Rechtbank Leeuwarden
Ontruiming kraakpand Gorredijk voorlopig verboden
De burgemeester van Opsterland heeft de ontruiming gelast van een
gekraakte boerderij met woonhuis in Gorredijk. De bestuursrechter
heeft dit besluit geschorst in afwachting van de inhoudelijke
behandeling van de zaak.
In zijn besluit, dat onder meer is gebaseerd op speciale bevoegdheden
uit de Gemeentewet, heeft de burgemeester aangegeven dat het kraakpand
"belangstelling gekregen van mensen die met toepassing van
geweld en door intimiderend gedrag de krakers belagen". In de nacht
van 8 op 9 oktober jl. heeft een groep van ongeveer 10 personen de
krakers belaagd, hetgeen tot een vechtpartij heeft geleid. Verder is
er ook melding gemaakt van de aanwezigheid van rook- en/of
brandbommen.
Omdat de vrees bestaat dat er in de komende weekenden opnieuw
soortgelijke acties zullen plaatsvinden, heeft de burgemeester de
krakers gelast het gebruik van het pand op vrijdag 14 oktober 2005
uiterlijk om 13:00 uur te beëindigen en te verlaten. Indien hiertoe
niet wordt overgegaan, zal de gemeente met politiebijstand tot
daadwerkelijke uitzetting overgaan. De gemeente zal daarna passende
maatregelen treffen om het pand ontoegankelijk te maken en te
beschermen tegen brandstichting en vernieling.
Het besluit is op 13 oktober 2005 genomen en uitgereikt aan twee van
de bij de gemeente bekend zijnde krakers, maar geldt ook voor anderen
die (onrechtmatig) gebruik maken van het gekraakte pand.
Verder houdt het besluit van 13 oktober 2005 een samenscholingsverbod
in voor het gebied binnen een straal van 80 meter vanaf het middelpunt
van het gekraakte pand. Gedurende 10 dagen mogen zich in dit gebied
geen groepen van personen bevinden of ophouden. Tevens heeft de
burgemeester voor onbevoegden een verbod uitgevaardigd om het pand
gedurende een half jaar na 13 oktober 2005 te betreden en te bewonen.
De advocaat van de krakers heeft zich op 14 oktober 2005 tot de
bestuursrechter gewend met het verzoek om het besluit van de
burgemeester te schorsen. Aangezien de burgemeester niet bereid bleek
om de beslissing van de rechter af te wachten, heeft de rechter de
zaak op grond van de voorhanden zijnde stukken beoordeeld.
De rechter is er op voorhand niet van overtuigd geraakt dat de
ernstige vrees van de burgemeester voor verstoring van de openbare
orde gerechtvaardigd is. Zonder een nadere onderbouwing is de
ontruiming volgens het voorlopige oordeel van de rechter daarom niet
juist. De rechter heeft daarom bij wijze van ordemaatregel bepaald dat
de ontruiming achterwege moet blijven totdat een definitieve uitspraak
is gedaan. De voorlopige uitspraak is op 14 oktober 2005 aan partijen
gefaxt.
Het besluit van de burgemeester van 13 oktober 2005 is alleen
geschorst voor zover het gaat om de ontruiming. Het
samenscholingsverbod blijft derhalve van kracht.
De inhoudelijke behandeling van het verzoek tot schorsing van het
besluit van de burgemeester van 13 oktober 2004 vindt plaats op:
maandag 17 oktober 2005 om 16:00 uur.
LJ Nummer
AU3461
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 14 oktober 2005 Naar boven