Provincie Zuid-Holland

Vergadering GS 11 oktober 2005

Dit is een populaire samenvatting van een selectie van onderwerpen uit de vergadering van Gedeputeerde Staten (GS) van 11 oktober 2005. De vastgestelde besluitenlijst van deze GS-vergadering wordt één week na de vergadering op www.zuid-holland.nl gepubliceerd. De reeds gepubliceerde besluitenlijsten en agenda's van de GS-vergadering vindt u ook op deze website onder 'Stateninformatie'.

Beantwoording schriftelijke vragen over verkeersonveiligheid dodenweg N57 (nr. 1974)In de afgelopen jaren hebben op de N57 tientallen ernstige auto-ongelukken plaatsgevonden, verschillende keren met dodelijke afloop. Naar aanleiding van een dodelijk ongeval op 20 augustus 2005, waarbij 3 doden te betreuren vielen, hebben statenleden van de VVD vragen gesteld. Zij vragen GS of het klopt dat er contacten zijn met het ministerie van Verkeer en Waterstaat om de veiligheid van de N57 op korte termijn duurzaam te verbeteren. GS antwoorden dat gedeputeerde Van Nieuwenhoven in september hierover met het ministerie heeft gesproken. Daarnaast zijn er contacten tussen Rijkswaterstaat en de provincie over de reconstructie van de kruisingen van de N57 met de N496 en N497 tot rotondes. Noot hierbij is dat de N57 geen provinciale weg is, maar een Rijksweg. Wel hecht het provinciale bestuur veel belang aan een verkeersveilige weg.

De volledige antwoorden op PS-vragen staan uiterlijk een week na vaststelling van de antwoorden op www.zuid-holland.nl onder het kopje 'Stateninformatie'.

Beantwoording schriftelijke vragen over brandstofprijzen OV (nr. 1975)Op 1 september 2005 stond in de Spits een artikel over het feit dat vervoermaatschappijen op korte termijn bepaalde busdiensten dreigen te schappen als gevolg van de hoge prijs van diesel. Naar aanleiding daarvan heeft de heer Özdemir (PvdA) statenvragen gesteld. Hij vraagt GS of in OV-concessies afspraken zijn gemaakt met de vervoersbedrijven hoe wordt omgegaan met stijgende brandstofprijzen. GS antwoorden dat de ontwikkeling van de brandstofprijzen als zodanig niet apart benoemd staan in de concessies. Wel is het zo dat de bijdragen die jaarlijks aan de vervoerders worden verstrekt elk jaar worden geïndexeerd met een percentage dat mede is gebaseerd op de kostenontwikkeling in de bedrijfstak. De ontwikkeling van de brandstofprijzen speelt hierin een rol. Het risico van zowel hogere als lagere brandstofprijzen komt voor rekening van de vervoerders.

De volledige antwoorden op PS-vragen staan uiterlijk een week na vaststelling van de antwoorden op www.zuid-holland.nl onder het kopje 'Stateninformatie'.

Beantwoording statenvragen inzake forfaitaire vergoeding Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) (nr. 1976)Sommige gemeenten geven geen forfaitaire vergoeding meer voor het CVV, waardoor een tegemoetkoming in de kosten aan gehandicapten en ouderen vervalt. De vragenstellers van de VVD en de SGP/CU vragen Gedeputeerde Staten (GS) wat het effect van het afschaffen van de vergoeding betekent. GS antwoorden dat door de afschaffing van de forfaitaire vergoeding het gebruik van het Wvg (Wet vervoer gehandicapten) vervoer zou kunnen dalen. Dit is echter een verantwoordelijkheid van de gemeente en niet van de provincie. Wvg-geïndiceerden kunnen de forfaitaire vergoeding ook voor andere doeleinden gebruiken, omdat de vergoeding niet geoormerkt is. Door het vervallen van de vergoeding, wordt dit misbruik voorkomen.

De volledige antwoorden op PS-vragen staan uiterlijk een week na vaststelling van de antwoorden op www.zuid-holland.nl onder het kopje 'Stateninformatie'.

Provincie pakt 'oerwoud' aan regels en administratieve lasten aanRegels, kaders, voorwaarden, onbegrijpelijke subsidieregelingen en omslachtige aanvraagprocedures; het zijn allemaal zaken die ergernis wekken. Om te bekijken waar de mogelijkheden voor lastenvermindering bij de provincie Zuid-Holland zitten, hebben Gedeputeerde Staten een onderzoek laten uitvoeren. In de laatste twee jaar is de ruimtelijke regelgeving al vereenvoudigd, wat heeft geleid tot flink wat minder regels voor gemeenten en vermindering van lasten voor burgers en bedrijven. Maar er kan nog meer volgens de onderzoekers, met name op het gebied van de milieuvergunningen en de voorwaarden voor het krijgen van subsidies.Lees het hele persbericht

Reactie op ruimtelijk kader DrechtstedenIn het ruimtelijk kader 'Ruimte geven' schetst regio Drechtsteden haar visie op de ruimtelijke inrichting van het Drechtstedengebied. Drie uitgangspunten vormen de basis van dit kader:

één evenwichtige regio, aantrekkelijk om te wonen en te werken, grote projecten in de Drechtsteden worden gezamenlijk uitgevoerd, de ontwikkeling van de regio wordt op hoofdlijnen aangegeven, met de mogelijkheid voor verdere uitwerking. In een brief aan het Drechtstedenbestuur heeft de provincie gereageerd op dit ruimtelijk kader. Daarbij vragen vooral de transformatie van bedrijventerreinen en wonen in combinatie met groen en water buiten de verstedelijkingscontouren om nadere aandacht. Het provinciale beleid is gericht op het zoveel mogelijk behouden van watergebonden bedrijvigheid. Over dit punt zullen provincie en Drechtsteden nadere afspraken maken. De inspraakronde van het ruimtelijk kader is inmiddels gesloten en eind 2005 stelt de Drechtraad het kader vast. Daarna volgt behandeling in de colleges en gemeentraden van de Drechtsteden.

Doorlichting Provinciale Programma'sIn mei 2005 is als experiment in een tweedaagse werkconferentie het begrotingsprogramma Samenleving doorgelicht door leden van de statencommissies 'Samenleving' en 'Bestuur en Middelen'. Centraal stond de vraag: "Doen we als provincie de goede dingen?". De proef heeft zodanig positieve resultaten opgeleverd dat GS nu hebben besloten de doorlichting van programma's voort te zetten. Jaarlijks wordt een ééndaagse conferentie georganiseerd waarbij één of meer begrotingsprogramma's worden doorgelicht. Daarnaast worden nog twee doorlichtingsconferenties georganiseerd over Groen, Water en Milieu (januari 2006) en Ruimtelijke Ontwikkeling (oktober 2006).

De doorlichtingen zijn een uitwerking van de motie Huls (PvdA) die voorstelde om 'vanaf 2005 in een vierjarig programma de provinciale organisatie door te lichten'.

Jeugdzorg in Zuid-Holland: stand van zaken wachtlijstenHet Zuid-Hollandse Advies- en Meldpunt Kindermishandeling werkt structureel zonder wachtlijst. De groei van het aantal meldingen - ca. 40% ten opzichte van 2004 - wordt goed opgevangen.

De wachtlijst bij Bureau Jeugdzorg is gestegen naar 187 jongeren. Dit komt doordat met de invoering van de Wet op de jeugdzorg op 1 januari 2005 de verantwoordelijkheid voor de toegang tot de jeugd-geestelijke gezondheidszorg (jeugd-GGZ) is overgedragen aan Bureau Jeugdzorg. In het eerste halfjaar leidde dit tot 579 extra indicatiebesluiten. De lijst van jongeren die langer dan twee maanden wachten op geïndiceerde jeugdzorg, is gestegen van 406 (op 1 januari 2005) naar 534. Er is sprake van een gestage stijging van het aantal indicatiebesluiten door Bureau Jeugdzorg. Jeugdzorgaanbieder Cardea heeft de grootste wachtlijst (294 = 55%); daarom zijn aan Cardea extra middelen toegekend om de aanzienlijk wachtlijst terug te brengen. Deze cijfers staan in de Kwaliteitsrapportage Jeugdzorg (peildatum 30 juni 2005).

Ontwikkelingsfonds ZwethzoneGedeputeerde Staten gaan akkoord met de inhoud van de verordening over de Zwethzone (tussen Delft en Rotterdam) die Stadsgewest Haaglanden het college heeft voorgelegd. In de verordening staan juridische afspraken over het beheer van een ontwikkelingsfonds. Dit ontwikkelingsfonds wordt door stadsgewest Haaglanden ingesteld. In het fonds worden financiële middelen gestort door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en door de gemeenten. In een brief aan Haaglanden geeft de provincie aan niet bij te dragen aan het project Zwethzone via het ontwikkelingsfonds. De bijdrage van de provincie die op 30 juni 2004 werd vastgesteld op een maximum van 1 miljoen vindt plaats op basis van uitgewerkte en goedgekeurde deelprojecten.

Compenserende maatregelen KierbesluitDe Haringvlietsluizen gaan vanaf 1 januari 2008 ook bij vloed beperkt open, dit om de natuurlijke dynamiek van het Haringvliet te versterken. Dat is vastgelegd in het zogenoemde Kierbesluit.

Gedeputeerde Staten hebben een plan vastgesteld voor de aankoop van gronden die nodig zijn voor de realisatie van de verschillende natuurprojecten. Hierin is vastgesteld dat de aankoop op basis van volledige schadeloosstelling kan plaatsvinden. Bedrijfsverplaatsingen wordt hierdoor makkelijker en dat versnelt de uitvoer van de projecten. Voor de maatregelen die genomen worden als gevolg van het op een Kier zetten van de Haringvlietsluizen wordt een stuurgroep ingesteld. De stuurgroep wordt verantwoordelijk voor de realisering van een aantal belangrijke projecten in de Delta. Gedeputeerde Lenie Dwarshuis zit de stuurgroep voor. Met het rijk zijn afspraken gemaakt over de financiering van de projecten en met het waterschap Hollandse Delta en de gemeenten wordt nauw samengewerkt bij de uitvoering ervan. Het college heeft kennis genomen van een projectplan voor de Noordrand van Goeree-Overflakkee. Voor de uitvoering hiervan is een projectbureau ingesteld. Het bureau gaat zich onder andere bezig houden met de zoetwatervoorziening en natuurontwikkeling van de Noordrand van Goeree-Overflakkee en natuurontwikkeling van het Zuiderdiep.

Beantwoording vragen van de SP over ontwikkelingen recreatiegebied Vlietland (nr. 1970)Het recreatiegebied Vlietland (Leidschendam-Voorburg) is eigendom van de provincie. Het gebied ontvangt ongeveer een miljoen bezoekers per jaar. Statenlid P.L. Vermeulen (SP) heeft vragen gesteld, omdat de SP-fractie berichten bereikte dat er zaken spelen die ongewenst zouden zijn. De vragen gaan onder andere hoe de erfpacht en ondererfpacht in het gebied geregeld is. In het gebied zijn vier erfpachtcontracten, zes ondererfpachtcontracten en zes huurovereenkomsten. Volgens de SP zijn er problemen tussen een erfpachter en zijn ondererfpachters. In de beantwoording legt het college uit dat de rol van de provincie beperkt is tot het al of niet verlenen van toestemming voor uitgiftes van ondererfpacht. De provincie is geen partij in deze contractuele relaties. De vragensteller wil daarnaast ook weten hoeveel procent van het recreatiegebied bebouwd zal worden. In het antwoord geeft het college aan dat het verlenen van bouwvergunningen door de gemeente Leidschendam gebeurt. De provincie gaat er vanuit dat de gemeente zich hierbij houdt aan wat er in het bestemmingsplan staat. Het maximale bebouwingspercentage is 2% van het voor recreatie ingerichte deel van Vlietland.

De volledige antwoorden op PS-vragen staan uiterlijk een week na vaststelling van de antwoorden op www.zuid-holland.nl onder het kopje 'Stateninformatie'.

Bebouwingsperspectieven Bollenstreek en HaarlemmermeerVoor de Bollenstreek en de Haarlemmermeer zijn vier mogelijke bebouwingsperspectieven opgesteld. Dit is gedaan door de provincies Noord- een Zuid-Holland en de gemeenten in het gebied. Aanleiding is de opdracht van het rijk te onderzoeken of en hoe het mogelijk zou zijn om hier 10.000 tot 20.000 woningen te bouwen. De varianten worden besproken op een politieke en een maatschappelijke conferentie op 7 en 8 november, om te onderzoeken welke variant(en) of combinaties op voldoende draagvlak kunnen rekenen. Daarna zullen de verantwoordelijke besturen besluiten welke variant verder wordt uitgewerkt en in april 2007 als advies aan de minsiter van VROM wordt aangeboden.

Subsidies- De Stichting Het Zuid-Hollands Landschap krijgt een subsidie van 1.760.000,- euro voor de aankoop van de '10e tranche Krimpenerwaard' in het kader van de subsidieregeling Groene Ruimte.


- 53.070,- is bestemd voor procesbegeleiding voor de periode oktober-december 2005 voor de afronding van de fusie tot basisbibliotheek Zevensprong (Boskoop e.o.).