Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: VD. 2005/2453
datum: 13-09-2005
onderwerp: Gekloonde hond

Bijlagen:

Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de antwoorden aan op vragen van het lid de heer Ormel over een gekloonde hond (ingezonden 9 augustus 2005).


* Wat vindt u van de geslaagde poging van Zuid-Koreaanse wetenschappers om een hond te klonen?1

Uit de media heb ik vernomen dat Zuid-Koreaanse wetenschappers de hond gekloond hebben via de techniek van kerntransplantatie. De kennis die hiermee verkregen is, zou kunnen bijdragen aan de voortgang van stamcelonderzoek ten behoeve van medische doeleinden. In Nederland geldt een 'nee, tenzij'-beleid ten aanzien van biotechnologische handelingen bij dieren. Op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is het verboden om zonder vergunning biotechnologische handelingen, waaronder het klonen via kerntransplantatie, bij dieren te verrichten. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan alleen een vergunning verlenen als de biotechnologische handelingen geen onaanvaardbare gevolgen hebben voor de gezondheid of het welzijn van dieren, en tegen de handelingen geen doorslaggevende ethische bezwaren bestaan. Op grond van de berichten in de media kan ik niet beoordelen hoe het beschreven Zuid Koreaanse onderzoek zich verhoudt tot deze aspecten.


* Is het conform uw eerder gedane toezegging, verboden om een gekloonde hond naar Nederland te importeren?

Er is geen nationale of EU-wetgeving van kracht die import van gekloonde dieren verbiedt. Ik heb niet eerder toegezegd om een dergelijk verbod te bevorderen. Wel heb ik in de Landbouw- en Visserijraad van april 2004 de Europese Commissie opgeroepen om op communautair niveau te komen tot een toetsingskader voor ethische aspecten van genetische modificatie van dieren voor voedselproductie, vermaak en sport.


* Wilt u het initiatief nemen om de import naar de Europese Unie van dieren die gekloond zijn voor sport of vermaak, te verbieden?

Bij diverse gelegenheden heeft Nederland bij de Europese Commissie erop aangedrongen om aandacht te besteden aan ethische aspecten van biotechnologische handelingen bij dieren voor voedselproductie, sport en vermaak. In het AO van 17 juni 2004 heeft de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangegeven dat hij op EU-niveau een discussie zal bevorderen over de wenselijkheid en mogelijkheid om ethische aspecten te laten meewegen bij de beoordeling voor markttoelating van genetisch gemodificeerde dieren op grond van richtlijn 2001/18 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu. De staatssecretaris van VROM neemt het initiatief om dit jaar een EU-workshop te organiseren over deze problematiek. De Europese Commissie heeft laten weten dit initiatief te ondersteunen. Doel van de workshop is om met andere lidstaten en de Europese Commissie te bespreken hoe we in Europa met de problematiek willen omgaan.

Gelet op bovengenoemde inzet van Nederland ben ik van mening dat het voorbarig is om nu al te pleiten voor een importverbod. Daarbij moet rekening worden gehouden met de beperkte mogelijkheden hiertoe binnen het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.


* Wilt u het initiatief nemen om in VN-verband te komen tot een ethisch toetsingskader ten aanzien van biotechnologische handelingen bij dieren?

Nederland heeft al initiatieven genomen om in VN-verband aandacht te vragen voor ethische aspecten van biotechnologische handelingen bij dieren voor sport, vermaak en voedsel. Deze initiatieven kunnen bijdragen aan het bevorderen van de discussie over ethische aspecten van biotechnologie bij dieren, die noodzakelijk is om op lange termijn geharmoniseerde internationale toetsingskaders of normen mogelijk te maken.

Nederland heeft er in 2004 voor gepleit om bij het opstellen van de 'Verklaring voor universele normen op het gebied van bio-ethiek en mensenrechten' van de UNESCO specifiek aandacht te schenken aan ethische aspecten van biotechnologische handelingen bij dieren voor sport, vermaak en voedsel. Dit voorstel kreeg weinig steun en werd niet aangenomen. Wel is in de overwegingen bij de Verklaring opgenomen dat mensen een integraal onderdeel uitmaken van de biosfeer en een belangrijke rol hebben bij het beschermen van elkaar en andere vormen van leven, in het bijzonder van dieren. De verklaring wordt in oktober 2005 tijdens de Algemene Ledenvergadering van de UNESCO vastgesteld.

In september 2005 vindt de vierde bijeenkomst van de Codex task force biotechnologie van de Codex Alimentarius plaats. In deze bijeenkomst vindt besluitvorming plaats over nieuwe onderwerpen die de komende 4 jaar nadere aandacht behoeven.

De Europese Commissie en diverse derde landen zullen in deze bijeenkomst pleiten voor het verrichten van inventariserend onderzoek naar de voedselveiligheid van genetisch gemodificeerde dieren en gekloonde dieren. Nederland zal tijdens de bijeenkomst van de Codex Task Force Biotechnologie ervoor pleiten dat specifiek aandacht wordt besteed aan ethische aspecten en de mogelijke schade aan de gezondheid en welzijn van deze dieren.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


1 De Gelderlander, Algemeen Dagblad en De Telegraaf, 4 augustus jl.