Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

Debat over toekomst bèta-onderwijs en onderzoek op symposium Bèta's in de mist

De overheid stimuleert bètastudies in het kader van de kenniseconomie, maar dit leidt niet tot meer studenten, noch tot betere beroepsperspectieven. Daarom gaan bètawetenschappers, economen en vertegenwoordigers uit de innovatieve sector en het bedrijfsleven in debat over de toekomst van het bètaonderwijs en -onderzoek in Nederland, tijdens het symposium Bèta's in de mist op donderdag 13 oktober.

De bètawetenschappen staan onder grote druk. Er dreigt beperking voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs in natuurkunde, scheikunde en wiskunde. De studies kampen landelijk al jaren met zorgwekkend geringe studentenaantallen. Het Centraal Plan Bureau becijferde in juli bovendien dat de helft van de afgestudeerde bètawetenschappers niet in de Research & Developement-sector gaat werken, terwijl de opleidingen daarop juist wel zijn gericht.

"Grote bedrijven hebben veel baat bij klassiek geschoolde, monodisciplinaire wetenschappers, maar nemen slechts een klein deel van de afgestudeerden af", stelt dr. Bernard Dam, organisator van het symposium en universitair hoofddocent bij de faculteit der Exacte wetenschappen aan de VU. "Je moet je dan afvragen of het bètaonderwijs- en onderzoek, dat uitstekend van kwaliteit is, wel op de juiste manier is ingericht."

Op het symposium spreken onder meer Teun Klapwijk, hoogleraar fysica van nano-elektronica, TU Delft; Rick Harwig, directeur Philips Research; Teun Graafland, coördinator Jetnet, Shell Nederland; Frank den Butter, hoogleraar Algemene economie, VU en Joop Sistermans, voorzitter Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid.

Aansluitend vindt, onder leiding van Peter Nijkamp, voorzitter algemeen bestuur NWO, een brede discussie plaats met de aanwezigen in de zaal.