Gemeente Den Haag

augustus 2005
Admiraliteit vaart symbolisch weg uit Den Haag (22 augustus)

Een sloep met twaalf adelborsten van het Koninklijk Instituut voor Marine roeit op dinsdag 23 augustus om 10.45 uur in aanwezigheid van de voltallige Admiraliteitsraad van de marine de historische voorzittershamer van deze raad Den Haag uit. Deze ceremonie, die plaatsvindt in Laakhaven op de hoek van de Goudriaankade en de Fijnjekade bij de Laakbrug, symboliseert het vertrek van de Admiraliteits-raad uit Den Haag naar Den Helder. Dit als gevolg van de bestuursvernieuwingen bij Defensie, waarbij per 5 september aanstaande de functies van de bevelhebbers van marine, land- en luchtmacht verdwijnen. De Admiraliteitsraad is het hoogste besluitvormings- en adviesorgaan van de Koninklijke Marine.

De voorzittershamer van de Admiraliteitsraad heeft de vorm van een 17e eeuwse breeuwhamer. Deze werd gebruikt voor het met pek en hennep waterdicht maken van de naden in de scheepshuid, het zogenoemde breeuwen. De hamer is in het verleden vervaardigd uit hout afkomstig van verschillende historische schepen : een 15e eeuwse Bremerkogge (het oudste nog bestaande Europese handelsschip); Hr.Ms. Buffel een 19e eeuws ramschip en Hr. Ms. Urania, het opleidingskorvet van de Koninklijke Marine uit de tweede helft van de 19e eeuw.

Na afloop van de laatste Admiraliteitsraad in Den Haag zal de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, vice-admiraal R. Klaver, in Laakhaven de voorzittershamer overhandigen aan de sloepcommandant. De adelborsten zullen daarna richting Den Helder roeien. Met deze plechtigheid komt een definitief einde aan de relatie tussen de Admiraliteitsraad en Den Haag.

Nederland kent al admiraliteitsraden sinds de Gouden Eeuw, toen Nederland
vijf admiraliteiten telde (Amsterdam, Enkhuizen, Harlingen, de Maze en Vlissingen). Bij de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 kreeg Nederland één Koninklijke Marine, bestuurd vanuit het Ministerie van Marine in Den Haag, met verschillende hoofddirecties in de havensteden. Eind negentiende eeuw kwam er in plaats van de verschillende hoofddirecties één marinestaf in Den Haag. Na de Tweede Wereldoorlog werd de historische term Admiraliteitsraad weer gebruikt voor het overlegcollege dat vanuit Den Haag de grote lijnen van het marinebeleid uitzette.