ChristenUnie
Bijdrage spoeddebat mogelijke onevenredige verhoging energieprijzen
dinsdag 11 oktober 2005 - 11:41
Bron: ongecorrigeerd stenogram
De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Vanaf het begin is de
emissiehandel met vele mitsen en maren omgeven. De heer Crone verwees
daar ook al naar. Wij kennen de keuzes die destijds zijn gemaakt. Wij
wisten ook dat dit systeem tot hogere energieprijzen zou kun-nen
leiden. De fractie van de ChristenUnie heeft nu grote moeite met het
ontstaan van de zogenaamde windfall profits -- het schijnt dat daar
geen goed Nederlands woord voor is -- dus de extra winsten zonder
extra kosten die energiebedrijven kunnen incasseren. Dit levert extra
kosten op voor de energiegebruikers die vanwege de hoge olieprijzen al
zo zwaar in de portemonnee worden getroffen. Dat is voor mijn fractie
niet acceptabel. De vraag wat wij hier aan gaan doen is zeer
gerechtvaardigd. Wij hebben de brief van de minister gelezen. In
tegenstelling tot de heer Crone, kan ik daar niet uit afleiden dat hij
helemaal niets doet en dat hij op zijn handen zit. Hij schrijft in
zijn brief bijvoorbeeld over actief zoeken naar oplossingen. Bij
actief zoeken is het wel van belang dat wij weten welke wegen wij gaan
inslaan en waar wij uiteindelijk naartoe willen.
Ik heb enkele vragen aan de minister. De heer De Krom was vrij
uitgesproken over de vraag of wij nu tussentijds kunnen ingrijpen. Is
dat absoluut onmogelijk? Als dat het geval is, moet toch alles erop
gericht zijn om er voor de periode 2008-2012 wel iets aan te doen.
Veiling is daarbij een heel zuivere methode. Is de inzet van de
minister om voor die periode in elk geval een goede en acceptabele
regeling te treffen? Wat beoogt hij met zijn vraag aan de DTe om de
effecten van emissiehandel te monitoren? Dat klinkt erg als het op de
lange termijn schuiven. De effecten zijn in zekere zin al bekend. In
het ECN-rapport is aangetoond dat het systeem tot stijgingen heeft
geleid. Wij nemen dat rapport heel erg serieus. Wat bedoelt de
minister met zijn vraag aan DTe om de effecten te monitoren? Betekent
dit dat hij nu weer heel veel tijd wil gaan nemen of wil hij kijken,
eventueel met DTe, of er mogelijkheden zijn om nu al in te grijpen?
Wij missen in de brief een reactie op een belangrijke conclusie uit de
studie van het ECN, namelijk dat het huidige systeem vanuit het
duurzaamheidsperspectief averechts werkt. Voor een kolencentrale
worden wel emissierechten toegewezen, maar voor een windturbine niet.
Doordat de rechten gratis worden verkregen en vervolgens een prijs in
de markt krijgen, zoals wij dat nu zien gebeuren, is het
aantrekkelijker om vervuilende centrales te bouwen. Ziet de minister
dit gevaar en, zo ja, wat wil haar eraan doen? Dit kan immers niet de
bedoeling zijn. Ik zie hoor graag actie en reactie van de minister.
De heer De Krom (VVD): Ik begrijp dat de heer Slob voorstander is van
het toekennen van CO2-emissierechten aan bijvoorbeeld windparken.
De heer Slob (ChristenUnie): Wij hebben een rapport ontvangen van het
ECN waarin staat welke risico's er zijn en waarin conclusies worden
getrokken.
In zijn brief reageert de minister op geen enkele wijze op de
conclusies van de studie van het ECN. Er wordt verwezen naar een
bepaald risico dat ontstaat. Het gaat daarbij vooral om het gratis
ontvangen van de rechten en het doorberekenen. Het is heel goed dat de
minister daar de vinger op legt en dat hij erop reageert vanuit het
duurzaamheidsperspectief. Naar mijn mening is dat een heel reële
vraag. Ik had eigenlijk verwacht dat de heer De Krom hem zou hebben
gesteld.
De heer De Krom (VVD): Als de heer Slob vindt dat dit zou moeten,
vindt hij dan ook dat het ook moet gelden voor kerncentrales?
De heer Slob (ChristenUnie): De heer De Krom moet geen karikatuur
maken van de conclusie in het ECN-rapport. Die heeft hij toch zeker
ook wel gelezen?
De heer De Krom (VVD): Mijn vraag is wat de heer Slob ervan vindt.
De heer Slob (ChristenUnie): Het ECN geeft aan wat de mogelijkheden
kunnen zijn van het huidige systeem en hoe dit eventueel zou kunnen
uitwerken.
De heer De Krom (VVD): De heer Slob pakt er een voorbeeld uit. De
voorbeelden zijn volstrekt gelijkwaardig. De situatie ten aanzien van
windmolens kennen wij allemaal. De CO2-uitstoot is laag. Ik neem het
voorbeeld van de kernenergie. Daarbij is de CO2-uitstoot 0. Naar
aanleiding van het betoog van de heer Slob lijkt het mij een terechte
vraag hoe hij dan tegenover kernenergie staat.
De heer Slob (ChristenUnie): Nu begint de heer De Krom weer opnieuw.
Het ECN wijst in zijn rapport op bepaalde ontwikkelingen. Ik vraag de
minister daarop te reageren vanuit het duurzaamheidsperspectief. Ik
heb er weinig behoefte aan om mijn vraag nog te gaan uitbreiden met
allerlei andere voorbeelden.
De voorzitter: De heer Bakker heeft zich voor dit debat moeten
verontschuldigen, zodat het woord thans is aan de heer Vendrik.
---