1red16010
23-9-2005, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2, 18.40 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER HET PLAN VOOR KINDEROPVANG OP SCHOOL EN OVER VERTROUWEN IN DE POLITIEK
KOCKELMANN:
U bent naast minister-president ook vader. Vindt u het een goed plan om
kinderen van half acht 's ochtends tot half zeven 's avonds op school te
laten zijn, dan wel op de voor-, na- en tussenschoolse opvang?
BALKENENDE:
Van half acht tot half zeven een kind op school laten is wel heel erg lang.
Dat betekent geen contact met de ouders of één van de ouders. Dat vind ik
erg veel. Ik vind het wel goed dat we nadenken over de verbetering van
naschoolse opvang, voorschoolse opvang. De mogelijkheden op zichzelf zijn
goed. Maar als je zou zeggen: je ziet je kind de hele dag niet, daar heb ik
wel mijn eigen opvattingen over ja.
KOCKELMANN:
En wat zijn die eigen opvattingen?
BALKENENDE:
Ik vind dat er altijd tijd en aandacht voor elkaar moet zijn. Natuurlijk
zijn er dan veel mensen dat je zegt: nu even een extra faciliteit benutten.
Natuurlijk kan dat gebeuren. Maar het moet ook zo zijn dat in een goed
gezinsleven men oog heeft voor elkaar. Kijk, het opvoeden van kinderen
betekent ook: met elkaar omgaan.
KOCKELMANN:
Ik vraag het omdat de Kamer de regering heeft gevraagd te zorgen dat dat
kan he? Gaat u dat regelen, als kabinet?
BALKENENDE:
Ik heb zelf de motie gisteren ontraden. Niet omdat we het er niet mee eens
zouden zijn dat er meer mogelijkheden moeten zijn voor opvang. Alleen,
wanneer je zegt: een school moet zorgen voor opvang van half acht tot een
uur of zeven 's avonds, dan is dat een hele lange tijd. De vraag is: kun je
dat scholen zomaar aandoen? Er wordt van directies van scholen al heel veel
gevraagd. Om dat te organiseren, dat is niet niks. Dat is de kant van de
scholen. Maar ook de financiële kant van het geheel .
KOCKELMANN:
Is het wel betaalbaar .?
BALKENENDE:
Is het betaalbaar? En bovendien, als je dat ook nog eens in een heel korte
periode zou moeten realiseren, dan is de vraag of dat kan. Er zijn een
aantal aarzelingen. We zullen in het kabinet uiteraard spreken over deze
motie, maar er zijn wel wat haken en ogen.
KOCKELMANN:
U zegt: we hebben hem ontraden. Gerrit Zalm heeft een keer gezegd: we
voeren hem niet uit.
BALKENENDE:
Het is nog wat vroeg om het zo te zeggen. Ik zeg alleen wel: wanneer we een
opdracht zouden krijgen om binnen anderhalf half jaar er voor te zorgen dat
alle scholen hieraan voldoen en dat zouden we ook nog eens financieel
moeten regelen . dat is een haast onmogelijke opdracht.
KOCKELMANN:
Dus het kan niet eigenlijk?
BALKENENDE:
Onverkort uitvoeren, dat gaat te ver. Ik heb wel gezegd: we zijn als
kabinet bezig met kijken naar mogelijkheden voor versterking van de opvang.
Ik heb ook aangegeven in het debat: ik ben graag bereid om na te denken
over de mogelijkheden. We zullen de Kamer daarover informeren. Maar deze
motie ging wel erg ver.
KOCKELMANN:
Dus: meer opvang, okee, maar deze motie - van half acht 's ochtends tot
half zeven 's avonds - dat is gewoon niet mogelijk?
BALKENENDE:
Als je zegt: het moet binnen zo'n korte periode worden geregeld met grote
financiële consequenties. Wetgevingsverandering komt er trouwens ook nog
eens bij. Dat zijn hele hoge eisen die worden gesteld.
KOCKELMANN:
Het kan niet?
BALKENENDE:
Dat zijn wel hele hoge eisen die worden gesteld.
KOCKELMANN:
Het kan niet, dus?
BALKENENDE:
Het lijkt me heel erg moeilijk, maar zoals gezegd: we zullen de motie
serieus bekijken, in het kabinet spreken we er over en het debat in de
Kamer zal ongetwijfeld worden doorgezet.
KOCKELMANN:
De APB zijn altijd de hoogtijdagen in het parlement; de grote debatten met
de fractievoorzitters op hoofdlijnen. Eén van de termen die daar centraal
stond was 'vertrouwen', of meer in het bijzonder het gebrek daaraan. Denkt
u dat deze Algemene Beschouwingen en uw bijdrage daaraan het vertrouwen in
u en in het kabinet hebben vergroot?
BALKENENDE:
Ik heb mijn best gedaan om aan te geven waarom wij dit beleid voeren,
waarom het nodig is. Want u begrijpt best dat we veel van mensen vragen; in
betrekkelijk korte tijd komen er tal van nieuwe maatregelen: een nieuw
zorgstelsel, de WAO wordt veranderd, de regelgeving wordt veranderd. We
hebben ook tegen de mensen gezegd: het is echt nodig nu even te kiezen voor
loonmatiging. Het is goed om dat uit te leggen. Dus in die hoop ik dat het
betoog dat ik heb gehouden ook zal gaan landen en mensen inzien waarom het
kabinet beleid voert, zoals het het voert. Dan zal later blijken of dat
vertrouwen ook wordt gedeeld in de bevolking.
KOCKELMANN:
Maar mijn vraag was of u het idee had dat het had geholpen?
BALKENENDE:
Ik denk dat ik mijn best heb gedaan om aan te geven waarom we doen wat we
doen.
KOCKELMANN:
Is het niet een beetje te veel? Bent u niet te ambitieus? Overlaadt u de
mensen niet met veel te veel nieuwe maatregelen?
BALKENENDE:
Het is natuurlijk zo dat wanneer een aantal van de maatregelen die wij nu
voorstellen in het verleden waren gerealiseerd, dan hadden we het nu niet
hoeven te doen. Er wordt in Nederland al jarenlang gesproken over een nieuw
zorgstelsel, al sinds het kabinet-Den Uyl. Ook in de tijd dat het zo goed
ging in Nederland hadden we eigenlijk de zaak moeten regelen. We gaan nu
werken aan een systeem waarin het traditionele onderscheid tussen
ziekenfondsverzekerden en particulier verzekerden wordt opgeheven. Dat is
een lange wens geweest. Dat lukt ons nu. De WAO daar wordt jarenland over
gesproken en de zaak is vooruit geschoven. Wij vinden het nodig om er toch
mee te komen.
KOCKELMANN:
U zegt ook vaak: we moeten het nu regelen, want anders zadelen we volgende
generaties op met problemen. Bent u dan - gezien de vertrouwenscijfers -
niet vergeten om de ouders van die kinderen, de mensen die nu volwassen
zijn en op u en andere mensen stemmen een arm om de schouder te leggen, een
warme jas te bieden, een beetje hulp de bieden in deze tijd.
BALKENENDE:
Dat probeer je natuurlijk ook te doen.
KOCKELMANN:
U heeft niet het gevoel dat u daarin tekort geschoten bent?
BALKENENDE:
Toen in premier werd in 2002. Wat zei de bevolking toen? We maken ons
zorgen over onze veiligheid; we durven de tram of de metro niet meer in. We
zien op het ogenblik, mede door de maatregelen van het kabinet, het met de
veiligheid het in ieder geval de beter kant uit gaat. We zien dat de
oplossingspercentages verbeteren en dat de veiligheidsgevoelens ook de
goede kant uit gaan. We hebben gezegd tegen mensen: u maakt zich zorgen
over wachtlijsten in de zorg, voor onderzoek of opnames. Gelukkig zien we
dat de wachtlijsten zijn teruggedrongen in de afgelopen tijd. We hebben het
gehad over de regelzucht: we zijn druk bezig om regels terug te dringen. Ik
had te maken in 2002 bij de bevolking met een economie die ineens slecht
ging draaien. We kregen achterstand ten opzichte van andere landen. Het is
wel zo dat we de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan verbeteringen. Dan
moet je wel eens tegen de stroom in gaan. Dan moet je wel eens kritiek
verduren. Dat is ook zo.
KOCKELMANN:
Maar gek genoeg heeft dat aan het vertrouwen niet al te veel bijgedragen?
BALKENENDE:
Ik zie natuurlijk ook best, mensen zien: de economie, ook internationaal,
loopt niet goed. We hebben in Nederland de verschrikkelijke moord gehad op
Pim Fortuyn en de verschrikkelijke moord op Theo van Gogh, de dreiging van
het internationale terrorisme. Als je in zo'n klimaat ook nog eens te maken
krijgt met veel veranderingen, dan vraag je veel van de burgers. Dat weet
ik ook wel. Maar wat is het alternatief? Zou je nu moeten zeggen: dan
schuiven we de maatregelen maar voor ons uit? Dat is, denk ik, te lang
gebeurd in Nederland.
KOCKELMANN:
Er zijn mensen die zeggen: doe het dan stap voor stap?
BALKENENDE:
Om die reden heb ik natuurlijk ook contacten gehad met sociale partners
over de veranderingen. U weet dat we vorig jaar de nodige acties hebben
gezien in Nederland. Uiteindelijk is het wel zo dat het zorgstelsel waar
wij nu voor pleiten óók door de SER is onderstreept. De veranderingen van
VUT en prepensioen is ook uiteindelijk iets dat wordt gedragen door
werkgevers en werknemers. Dus we werken natuurlijk ook aan draagvlak.
KOCKELMANN:
Maar bij gewone mensen is dat vertrouwen gedaald, niet alleen in u, maar
ook in grote ondernemingen, in de instituties van de samenleving. Dus de
vraag is of uw wereld, en die van de vakbeweging, van de grote bedrijven en
die van de mensen die het voor het zeggen hebben in dit land, inmiddels
niet een hele andere is geworden dan die van gewone mensen thuis?
BALKENENDE:
U heeft het over de leefwereld van mensen. Dat houdt mij ook bezig. Ik stel
me ook steeds de vraag: hoe komt dat nu, die vertrouwenscijfers? Toch is er
wel iets heel merkwaardigs aan de hand. Want uit onderzoek blijkt ook dat
nogal wat mensen in Nederland, heel veel mensen zeggen: ik ben zeer
tevreden of tevreden met mijn leefsituatie - het leven in mijn wijk en
buurt, mijn eigen woning, gezin; dan is de tevredenheid erg hoog. Komt dan
de vraag: hoe kijkt u aan tegen de instituties, de politiek, de grote
ondernemingen, dan is plotseling sprake van grote ontevredenheid. Dat is
een trend die we niet alleen in Nederland zien, maar ook in andere landen.
Dat zit hem toch misschien in de fase van grote maatschappelijke
verandering, onzekerheid, economische ontwikkeling, ook patronen van
immigratie en integratie, wat niet altijd vlekkeloos verloopt, zorgen over
de toekomst. Het is die combinatie. In de Nederlandse politiek is de
laatste dagen ook veel gesproken over vertrouwen in het kabinet. Maar
wanneer de score ook wordt bekeken van politici van de oppositie, zijn die
scores net zo goed laag. U heeft dus gelijk: het patroon zit veel dieper.
De vraag is of we hier niet een keer een kering in zouden kunnen brengen.
Het is uiteindelijk toch zo dat dit leidt tot een gevoel bij de bevolking
dat onvoldoende vertrouwen etaleert richting de toekomst. U had het net
over grote ondernemingen. Laat ik eens een voorbeeld noemen: ik ben vorige
week in New York geweest. Ik heb het daar gehad over armoede, de hele
wereldontwikkelingen. We hebben het gehad over het vraagstuk van
duurzaamheid, ecologie, energievoorziening. Dan zie ik dat een aantal grote
Nederlandse ondernemingen het internationaal geweldig goed doen. Die doen
hun best om ook het thema van duurzaamheid aan te pakken. Toch is het
opvallende dat in de sfeer van vertrouwen we dat kennelijk heel anders
beleven.
KOCKELMANN:
Dan is er dus sprake van een heel groot probleem. Als mensen namelijk het
gevoel hebben dat de instituties, de overheid, de grote ondernemingen geen
oplossingen kunnen bieden voor de ontstane problemen dan is er toch een
heel serieus probleem. Vindt u dat dat eigenlijk één van de grootste
problemen is van deze tijd?
BALKENENDE:
Wanneer het vertrouwen wegebt, dan is dat een risico omdat wegebbend
vertrouwen ook iets zegt over hoe jouw visie is op de toekomst, jouw
mogelijkheden en die van je kinderen en kleinkinderen. Het is natuurlijk
wel zo, daar moeten we ook eerlijk in zijn, dat we vaak zien dat de ene
slechte vertrouwensscore wordt gevolgd door andere. Het ene onderzoek, de
ene peiling wordt gevolgd door de andere.
KOCKELMANN:
Heb u zichzelf wat het vertrouwen betreft in deze kabinetsperiode een doel
gesteld?
BALKENENDE:
Ik heb me als doel gesteld om de agenda die we beloofd hebben aan de
Nederlandse bevolking om die goed uit te voeren, om te zorgen dat we in
2007 beter af zijn, met veiligheid, met wachtlijsten, met economische
ontwikkeling. Ik geloof ook dat de inhoud het meest bepalend zal zijn voor
vertrouwen. Burgers horen wel politici praten, maar uiteindelijk zal de
burger zeggen: heb je gedaan wat je hebt beloofd? Kun je resultaten laten
zien?
KOCKELMANN:
Maar u zegt niet: ik vind dat in mijn periode het vertrouwen duidelijk moet
zijn gestegen?
BALKENENDE:
De afrekening, om zo maar even te noemen, komt bij de volgende
verkiezingen. Dan komt het oordeel van de kiezer. Ik ga er van uit dat
eerlijke politiek, toekomstgerichte politiek, stevig in je schoenen staan,
aangeven waarom je soms moeilijke maatregelen moet nemen, uiteindelijk ook
zal
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LV)
Ministerie van Algemene Zaken