Partij van de Arbeid


Den Haag, 22 augustus 2005


Vragen van de leden Depla en Verbeet (beide PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid


over openbaarheid kostenverdeling overgangsregeling nieuwe vroegpensioenregeling van het ABP


1. Is het bericht in de Volkskrant juist dat het ABP niet bereid is openbaar te maken hoeveel de overgangsregeling van de nieuwe vroegpensioenregeling voor deelnemers die na 1950 zijn geboren, kost? Is het juist dat het ABP niet openbaar wilt maken hoe deze kosten over de verschillende groepen deelnemers (leeftijdscohorten, inkomensgroepen, nabestaanden) verdeeld wordt?


2. Bent u met de leden van de PvdA-fractie van mening dat samen sparen voor de oude dag een profijtelijke vorm van solidariteit is? Zo ja, deelt u dan de opvatting van de leden van de PvdA-fractie dat voor het in stand houden van deze profijtelijke vorm van solidariteit tussen en binnen de generaties transparanties over verdeling van de lusten en lasten noodzakelijk is? Bent u tegen die achtergrond met ons van mening dat het goed zou zijn als het ABP deze verdeling van de lasten en lusten van de nieuwe vroegpensioenregeling openbaar zou maken? Zo nee, waarom niet. Zo ja, wat kunt u doen om als een van de grootste deelnemende werkgevers in het ABP-bestuur deze openheid te bevorderen?


3. Sluit deze openheid ook aan bij de ook door de regering gewenste vergroting van de transparantie en corporatie gouvernance van pensioenfondsbesturen? Zo ja, bent u dan bereid om het ABP te bewegen openbaar te maken hoe hoog de kosten zijn van de overgangsregeling en hoe deze rekening verdeeld wordt over de verschillende generaties en inkomensgroepen?


Column Het spel en de knikkers dd 20 augustus 2005