Raad voor de Journalistiek

Uitspraak vastgesteld d.d. 25 juli 2005
door mr. A. Herstel, voorzitter, prof. dr. mr. B. de Gaay Fortman, mw. drs. M.G.N. Mathot en mw. mr. H.M.A. van Meurs, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L. Egmond, plaatsvervangend secretaris.

H. Nieuwenhuis en S. Nieuwenhuis / A. Groot en de hoofdredacteur van Panorama
Uitspraak: ongegrond
De klacht is gericht tegen het artikel ¡§Makelaar of Zwendelaar?¡¨ en de publicatie van een paginagrote foto van H. Nieuwenhuis, waarbij de afbeelding van zijn gezicht met een zogeheten scramble-techniek is bewerkt. In het artikel wordt aan de orde gesteld dat klagers betrokken zouden zijn bij wanpraktijken op het gebied van bemiddeling bij aan- en verkoop van onroerend goed in Polen. De Raad stelt voorop dat het maatschappelijk relevant en journalistiek geboden kan zijn om journalistiek onderzoek te verrichten naar de mogelijke betrokkenheid van klagers bij onoorbare praktijken. Het is immers de taak van de pers om misstanden aan de kaak te stellen. Daarbij dient een journalist zorgvuldig te werk te gaan en moet een eventuele publicatie met feiten worden onderbouwd.
Voor de gemiddelde lezer is het voldoende duidelijk dat het artikel grotendeels de visies behelst van twee daarin genoemde personen. Dat neemt niet weg dat verweerders een eigen verantwoordelijkheid hebben de door hen verkregen informatie te wegen en te toetsen. Uit hetgeen door verweerders ter zake is aangevoerd en de stukken die zij hebben overgelegd, heeft de Raad de overtuiging gekregen dat het door hen verrichte onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest. Niet is gebleken dat het artikel relevante onjuistheden bevat.
Verder heeft H. Nieuwenhuis zowel een mondelinge als schriftelijke reactie gegeven op de gedane beschuldigingen. De reactie is prominent opgenomen in een apart kader. Bovendien hebben klagers desgevraagd ter zitting erkend dat de weergave van de reactie juist is. De Raad acht het begrijpelijk en niet ontoelaatbaar om iemand die als tussenpersoon bemiddelt bij aan- en verkoop van onroerend goed aan te duiden met de term ¡¥makelaar¡¦. Gelet op de aard van de vermeende wanpraktijken van klagers is het gebruik van de term ¡¥zwendelaar¡¦ evenmin ontoelaatbaar. Bovendien is de kop vervat in een vraag, die door de strekking en inhoud van het artikel wordt gelegitimeerd. Er is geen journalistieke norm die meebrengt dat in een kop geen vraagteken zou mogen worden gebruikt, zoals klagers hebben betoogd. De kop "Makelaar of zwendelaar?" is derhalve niet onzorgvuldig. Voorts is de Raad van oordeel dat met de praktijk van het 'scramblen' van foto's in gevallen als de onderhavige geen journalistiek belang is gediend en dat dit derhalve geen aan te bevelen methode is. De Raad meent echter dat een onherkenbaar gemaakt portret niet zonder meer de afgebeelde persoon criminaliseert. Daarbij komt dat indien een portret is afgebeeld op een wijze die herkenning normaal gesproken uitsluit, in beginsel niet kan worden gezegd dat de afgebeelde persoon door de publicatie van zijn portret in zijn belang is geschaad. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd zou moeten worden dat publicatie van de bewerkte foto journalistiek onzorgvuldig is, zijn gesteld noch gebleken.
Gelet op het voorgaande bestaat er voorts geen grond voor de conclusie dat verweerders ten onrechte hebben nagelaten een rectificatie te plaatsen. (vgl. RvdJ 2005/34 en RvdJ 2004/84) Trefwoorden:
-Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
-Privacy: foto¡¦s, portretten

-Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/38

---