Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


Bewijs bottleneck in EPO-zaak Lance Armstrong(24-08-2005)

Het nieuws dat in oude urinemonsters van 7-voudig Tour de France winnaar Lance Armstrong EPO zou zijn aangetroffen, heeft voor veel opschudding gezorgd. Voordat kan worden gespeculeerd over het schrappen van de Tourzege, dient eerst een aantal vragen te worden beantwoord. Ten eerste, in hoeverre betreft het hier wetenschappelijk hard bewijs, en ten tweede, welke mogelijkheden zijn er om Armstrong eventueel nog te vervolgen? Een nadere beschouwing.

Wat zijn de feiten?
Het Franse dopinglaboratorium (Laboratoire National de Dépistage du Dopage) onder leiding van Professor Jacques de Ceaurriz heeft in het kader van een wetenschappelijk onderzoek in opdracht van WADA, een aantal ingevroren B-monsters onderzocht. Onder deze monsters, die zijn afgenomen in 1998 en 1999, bevinden zich urinemonsters uit de Tour de France van 1999.
In een aantal daarvan (12 monsters) blijken nu sporen van EPO te zijn aangetroffen. Het gebruik van EPO was in 1999 weliswaar verboden, maar toen was het nog niet mogelijk deze stof op te sporen. Om deze reden zijn de A-monsters, die toen immers negatief waren, niet bewaard. In hoeverre het mogelijk is op monsters uit die tijd nog even harde uitspraken te doen als over recent afgenomen en geanalyseerde monsters, is op voorhand niet te zeggen.
Het Franse sportblad L'Equipe stelt dat het heeft weten te achterhalen dat zes van de 12 monsters van Lance Armstrong zijn. Dit wekt bevreemding aangezien dopinglaboratoria nimmer de namen van sporters kunnen koppelen aan de nummers op de monsters. Dit laatste is ook bevestigd door De Ceaurriz. Dat L'Equipe die koppeling wel kan maken, is merkwaardig. Vooralsnog is ook niet duidelijk wie officieel op de hoogte is gesteld van de bevindingen van het onderzoek; waarschijnlijk is alleen het Franse Ministerie van Sport (waaronder het laboratorium valt) officieel geïnformeerd.

Wie kan actie ondernemen?
Als inderdaad vast komt te staan dat de van Armstrong afkomstige urinemonsters EPO bevatten, is de vervolgvraag welke juridische stappen nog tegen de Amerikaan kunnen worden ondernomen. Uitgangspunt is dat de controles zijn afgenomen in Frankrijk tijdens de Tour de France. Als gevolg hiervan hebben zowel de Franse overheid als de UCI (de internationale wielrenunie) juridische zeggenschap over eventuele dopingzaken. Op basis van de nationale dopingwetgeving kan de Franse overheid, zolang de overtreding niet is verjaard, Armstrong vervolgen wegens overtreding van het verbod op dopinggebruik. De regels van de UCI schrijven voor de vervolging nog acht jaar nadat de overtreding gepleegd is, kan worden gestart. Dopinggebruik in de Tour van 1999 valt ruimschoots binnen deze termijn. In beide gevallen echter, moeten wel hobbels inzake de bewijslast worden weggenomen.

Het wereld anti-doping bureau WADA lijkt een minder waarschijnlijke kandidaat om juridische stappen te ondernemen tegen de Texaan. WADA heeft immers geen directe bevoegdheid met betrekking tot sporters. De reglementaire bevoegdheid van WADA om beroep aan te tekenen tegen uitspraken van sportbonden en internationale federaties, zet hier ook geen zoden aan de dijk, omdat geen sprake is van een eerdere beschuldiging aan het adres van Armstrong. WADA kan wel de onderzoeksrapporten opvragen en druk uitoefenen op instanties die wél gemachtigd zijn de Tourwinnaar in staat van beschuldiging te stellen wegens dopinggebruik.
Een niet onbelangrijke partij in dit geheel is USADA. Dit Amerikaanse anti-doping bureau heeft zich de afgelopen jaren een toegewijd dopingbestrijder getoond en zou wellicht niet schromen de pijlen te richten op Lance Armstrong. USADA procedeert momenteel tegen de sprinter Tim Montgomery in een zaak die aan het rollen kwam als gevolg van de THG/BALCO-affaire. In de zaak Montgomery is net als de zaak Armstrong, geen sprake van een reguliere positieve uitslag na een dopingcontrole. Bij de voormalig wereldrecordhouder op de 100 meter gaat het om een `dopingconspiracy' die jaren geleden heeft plaatsgevonden. Daarmee toont USADA aan ook dopingzaken uit een (ver) verleden op te durven pakken. Ook hier geldt de verjaringstermijn van acht jaar.

Problemen in de bewijsvoering
Er kan een logisch bezwaar worden aangevoerd tegen het alsnog instellen van vervolging inzake Armstrong. De EPO zou gevonden zijn in de B-monsters. Dit wil allereerst zeggen dat de uitslag van de dopingcontrole sowieso negatief is geweest. Een monster kan namelijk alleen positief worden verklaard als het A-monster die indicatie geeft. Daarnaast geldt nog eens de eis dat bij een positief A-monster ook een B-monster geanalyseerd moet kunnen worden. Kan geen dergelijke contra-expertise worden uitgevoerd, dan kan het initiële onderzoeksresultaat niet worden bevestigd en kan reglementair gezien geen sprake zijn van een positief analyseresultaat.

Op grond van bovenstaande zou de conclusie moeten luiden dat Armstrong zich geen zorgen hoeft te maken, wat op het eerste gezicht inderdaad het geval lijkt. Wellicht bestaan echter enkele achterdeuren via welke de nieuwe controleresultaten alsnog gebruikt kunnen worden door de dopinginstanties. Als er een manier is te vinden om het huidige onderzoek van de B-monsters van Armstrong toch toe te laten als geldig bewijs, behoort vervolging in 2005 voor mogelijk dopinggebruik in 1999, tot de mogelijkheden.
De World Anti-Doping Code creëert namelijk min of meer een achterdeur door te stellen dat feiten die verband houden met overtredingen van dopingregels, bewezen kunnen worden met elk betrouwbaar middel. In het Armstrong-scenario zou dit betekenen dat de nieuwe onderzoeksresultaten, ondanks het feit dat er geen contra-expertise mogelijk is, eventueel toch gebruikt mogen worden, mits zij wetenschappelijk voldoende hard zijn. Ook in Frankrijk zou men gebruik kunnen maken van een dergelijk constructie om de onderzoeksresultaten onder wettelijke aanvaardbaar bewijs te brengen.

De hamvraag is dan natuurlijk of de (doping)autoriteiten in Frankrijk en de Verenigde Staten, dit soort kunstgrepen wil toepassen en dit ongetwijfeld lange en harde juridische gevecht met de advocaten van Armstrong wil aangaan. Pas daarna zijn kwesties als het schrappen van wedstrijdresultaten aan de orde.