Raad voor de Rechtspraak
Europees recht steeds belangrijker voor organisatie rechtspraak
Den Haag, 14 oktober 2005 - De zogenoemde âEuropeaniseringâ van het
recht wordt steeds belangrijker voor de organisatie van de Nederlandse
rechtspraak. Europese wet- en regelgeving is van steeds grotere
invloed op nationale wet- en regelgeving en de jurisprudentie van
Europese rechterlijke colleges bepaalt in toenemende mate de
rechtsontwikkeling. Die wetgeving en jurisprudentie zullen bovendien
omvangrijker en complexer worden. Dat concluderen onderzoekers van de
Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam in een
inventarisatie van de âEuropeaniseringâ van het recht en de gevolgen
van die ontwikkeling voor de organisatie van de Nederlandse
rechtspraak.
Het onderzoek werd door prof. mr. S. Prechal, mr. dr. R.H. van Ooik,
prof. mr. J.H. Jans en prof. mr. K.J.M. Mortelmans uitgevoerd in
opdracht van de Raad voor de rechtspraak. De onderzoekers hebben zowel
de algemene rechtsgebiedoverstijgende ontwikkelingen alsmede de
ontwikkelingen per rechtsgebied in kaart gebracht. De
onderzoeksresultaten zijn weergegeven in het rapport âEuropeanisationâ
of the Law: Consequences for the Dutch Judiciary.
De onderzoekers onderscheiden drie trends die de komende jaren
consequenties hebben voor de organisatie van de Rechtspraak:
1. Verdergaande Europeanisering: De betekenis van het Europees recht
voor de nationale wetgeving neemt toe. Met name de rechtsgebieden
die tot op heden beperkt gecommunitariseerd zijn, zoals het
civiele recht, het strafrecht en het vreemdelingenrecht, staan de
komende jaren onder sterke invloed van het Europese recht.
2. Toenemende complexiteit van EU regelgeving en jurisprudentie: De
Europese wetgeving en jurisprudentie zullen de komende jaren in
omvang toenemen en bovendien een gedetailleerder karakter krijgen.
3. Wijziging van rechtshandhaving en rechtsgang: Tenslotte vindt op
specifieke rechtsgebieden zoals delen van het intellectueel
eigendomsrecht, het vreemdelingenrecht, rechterlijke samenwerking
in civiele zaken en het strafrecht, een verschuiving van een
nationale naar een centrale Europese rechtsgang plaats. Voor de
overige rechtsgebieden is juist een tegenovergestelde trend
waarneembaar. Op deze terreinen zal de rechtshandhaving en de
rechtsgang juist naar het nationale niveau verschuiven. In het
mededingingsrecht en bij procedures over landbouwsubsidies heeft
deze ontwikkeling al voor een belangrijk deel plaatsgevonden.
De onderzoekers adviseren de Rechtspraak drie categorieën maatregelen
te treffen ter voorbereiding op de genoemde trends: (i) met het oog op
de verdergaande Europeanisering van het nationale recht en de
toenemende complexiteit van het Europees recht, is het van belang dat
rechters doorlopend bijgeschoold worden in het Europees recht.
Bijzondere aandacht zou moeten worden besteed aan
rechtsgebiedoverstijgende ontwikkelingen; (ii) daarnaast adviseren de
onderzoekers dat de Rechtspraak de gevolgen van de ontwikkelingen in
het Europees recht voor de eigen organisatie actief moet volgen.
Hiermee kan de Rechtspraak zijn organisatie tijdig aanpassen aan de
veranderende Europese wetgeving. Ook is van belang dat de Rechtspraak
tegenstrijdigheden tussen (ontwikkelingen in) het Europese en het
nationale recht zichtbaar maakt en aan de orde stelt, zoals de
Nederlandse trend tot meer bestuursrechtelijke handhaving versus de
Europese trend tot meer strafrechtelijke handhaving. De Raad voor de
rechtspraak heeft op dit terrein een belangrijke taak; en (iii) in de
laatste plaats zouden nationale en internationale kennisnetwerken van
rechters versterkt moeten worden. Binnen deze netwerken kunnen
rechters kennis over het Europees recht en problemen met de uitleg van
Europeesrechtelijke vraagstukken uitwisselen.
Het onderzoeksrapport is een deel uit de serie Research Memoranda van
de Raad voor de rechtspraak. De volledige tekst van het rapport staat
op www.rechtspraak.nl/gerechten/rvdr/publicaties.
Bron: Raad voor de rechtspraak
Datum actualiteit: 14 oktober 2005 Naar boven