor tijdelijke bouwwerken die afwijken van het bestemmingsplan wordt artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening toegepast. De vrijstellingen ex artikel 17 worden conform de WRO aan de VROMInspectie toegezonden. De termijnen van nog lopende tijdelijke vrijstellingen worden door de afdeling ROEZ bewaakt via de digitale agenda van de behandelend medewerker. Bij een aflopende termijn wordt een medewerker van BWT verzocht te controleren of alles in de oorspronkelijke toestand is teruggebracht. Tijdens het onderzoek is gebleken dat van de onderzochte dossiers de toepassing van de vrijstellingsprocedures over het algemeen op adequate wijze plaatsvindt. In de bekeken vrijstellingsbesluiten is gemotiveerd aangegeven waarom de vrijstelling is verleend en er zijn geen oneigenlijke voorwaarden aan verbonden. De vrijstellingen worden als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd. Oordeel
Adequaat
6.2 Bouwen
6.2.1 Vergunningen
Bouwvergunningen
Algemeen
Er wordt gebruik gemaakt van een checklist voor met name de toets aan het bestemmingsplan en welstand. Ook wordt hierop deels de interne voortgang en afstemming bijgehouden. Uit het dossieronderzoek blijkt dat de gemeente altijd een ontvangstbevestiging verstuurt en dat de ontvankelijkheidstoets wordt uitgevoerd. Aanvragen, vrijstellingen en vergunningen worden gepubliceerd. De bouwvergunningen kennen een standaard opbouw, met een aantal standaard en specifieke voorwaarden. Door de gemeente zijn onder andere voor de behandeling van bouwaanvragen enkele werkprocesbeschrijvingen opgesteld. Deze worden over het algemeen nageleefd. Vooroverleg
Uit enkele dossiers blijkt dat vooroverleg heeft plaatsgevonden. Er vindt dan vooraf een welstands- en een planologische toets van het schetsplan plaats. Dit wordt als voordeel ervaren omdat dan de zaken zijn uitgekristalliseerd, voordat een bouwvergunningaanvraag wordt ingediend. Welstand
Er wordt advies gevraagd van de welstandscommissie, welstandsadviezen en gewaarmerkte tekeningen zijn aanwezig.
Bouwbesluit
In de onderzochte dossiers is niet altijd inzichtelijk dat de gemeente toetst aan het Bouwbesluit. Er is geen gebruik gemaakt van een checklist, aangegeven is dat de toets plaatsvindt op basis van kennis en ervaring. De belangrijkste onderwerpen als veiligheid, gezondheid e.d. worden zoveel mogelijk getoetst en in voorkomende gevallen moeten plannen worden aangepast. Er is door de gemeente aangegeven dat zij gebruik wil gaan maken van het toetsingsprotocol van het CKB wanneer dit gereed is. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 19/24 Constructieberekeningen
De gemeente heeft een eigen constructeur in dienst. Deze bekijkt de constructieberekeningen, hiervoor is de kennis en kunde dus binnen de gemeente zelf aanwezig. Bestemmingsplan
De toetsing aan het bestemmingsplan wordt altijd inzichtelijk gemaakt. Bij de onderzochte dossiers is geconstateerd dat over het algemeen deze toetsing zorgvuldig wordt uitgevoerd. Aanvragers worden op de hoogte gesteld van de gang van zaken bij planologische procedures. Bij vrijstellingsprocedures volgens artikel 17 en artikel 19 lid 1 en 2 vindt de beoordeling en verdere afhandeling van de planologische aspecten bij ROEZ plaats. Artikel 19 lid 3 doet BWT zelf. Bodemonderzoek
Bij de onderzochte dossiers is, indien aan de orde, voldoende aandacht besteed aan het verplichte bodemonderzoek. In hoeverre het bodemonderzoek inhoudelijk correct is uitgevoerd is niet nader onderzocht.
Termijnen
De vergunningen worden over het algemeen tijdig verleend. Elke maandagochtend wordt een lijst uitgedraaid van de bouwplannen die in behandeling zijn. Zo kan worden bijgehouden welke vergunningen die week verleend dienen te worden. Daarnaast is het computersysteem hierbij een hulpmiddel. Van rechtswege verleende vergunningen komen nauwelijks voor. Wel is aangegeven dat de laatste tijd, mede door het voorlopig niet invullen van de vacature van de front-officemedewerker, het moeilijker is om de termijn niet te overschrijden.
Toezicht
In de onderzochte dossiers zijn regelmatig aantekeningen aangetroffen van toezicht op de bouwplaats. Dit betrof met name de wat grotere bouwwerken. Aan het reguliere toezicht op de bouwplaats besteedt men minder tijd dan men zou willen. Door het voorlopig niet invullen van de vacature van de frontofficemedewerker is er minder tijd voor het toezicht op de bouwplaats. De medewerkers (dit betreft met name de 4 bouwplanbeheerders) dienen nu namelijk ook zelf de frontoffice te bemannen. De controles vinden hierdoor steeds meer ad hoc plaats, in plaats van gestructureerd. Dit geldt in mindere mate voor de twee buitendienstmedewerkers, waarvan er overigens één in tijdelijke dienst is. Sloopvergunningen
Er zijn twee sloopvergunningen bekeken. In beide gevallen was sprake van asbest. In de dossiers is nagenoeg alle van belang zijnde informatie opgenomen, zoals onder andere asbestinventarisatierapporten etc. Certificaten van de deskundig asbestverwijderaar zijn echter niet aangetroffen. Door de gemeente is aangegeven dat er een lijst in de computer geraadpleegd kan worden. Hierop staat welk bedrijf beschikt over een certificaat, zodat deze niet apart opgevraagd worden en dus niet aan het dossier worden toegevoegd.
De onderzochte sloopvergunningen zijn binnen de termijn verleend. De vergunningen worden gepubliceerd. Bij een van de dossiers is aangetekend dat de sloop is uitgevoerd. Bij het andere dossier is aangegeven dat de sloop is gestart. Ter plaatse wordt dus zo nu en dan toezicht op de sloop (ten aanzien van asbest en veiligheid) uitgeoefend. De gemeente heeft een deskundig toezichthouder asbest in dienst. Gebruiksvergunningen
Vergunningverlening en toezicht omtrent de gebruiksvergunningen wordt opgepakt door de brandweer. Indien nodig wordt advies gevraagd aan de Hulpverleningsdienst Groningen. De ruim 300 voor een gebruiksvergunning in aanmerking komende gebouwen zijn ingedeeld in prioriteitsklassen. De stand van zaken bij het verlenen van gebruiksvergunningen per mei 2005 is als volgt. In totaal zijn circa 287 vergunningen afgegeven op een totaal van ongeveer 300 vergunningsplichtige inrichtingen. De inhaalslag is vrijwel afgerond, nog 13 vergunningen zijn in behandeling. De brandveiligheidsvoorzieningen die aanwezig moeten zijn voordat de vergunning kan worden verleend, zijn bij alle 13 bedrijven in uitvoering. Daarnaast is de brandweer bezig met enkele gebruiksvergunningen voor nieuw op te richten bouwwerken. De toets aan de brandveiligheidsaspecten wordt zowel ter plekke als op papier gedaan. In de vergunningen worden naast standaardvoorwaarden, wanneer daar aanleiding voor is, ook specifieke voorwaarden opgenomen. In principe wordt elk object dat een gebruiksvergunning heeft een keer per jaar door de brandweer gecontroleerd. Vorig jaar zijn circa 266 controles uitgevoerd, waarbij 140 keer iets is geconstateerd. Van alle bezoeken worden de bevindingen in een brief teruggemeld. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 20/24 Bij de aanvraag voor een nieuwe bouwvergunning wordt gekeken of voor het betreffende gebouw een gebruiksvergunning nodig is. Alle grotere bouwaanvragen (meer dan één woning) gaan voor advies naar de brandweer.
Oordeel
Deels adequaat omdat de toets aan het Bouwbesluit onvoldoende inzichtelijk is en het gevaar van termijnoverschrijdingen zich voordoet. Daarnaast zijn nog niet alle daarvoor in aanmerking komende gebouwen voorzien van een gebruiksvergunning, de verwachting is dat dit eind 2005 wel het geval zal zijn. Verbeterpunten:

- Inzichtelijk maken van de toets aan het Bouwbesluit. Aanbevolen wordt zo spoedig mogelijk de module van het CKB voor het Bouwbesluit in te passen. Het CKB heeft een toetsingsprotocol ontwikkeld waarbij alle aspecten worden getoetst, maar waar de intensiteit van toetsing per aspect kan verschillen. De gemeente heeft reeds aangegeven hiervoor belangstelling te hebben.
- Het toezicht op verleende bouw- en sloopvergunningen tijdens de bouw en sloop dient structureel plaats te vinden.
6.2.2 Handhaving Bouwen en Ruimtelijke Ordening
De uitvoering van de handhaving vindt sinds het vorige onderzoek in 2001 nog steeds plaats volgens het piepsysteem. Aan de aanbeveling uit het onderzoek van 2001 om de handhaving actief op te pakken is nog geen invulling gegeven. Invoering van een meer structurele benadering wachtte op vaststelling en invoering van het beleidskader. De start en invoering van het beleidskader was niet eerder te verwachten dan het eerste kwartaal van 2003. Het is nu 2005 en het handhavingsbeleid is nog steeds niet vastgesteld. Hierdoor is er ook nog geen handhavingsprogramma opgesteld. Binnen de afdeling ROEZ is geen capaciteit beschikbaar om invulling te geven aan de handhaving. De handhaving van de bestemmingsplannen wordt uitgevoerd door de afdeling BWO. Handhaving van bestemmingsplannen vond de afgelopen jaren veelal ad-hoc plaats. Er werd slechts gereageerd op klachten. Wanneer een bepaalde zaak wordt opgepakt gebeurt dit in overleg. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er voor inhoudelijke en juridische ondersteuning bij ROEZ wordt aangeklopt. Toezicht en handhaving van de bestaande voorraad vindt nu nog steeds plaats op basis van het piepsysteem. Vorig jaar zijn op dit gebied twee controles uitgevoerd. Toezicht en handhaving in afwijking van de vergunning vindt wel plaats, aangezien er op de verleende vergunningen over het algemeen wel toezicht wordt uitgevoerd. Dit geldt ook de voor de verleende sloopvergunningen en het toezicht op slopen waarbij asbest aan de orde is. Tot de inwerkingtreding van het handhavingsbeleidplan staan er geen geplande controles op het bouwen en slopen zonder vergunning. Er wordt slechts opgetreden volgens het piepsysteem. Dit houdt in dat de gemeente optreedt in die gevallen waarin een schriftelijk handhavingsverzoek wordt ingediend of in de gevallen die de bouwplanbeheerders op de route ontdekken. Oordeel
Onvoldoende. De uitvoering van de handhaving blijft achter. Dit wordt mede veroorzaakt door het ontbreken van beleid en het stellen van prioriteiten.
Verbeterpunt
Het inmiddels vastgestelde handhavingsbeleid zo spoedig mogelijk uitvoeren. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 21/24 6.3 Milieu
6.3.1 Milieujaarverslag
Het milieujaarverslag voor 2004 is nog een concept. Ten tijde van het onderzoek kon het definitieve exemplaar nog niet worden overgelegd. De vaststellingsprocedure is nog niet doorlopen. Evenmin is het officieel aangeboden aan de raad en toegestuurd aan de VROM-Inspectie. Inhoudelijk wordt in het verslag aandacht besteed aan de uitvoering van de in de Wet Milieubeheer vermelde milieutaken. Aan termijnoverschrijding en oorzaken daarvan is aandacht besteed. Per door de gemeente gedreven inrichting die onder het regiem van de Wet Milieubeheer valt is de laatste stand van zaken weergegeven. De uitvoering van het toezicht en de handhaving is in aantal en resultaat opgenomen in het concept verslag.
Oordeel
Het oordeel is dat inhoudelijk aan deze taak op adequate wijze invulling wordt gegeven. Tekortkomingen zijn van procedurele aard.
Verbeterpunt
Het verslag dient zo spoedig mogelijk te worden vastgesteld, aan de raad te worden aangeboden en aan de VROM-inspectie te worden gezonden.
Aanbeveling
De uitvoering van deze taak beter in de organisatie borgen zodat de beleidscyclus ook daadwerkelijk wordt afgemaakt.
6.3.2 Vergunningverlening en behandeling meldingen 8.40 en 8.19 Wm Tijdens het dossieronderzoek is gebleken dat bij het verlenen van milieuvergunningen de wettelijk vereiste procedures worden gevolgd. Er is een actueel en dekkend inrichtingbestand dat ook inzicht verschaft in de situering van risicovolle objecten (zie ook externe veiligheid). Er wordt van verschillende informatiebronnen gebruik gemaakt om de actualiteit en volledigheid van het inrichtingenbestand zo optimaal mogelijk te waarborgen, zoals:

- de informatie die de vergunningverleners/handhavers krijgen van de inrichtingen;
- de oor- en oogfunctie van de medewerkers van de afdeling Milieu tijdens controles door de gemeente;
- overzichten van alle bouwvergunningaanvragen;
- bijhouden van bedrijfsmutaties in de lokale krant;
- regelmatig doorlopen, bijhouden van het bedrijfsbestand. Het geautomatiseerde bestand (BBM) bevalt prima en alle relevante gegevens kunnen op eenvoudige wijze worden gegenereerd. Op de afdeling is daarvan een kleine demonstratie gegeven. Tijdens de demonstratie bleken enkele kleine onvolkomenheden die te maken hebben met aanloopproblemen vanwege de overstap van BBMT naar BBM in juni/juli vorig jaar. Het is mogelijk vergunnings- en controleprojecten te koppelen aan de verschillende medewerkers. In principe is de betreffende medewerker zelf verantwoordelijk voor de voortgang. Het systeem voorziet in een termijnbewaking. De termijnbewaking is geborgd in de vorm van het bespreken van de uitdraai van verlopen termijnen controles/hercontroles en vergunningverlening. Bespreking daarvan vindt plaats in het bedrijvenoverleg milieu (BOM) dat 1 keer in de 2 weken wordt gehouden. Hiervoor is de juridisch beleidsmedewerker/ coördinator bedrijven in principe verantwoordelijk. Procedures worden gevolgd en van overschrijding van termijnen is slechts in uitzonderingsgevallen sprake.
Waar mogelijk vindt binnen 3 maanden een opleveringscontrole plaats. Dit lukt echter lang niet altijd, hetgeen voornamelijk te maken heeft met het feit dat de betreffende inrichting nog niet gereed is. In de beoordeelde milieuvergunningen zijn alle milieuaspecten afgewogen en gemotiveerd in de overwegingen opgenomen. Van het vooroverleg wordt een kort verslag gemaakt. Aan de verruimde reikwijdte wordt, voorzover mogelijk, inhoud gegeven en ter bescherming van het milieu wordt gewerkt met actuele voorschriften. Men heeft zelf een voorschriftenpakket samengesteld. Vergunningen worden actueel gehouden, waarbij de eerder aangegeven volgorde wordt aangehouden.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 22/24 Het beeld voor de behandeling van meldingen 8.40 en 8.19 komt overeen met het beeld voor de vergunningverlening Oordeel
De vergunningverlening en de behandeling van meldingen is op adequaat niveau. 6.3.3 Bouwstoffenbesluit
Uitvoering van de taken op grond van het bouwstoffenbesluit zijn in het afdelingsplan en de begroting terug te vinden. Voor 2004 zijn 40 meldingen gepland en 150 controles grondverzet/bouwstoffenbesluit. De meldingen zijn verifieerbaar getoetst zo blijkt uit dossieronderzoek.De gemeente Hoogezand-Sappemeer heeft inzicht in haar eigen werken, zo blijkt uit het grote aantal meldingen voor projecten in opdracht van de gemeente. Registratie en beoordeling van de toepassing van bouwstoffen vindt plaats. Specifiek met deze taak is een medewerker van de afdeling milieu belast. Deze medewerker houdt ook toezicht op meldings- en niet meldingsplichtigen. In het verslag over 2004 zijn de resultaten van de inspanningen betreffende deze taak terug te vinden.Met name de toepassing van AVI-bodemas op het industrieterrein Westerbroek, het grondverzet (regeling grondverzet) in het centrum van Hoogezand en de uitbreiding Vosholen heeft veel tijd in beslag genomen. Het aantal controles is toegenomen tot 170 ten opzichte van 120 in 2003. Het aantal meldingen is ten opzichte van 2003 met 10 toegenomen tot 53. Oordeel
Deze taak wordt op adequaat niveau uitgevoerd.
6.3.4 Bodem, riolering en afvalwater
Ernstige vormen van bodemverontreiniging worden aan de provincie gemeld. Blijkens het rioleringsplan bestaat er inzicht in de huishoudelijke en bedrijfsmatige bodemlozers en in de getroffen voorzieningen om verontreiniging te voorkomen. Er wordt niet geheel voldaan aan de reductie van de vuiluitworp uit het riool. Dit heeft te maken met een onjuiste aanname van het verharde oppervlak. In het operationeel programma wordt wel aangegeven op welke wijze het probleem zal kunnen worden opgelost. Er wordt vanuit gegaan dat door het bouwen van een nieuwe zuiveringsinstallatie bij de AVEBE aan de Energieweg te Foxhol een wijziging in de afvalstromen kan worden bewerkstelligd waarmee wel aan de basisinspanning kan worden voldaan. Onderzoek samen met het waterschap zal dat in de komende maanden moeten uitwijzen. Risicovolle overstorten komen in het rioolsysteem van Hoogezand-Sappemeer niet voor. Er wordt niet voldaan aan de verplichting om per 01-01-05 de ongezuiverde lozingen op bodem en oppervlaktewater geheel gesaneerd te hebben. Uit het operationeel programma riolering 2005-2006 van de gemeente Hoogezand-Sappemeer blijkt dat er 90 percelen zijn die niet op de riolering zijn aangesloten. Wel spant de gemeente zich in sanering zo spoedig mogelijk alsnog te realiseren. Daarbij wordt inhoud gegeven aan de verbrede zorgplicht. Inwoners wordt de mogelijkheid geboden een IBA, klasse 2 voorziening aan te leggen via het project " Westerwolde schoon" waarin ook de provincie en het waterschap participeren. Voor de op dit moment niet gerioleerde percelen heeft de gemeente van de provincie een ontheffing gekregen tot uiterlijk 2008.
Oordeel
Deels adequaat
Verbeterpunt
Het onderzoek dat samen met het waterschap wordt uitgevoerd naar een nieuwe zuiveringsinstallatie en de mogelijkheid deze in te zetten ten behoeve van de reductie van de vuiluitworp uit het riool dient zo spoedig mogelijk te worden afgerond.
Aanbeveling
Het project "Westerwolde Schoon" voor het realiseren van IBA´s voortvarend oppakken en afronden. VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 23/24 6.3.5 Externe veiligheid en luchtkwaliteit
In het milieuprogramma (2004) is nog geen informatie opgenomen over externe veiligheid. Wel worden milieu en brandweer inmiddels intensief betrokken bij het opstellen van de veiligheidsparagraaf in bestemmingsplannen. Er wordt meegedaan aan het traject risicokaart van de provincie. Op de provinciale risicokaart is een actueel overzicht opgenomen van risicovolle gebieden/inrichtingen en transportroutes. De gemeentelijke website heeft een link naar deze risicokaart. Het gaat daarbij om 12 inrichtingen en 3 transportroutes. De gemeente is druk doende de risicocontouren van het plaatsgebonden risico in beeld te brengen en het groepsrisico te berekenen. Zodra dit bekend is zal een en ander een vertaling/doorwerking krijgen in de bestemmingsplannen in de vorm van zoneringen en contouren. Voor wat betreft de Luchtkwaliteit is er in Hoogezand-Sappemeer, met uitzondering van fijn stof, nog geen probleem. Voor wat betreft fijn stof zullen met name maatregelen op rijksniveau er toe moeten leiden, dat aan de normen wordt voldaan. In een brief in maart 2005 heeft de provincie Groningen toegezegd dat ten behoeve van het opstellen van ruimtelijke plannen en de toets aan het Besluit Luchtkwaliteit voor gemeenten de aanwezige gegevens over de luchtkwaliteit ter beschikking zullen worden gesteld. Het wachten is nog op deze informatie. In Hoogezand-Sappemeer zullen voor het verkeer de (geringe) overschrijdingen in 2005 in 2010 gesaneerd zijn op basis van de huidige verkeersvoorspellingen. Oordeel
Aangezien sanering en doorvertaling in bestemmingsplannen nog niet heeft kunnen plaatsvinden, maar de gemeente daar wel de benodigde voorbereidingen voor treft is de uitvoering inzake externe veiligheid deels adequaat. De uitvoering met betrekking tot luchtkwaliteit is adequaat te noemen. Aanbeveling
De vertaalslag naar bestemmingsplannen zo spoedig mogelijk afronden en saneringen zo snel mogelijk oppakken.
6.3.6 Toezicht en handhaving
De milieucontroles bij inrichtingen en bij werken vinden gestructureerd plaats. Het geautomatiseerde inrichtingenbestand vormt hiervoor de basis. Het gehanteerde systeem (BBM) maakt het mogelijk controles in te plannen, vergunningprocedures te volgen en overzichten te geven van verrichte werkzaamheden. Uit dossieronderzoek is gebleken, dat de naleving van vergunningplichtige inrichtingen en werken wordt getoetst aan de vergunning/melding. Bij geconstateerde tekortkomingen/overtredingen wordt conform de onderschreven handhavingsstrategie opgetreden. Uit de dossiers blijkt een consequente uitvoering op dit punt. Uit interviews is gebleken, dat het slechts zeer incidenteel tot invordering van opgelegde dwangsommen komt. Oorzaak is dat de onvolkomenheden/overtredingen tijdig worden verholpen. De gemeente publiceert het opleggen van een dwangsom. Opgemerkt is, dat bedrijven dit over het algemeen niet prettig vinden en dus publicatie proberen te voorkomen. Een actie die wellicht ook door andere gemeenten kan worden gebruikt om naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Voor wat betreft het milieuverslag kan worden gesteld dat daarin jaarlijks de informatie betreffende meldingen en controles is opgenomen.
Oordeel
Dit onderdeel wordt op adequate wijze uitgevoerd. Een van de aspecten (publicatie dwangsombeschikking) kan mogelijk als voorbeeld dienen voor andere gemeenten teneinde naleving van wet- en regelgeving te bevorderen.
VROM-Inspectie Onderzoek VROM regelgeving gemeente Hoogezand-Sappemeer Pagina 24/24 BIJLAGE 1 Samenvatting oordeel
Adequaat Deels adequaat
Onvol
doende Slecht Niet
onderzocht
Verbeter punten
Bouw
Beleid BWT-taken
Brandveiligheidsbeleid
Handhavingbeleid bouw Uitvoeren
Uitvoeringprogramma bouw
Handhavingprogramma bouw
Procedure vergunningverlening
Inhoud bouwvergunning
Toets Bb inzichtelijk
maken
Gebruiksvergunningverlening
Sloopvergunningverlening
Bouwhandhaving
Klachtenbehandeling
Administratieve organisatie bouw
Milieu
Milieubeleidsplannen .
Handhavingsbeleid milieu Uitvoeren
Uitvoeringsprogramma milieu
Vergunningverlening Wm
Uitvoering Bouwstoffenbesluit
Afvalstoffenverordening
Gescheiden inzameling
Rioleringsbeheer
Externe Veiligheid
Lozingenbesluit
Bodemtaken
BOOT
Milieuhandhaving
Handhaving bouwstoffenbesluit
Klachtenbehandeling
Administratieve organisatie milieu
Ruimtelijke ordening
Beleidsregels RO Bel. recrwoningen
invullen
Actualiseringsprogr.best.plannen
Handhavingprogramma RO Opstellen en
uitvoeren
Bestemmingsplannen
Art. 30 aanpassingen
Aanlegvergunningverlening
Vrijstellingsverl. Art. 19 lid 1
Art. 19 lid 2
Art. 19 lid 3
Art. 17
Art. 15
Handhaving bestemmingsplannen Concreter
invullen
Handhaving art. 17
Klachtenbehandeling
Administratieve organisatie RO
Samenvatting oordeel
Bouw
Milieu
Ruimtelijke Ordening
VROM-breed