Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
20 juli 2005 AM/AMI/05/57245 nr. 2040518540
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Verburg en Bruls 14 september 2005

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Verburg en Bruls (beiden CDA) over Polenconstructies in de champignonkwekersbranche.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

2040518540

Vragen van de leden Verburg en Bruls (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Polenconstructies in de champignonkwekersbranche. (Ingezonden 19 juli 2005)

Vraag 1:
Bent u op de hoogte van de sterke toename van de zogenaamde Polenconstructies in de champignonkwekersbranche, waarbij een teelt wordt gekocht door een Pools bedrijf met rechtspersoonlijkheid, welke Poolse werknemers zonder tewerkstellingsvergunning in dienst heeft en hen onder in Polen geldende arbeidsvoorwaarden in ons land laat oogsten?

Antwoord 1:
De Arbeidsinspectie (AI) treft in de champignonkwekersbranche in toenemende mate illegaal tewerkgestelde Polen aan. Slechts in enkele gevallen betreft dit een zgn. koop-verkoop constructie. In het aantal koop-verkoop constructies is door de Arbeidsinspectie geen (sterke) toename waargenomen.

Vraag 2:
Deelt u de opvatting dat hier sprake is van oneigenlijke en oneerlijke concurrentie met ondernemers die maatschappelijk verantwoord ondernemen door zich te houden aan de Nederlandse regels?

Antwoord 2:
Indien er daadwerkelijk sprake is van een constructie waarbij men zich niet houdt aan de Nederlandse wetgeving, zal er inderdaad sprake zijn van oneerlijke concurrentie.

Vraag 3:
In welke fase bevindt zich het juridische traject om deze zogenaamde SAFIR-constructies te kunnen aanpakken? Wanneer kunt u hierover definitief duidelijkheid geven?

Antwoord 3:
De constructie, waarbij agrarische producten van tevoren (op papier) aan een buitenlandse onderneming worden verkocht, waarna de koper deze met eigen personeel komt oogsten, is bekend onder verschillende namen. De Arbeidsinspectie treedt hier sinds 1994 tegen op in samenwerking met o.a. UWV, Belastingdienst en FIOD-ECD. Dit heeft geleid tot vele onderzoeken bij tuinders die misbruik maakten van deze constructie en tot veroordelingen in de vorm van gevangenisstraffen tot 4 jaar en boetes en naheffingen ter hoogte van tientallen miljoenen euro's.

De strafrechtelijke aanpak uit het verleden leidde veelal tot langdurige juridische procedures.

De concrete zaak, waarover eerder aan u bericht is1, is sinds 2001 onder de strafrechter en bevindt zich thans in de beroepsprocedure bij het Gerechtshof. Een zittingsdatum voor de inhoudelijke behandeling van dit beroep is nog niet bekend. In mei 2005 is door de politierechter uitspraak gedaan in twee strafrechtelijke zaken tegen tuinders die van een dergelijke constructie gebruik maakten. Hierbij zijn geldboetes opgelegd van in totaal 20.500. Met de introductie van de bestuurlijke boete in de Wav per 1 januari 2005 wordt de duur van de procedure aanzienlijk verkort. Overigens wijzigt de vorm van de constructies steeds en worden ze steeds ingewikkelder, waardoor een effectieve bestuursrechtelijke aanpak steeds meer wordt bemoeilijkt. De Arbeidsinspectie en andere betrokken diensten blijven alert op deze wijzigingen en op de mogelijkheden om doelmatig en effectief tegen deze constructies op te treden.

Vraag 4:
Bent u bereid om in overleg met de Zuidelijke Land en Tuinbouworganisatie die vrij goed in beeld heeft om welke bedrijven het gaat, de Arbeidsinspectie op korte termijn scherp en gericht in te zetten om de illegale en ongeoorloofde praktijken in de champignonkwekersbranche aan te pakken en te ontmoedigen?

Antwoord 4:
Er is zeer regelmatig contact met vertegenwoordigers van de Land- en Tuinbouwbranche, waaronder de ZLTO. Mede gezien de oneerlijke concurrentie wordt een bijdrage in de bestrijding van deze praktijken door een branche-organisatie op prijs gesteld. Hierbij is de informatie over frauduleuze praktijken een van de middelen.
De Arbeidsinspectie heeft in de afgelopen maanden 20 controles bij champignonkwekerijen in de desbetreffende regio uitgevoerd. Daarbij zijn zeven boeterapporten voor overtreding van de Wav opgemaakt tegen werkgevers. De Arbeidsinspectie blijft ook de komende maanden alert controleren in de land- en tuinbouw.

Vraag 5:
Is het mogelijk daarbij gebruik te maken van de mogelijkheden van omkering van de bewijslast, waardoor de inzet van de Arbeidsinspectie doelmatiger en effectiever kan zijn?

Antwoord 5:
Zoals ik in de brief van 8 juni (TK 2004-2005, 17050, nr. 300) heb weergegeven, is omkering van de bewijslast een onevenredig zwaar middel in de onderhavige situatie waardoor de juridische houdbaarheid bij de rechter twijfelachtig is.

Vraag 6:


1. Kamervragen met antwoord, TK 2003 ­ 2004, nr. 1250. Vragen van het lid Bussemaker over mogelijke miljoenenfraude met illegalen; Kamervragen met antwoord, TK 2003-2004, nr. 1285. Vragen van de leden Verburg en Rambocus (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het niet optreden van de Arbeidsinspectie bij grootscheepse illegale arbeid.

Bent u bereid daarbij tevens een accent te leggen op de controle van Poolse zelfstandigen zonder personeel?
Antwoord 6:
Uit risicoanalyse en ervaringsgegevens van de Arbeidsinspectie blijkt dat arbeid door (pseudo)- zelfstandigen uit de MOE-landen relatief vaker voorkomt in de land- en tuinbouw en in de bouw, dan in andere sectoren. De Arbeidsinspectie verricht in 2005 naar verwachting ca. 8.000 onderzoeken bij bedrijven en particulieren, waarvan een groot deel in de genoemde sectoren. Een risicoanalyse die specifiek gericht is op Poolse zelfstandigen is gecompliceerder omdat zelfstandigen uit Polen en uit de overige MOE-landen vrij zijn om als zelfstandige in Nederland diensten te verlenen. Een verblijfsvergunning of een formele registratie is hiervoor niet nodig. Als een vreemdeling afkomstig uit één van de zgn. MOE-landen op de werkplek aangeeft een zelfstandige zonder personeel (zzp-er) te zijn, beoordeelt de Arbeidsinspectie aan de hand van de feiten en omstandigheden zoals die tijdens de controle en het daaropvolgende onderzoek worden waargenomen, of er sprake is van overtreding van de Wav. Deze onderzoeken zijn arbeidsintensief en het is vaak moeilijk om de bewijsvoering van pseudo-zzp'ers rond te krijgen.

In de brief aan de Tweede Kamer van 8 juni jl. (TK 2004-2005, 17050, nr. 300) hebben daarom de Staatssecretaris van Financiën en ondergetekende aangegeven voor die gevallen waarbij de AI tijdens een controle stuit op een persoon die zegt zzp-er te zijn, waarbij twijfels bestaan over de status van die betreffende persoon, te gaan onderzoeken of de `werkgever' kan worden verplicht te bewijzen dat sprake is van een "echte" zzp-er (bijvoorbeeld door middel van een overeenkomst, facturen etc.). Hierbij wordt tevens bekeken hoe de bewijslast voor de Arbeidsinspectie kan worden vereenvoudigd.

Vraag 7:
Is het u bekend dat 14- en 15-jarigen niet mogen worden ingezet bij de oogst van champignons? Kunt u duidelijk aangeven wat hiertegen de bezwaren zijn, ook gelet op het feit dat jongeren in andere segmenten van de land- en tuinbouw wel mogen werken? Bent u bereid hierover met de champignonkwekersbranche van gedachten te wisselen?

Antwoord 7:
Ja, het is mij bekend dat 14- en 15-jarigen niet mogen worden ingezet bij de oogst van champignons.
In de regelgeving omtrent kinderarbeid is opgenomen dat kinderen "niet-industriële (hulp)arbeid van lichte aard" mogen verrichten. Daarbij wordt rekening gehouden met de feitelijke werkzaamheden en de omgeving waarin de werkzaamheden worden verricht. Lichte werkzaamheden in de landbouw zijn toegestaan mits de feitelijke omstandigheden waarbij de werkzaamheden worden verricht niet te zwaar zijn. Het plukken van champignons is zelfs voor volwassenen fysiek zwaar en belastend. Het gaat daarbij om werkhoudingen zoals een slechte zithouding, werken met getordeerde rug, langdurig staan, te grote reikafstanden. Gezien de lichaamsbouw van kinderen worden de plukwerkzaamheden op "krukjes of kratjes" verricht en moeten de kinderen te ver reiken. Dit maakt dat dit werk ­ gezien de daaruit voortvloeiende fysieke belasting en kans op onherstelbare schade aan het bewegingsapparaat van onvolgroeide kinderlichamen- niet beschouwd kan worden als van "arbeid van lichte aard". Er is voortdurend contact met brancheorganisaties. Ook is in het kader van het BBC Arboconvenant

Agrarische Sectoren het project Arbeid en Jeugdigen in de Agrarische Sector van start gegaan. In dit project zullen de huidige regels en randvoorwaarden terzake van werkzaamheden die door jongeren verricht mogen worden tegen het licht worden gehouden. De uitkomsten van dit project, waarin het onderzoek naar de fysieke belasting door de Universiteit van Wageningen wordt uitgevoerd, worden in oktober 2005 verwacht en zullen worden betrokken bij het reeds ingezette traject van vereenvoudiging van de wet- en regelgeving in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en de Arbeidstijdenwet mede in het licht van de SER-advisering terzake.