Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

Groot Europees congres ruimtelijke wetenschappers aan de VU

Waarom willen mensen bij een vulkaan of zeven meter onder de zeewaterspiegel wonen? Hoe kunnen we stedelijke groei in jonge, snel groeiende economieën in goede banen leiden? Deze vragen komen aan bod op het 45e Europese congres van de Regional Science Association International (RSAI) dat van dinsdag 23 tot en met zaterdag 27 augustus plaatsvindt aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op dit congres komen ruim zevenhonderd geografen, economen, planologen en verkeerskundigen uit binnen- en buitenland bijeen om nieuwe ontwikkelingen in de ruimtelijke wetenschappen te bespreken. Het thema 'Grondgebruik en watermanagement in een duurzame netwerksamenleving' staat centraal, maar in 650 presentaties komen ook vele andere ruimtelijke vraagstukken aan bod.

Tijdens de openingssessie op woensdag gaat Peter Nijkamp, voorzitter van NWO en hoogleraar Regionale economie aan de VU, in op de vraag waarom mensen op risicovolle plaatsen willen wonen en of dit irrationele gedrag in rationele economische theorie te vangen is. VU-hoogleraar Ruimtelijke informatica en Geodan-directeur Henk Scholten belicht de bijdrage die ruimtelijke informatica kan leveren aan dit planningsvraagstuk. Patrick Poelmann, gedeputeerde van de Provincie Noord Holland, behandelt de beleidsmatige aspecten. RSAI-voorzitter, Prof.dr. B. Stimson van de University of Queensland, plaatst het vraagstuk op de internationale onderzoeksagenda.

Op donderdag is het woord aan de wereldberoemde ruimtelijk economen Prof. dr. J. Vernon Henderson en Prof. dr. Jacques F. Thisse. Henderson gaat in op de relatie tussen economische groei, stadsvorming en stedelijke groei. Dit thema is van groot belang voor jonge, snel groeiende economieën, waar stedelijke gebieden zich razendsnel ontwikkelen. Thisse geeft een aanzet voor een model dat globalisering beschouwt vanuit de handels- en communicatiekosten. Volgens hem werd de eerste fase van globalisering (voor de Eerste Wereldoorlog) veroorzaakt door de enorme daling in de transportkosten. De tweede fase, kort na de Tweede Wereldoorlog, werd ingegeven door een sterke daling in de handelstarieven en communicatiekosten.