Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speechpunten van minister Dekker tijdens de persconferentie commissie Leemhuis op 11 oktober 2005

* Dank aan mevr. (Joan) Leemhuis-Stout.

* Ik ben bezig met een ingrijpende hervorming van de woningmarkt: de nieuwbouwproductie aanjagen, de herstructurering van verouderde wijken versnellen, een nieuw huurbeleid voeren. Doel: meer ontspannen woningmarkt waar ieder de woning vindt die past.
* Corporaties en commerciële verhuurders krijgen meer ruimte, maar dragen ook meer verantwoordelijkheid voor leefbaarheid en betaalbaarheid.

* Om de rol en plaats van corporaties nader te bepalen heb ik de commissie De Boer om advies gevraagd. Om duidelijkheid over positie van huurders te geven heb ik samen met de Woonbond de commissie Leemhuis om advies gevraagd. Huurders hebben daar recht op: er heerst onrust over gevolgen liberalisatie, evaluatie van de Overlegwet moet worden geactualiseerd, ontwikkelingen op het terrein van corpo's moeten ook naar huurders goed zijn uitgewerkt.
* Korte reactie na eerste, snelle lezing: uiterst positief. Deskundige leden van de commissie afkomstig uit diverse sectoren en met verschillende achtergronden - hebben 'fris' tegen positie van huurders aangekeken. Het rapport heeft een overzichtelijke structuur, heldere definiëring en maakt een systematisch onderscheid tussen de positie van huurder als contractpartij van de verhuurder en als stakeholder van de verhuurder en overheid. Bovendien - heel prettig - is er praktisch aangegeven van wie er welke actie wordt verwacht en vooral ook waarom. Zeer waardevolle bijdrage aan de beleidsontwikkeling op het terrein van de positie van huurders.

* Een eerste belangrijk uitgangspunt van de commissie: de positie en zeggenschap van alle huurders dient gelijk te zijn. Dus alle huurders van alle typen verhuurders. Ik ondersteun deze opvatting. Ik vind dat al langer en acht het moment nu ook daar om de nodige stappen te zetten om dit te realiseren. Daarbij moeten we wel voorkomen dat zeer kleine verhuurders, met maar enkele woningen gedwongen worden een heel overlegcircuit op te zetten.
* Het tweede punt: de huurwoningenmarkt is inderdaad erg bijzonder. Wonen is een sociaal grondrecht, een eerste levensbehoefte. Juist in tijden van verandering moeten niet alleen verhuurders, maar ook huurders hun invloed aan kunnen wenden. Dit houdt ook in dat huurders als belangrijke 'stakeholders' van verhuurders gezien én behandeld worden. Dat ondersteun ik ten volle.
* Een derde punt van de commissie: los van borging van het huurdersbelang door regelgeving zijn gedrag en cultuur erg belangrijk. Ook dit punt ondersteun ik van harte. Je kunt van alles regelen en opleggen, maar zeker zo belangrijk is dat verhuurders de huurders zelf serieus nemen en hen zien als relevante partij. Door op professionele wijze te opereren worden ze een serieuze overlegpartner. Door ruimere bewonersinvloed groeit het verantwoordelijkheidsbesef van bewoners voor de woning en woonomgeving. Ik juich het idee toe dat de branche van verhuurders zelf codes opstelt en andere nuttige maatregelen neemt om bewonersinvloed zo optimaal mogelijk gestalte te geven.
* Ten vierde. Rond de huurprijsbescherming in het kader van het nieuwe huurbeleid adviseert de commissie. de onzekerheid voor huurders te verminderen. Ik zie daar ook een belangrijke opdracht voor mijzelf. Gesuggereerd wordt om dit te doen door te werken met meerjarenafspraken - en de positie van zittende huurders in te liberaliseren woningen te bezien. Ik vind dat interessante punten. Ik begrijp de bedoelingen hiervan en zal deze ideeën zeker gaan bestuderen, ook op hun juridische merites bezien. Ik zal met partijen in overleg treden over mogelijke invulling.
* Ten vijfde. De vraag waar ook de commissie. op in gaat, namelijk hoe ver de rechten van huurders ten principale eigenlijk gaan. De commissie. is van mening dat huurders zonder meer recht hebben op informatie, overleg en advies, maar met betrekking tot het recht op initiatief en instemming is zij wat terughoudender. Dit herken en deel ik. Een verhuurder moet zelfstandig strategische financiële beslissingen kunnen nemen. Met oog op huurders van nu én straks. Verder wil de verhuurder uiteraard een aantal punten m.b.t. de financommissierbaarheid en het proces gewaarborgd hebben, bijvoorbeeld in de herstructurering. Dat is wat mij betreft logisch. Vandaar dat ik de huurders als collectief geen formele positie wil verlenen.

* Geen misverstand: ik ben zéker van mening dat huurders een onmisbare rol bij deze processen spelen. Die rol moet zelfs - al dan niet wettelijk, daar zal ik op studeren - geborgd worden. En er is alle reden om deze betrokkenheid ook tijdig vorm te geven. Maar de uiteindelijke contracten (prestatieafspraken en contracten m.b.t. herstructurering) worden niet door huurders ondertekend.
* De commissie. heeft op een groot aantal punten geadviseerd de Overlegwet aan te passen. Deels betreft dit voorstellen op basis van de evaluatie van deze wet in 2001. De commissie. scherpt deze op een aantal punten nog aan. Ik zal alle voorstellen nauwkeurig gaan bestuderen, maar dat ik de Overlegwet in elk geval op een aantal punten zal aanpassen, kan ik nu al toezeggen. Ik wil dit nog in de huidige regeerperiode doen.

* Kortom: vijf rechten die de commissie behandelt: recht op informatie, overleg, advies, initiatief en instemming. Eerste drie in grote lijnen geregeld, initiatiefrecht beter invullen in Overlegwet, Instemmingsrecht: een brug te ver.
* Hoe nu verder? Ik ben van plan het advies nog dit jaar aan de Tweede Kamer aan te bieden met een uitgewerkte reactie op het advies van de commissie. Leemhuis langs de lijnen, zoals ik zojuist heb aangegeven. Ik zal hierbij aansluiting zoeken bij de brief over de ordening van de corporatiesector met name daar waar het toezicht en overleg met de stakeholders betreft. Dit kan dan met de Tweede Kamer worden besproken. Uiteraard zal ik hierover ook eerst met de Woonbond e.a. betrokken partijen overleggen.
* Kortom: dit advies biedt vele aanknopingspunten om de belangen van huurders inzichtelijk te borgen. Dat is nodig, want onzekerheid bij huurders geeft onrust die bij de noodzakelijke hervorming van de woningmarkt gemist kan worden. Wij zullen daarover in gesprek blijven, maar we zullen er vooral mee aan de slag gaan.
* Nogmaals mijn dank aan voorzitter Leemhuis-Stout en de leden: drs. P.W.A. (Piet ) Cornelissen (directeur Woonpunt Maastricht) drs. C.P. (Ella) Vogelaar (voorzitter Raad van Comissarissen Unilever, voorzitter Stichting Novib), A. (Albertine) van Vliet-Kuiper (Burgemeester Amersfoort). Dank ook aan prof. Dr. G. (Godfried) Engbersen (Erasmus Universiteit) voor zijn bijdrage aan de werkzaamheden van de commissie.