Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
SV/A&L/2005/77893
Onderwerp Datum
Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten 18 oktober 2005
in verband met verlaging van de leeftijdsgrens
voor de eenmalige herbeoordelingen (30 198)
./. Hierbij bied ik u de nota naar aanleiding van het verslag op bovengenoemd wetsvoorstel aan.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
30 198
Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met verlaging van
de leeftijdsgrens voor de eenmalige herbeoordelingen
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
De regering heeft met belangstelling kennisgenomen van de inbreng van de leden van de fracties
van de PvdA en SP op het wetsvoorstel wijziging leeftijdsgrens voor de eenmalige
herbeoordelingen en is verheugd dat beide fracties kunnen instemmen met het wetsvoorstel.
De leden van de fractie van de PvdA blijven echter van mening dat de gehele verscherpte
eenmalige herbeoordeling overbodig is. Deze leden hebben vernomen dat ook uit het
leeftijdscohort 50 tot 55 jaar mensen volgens strengere regels worden gekeurd en vragen of de
regering kan garanderen dat voor deze groep geen herkeuring volgens het aangepaste
Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten plaatsvindt. Tevens vragen deze leden of er tussen
1 oktober 2004 en het najaarsakkoord al mensen uit het leeftijdscohort 50 tot 55 jaar zijn
herkeurd.
De regering kan verzekeren dat er geen arbeidsongeschikten uit het leeftijdscohort 50 tot 55 jaar
volgens de regels van het aangepaste Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Stb. 2004,
434) worden gekeurd. Op grond van het Besluit eenmalige herbeoordelingen
arbeidsongeschiktheidswetten is UWV begonnen met de herbeoordeling van personen geboren op
of na 1 juli 1954. De leeftijdsgroep 50 tot 55-jarigen die op grond van het Najaarsakkoord
(Kamerstukken II, 2004/05, 29 800 XV, nr.58) van de herbeoordelingsoperatie is uitgezonderd,
is dus nog niet aan de beurt geweest. Het is wel voorgekomen dat arbeidsongeschikten van 50 tot
55 jaar na 1 oktober 2004, en voor de totstandkoming van het Najaarsakkoord, op professionele
gronden zijn opgeroepen en herbeoordeeld. In deze situaties is dat inmiddels gecorrigeerd
door annulering van de oproep en/of een nieuwe herbeoordeling op grond van het oude
Schattingsbesluit zoals dat tot 1 oktober 2004 luidde. Voor deze groep is het Schattingsbesluit
immers al met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober 2004 aangepast (Stb. 2005, 219).
De leden van de PvdA vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot het beleid voor het
leeftijdscohort van 50 tot 55 jaar. Deze leden willen weten of de minister bereid is voor deze groep
bijvoorbeeld een no-riskpolis in te voeren en welke instrumenten, die er voor zorgen dat
werkgevers eerder bereid zijn mensen met een WAO-uitkering uit de leeftijdscohort 50 tot 55 jaar
in dienst te nemen, de minister van plan is in te gaan zetten.
Arbeidsongeschikten in de leeftijdscategorie van 50 tot 55 jaar kunnen niet worden herbeoordeeld
volgens de regels van het aangepaste Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Voor deze
groep blijven echter wel professionele herbeoordelingen mogelijk op grond van het oude
Schattingsbesluit. Een professionele herbeoordeling is een herbeoordeling waarvan het moment
bepaald wordt door de professionele inschatting van de verzekeringsarts of de arbeidsdeskundige,
of die plaatsvindt op verzoek van de uitkeringsgerechtigde zelf. Indien nodig kan vervolgens een
reïntegratietraject worden gestart.
Werkgevers van gedeeltelijk arbeidsgeschikten uit het leeftijdscohort 50-55 jarigen kunnen
aanspraak maken op de instrumenten die voor alle gedeeltelijk arbeidsgeschikten worden ingezet:
de no risk polis, een premiekorting, subsidie voor arbeidsplaatsvoorzieningen of de proefplaatsing.
In aanvulling daarop heeft de werkgever die iemand van 50 jaar of ouder in dienst neemt een
premievrijstelling voor de WAO-basispremie. Deze premievrijstelling heeft de werkgever ook voor
alle werknemers ouder dan 55 jaar die hij in dienst heeft.
De leden van de SP-fractie vragen wat de correlatie is tussen de kalenderleeftijd van de
herbeoordeelde en zijn/haar nieuwe baan. Daarbij vragen zij of op grond van de resultaten van de
herbeoordelingen inzicht kan worden gegeven in de aantallen herbeoordeelden die werk hebben
gevonden en hun leeftijd. Ook vragen de leden van de SP-fractie of na een jaar herbeoordeling
vastgesteld kan worden dat het resultaat vooral is dat veel mensen hun uitkering zijn kwijt geraakt
en slechts weinigen werk hebben gevonden en dat de focus op arbeidsgeschiktheid ertoe heeft
geleid dat nog steeds veel herbeoordeelde mensen nodeloos langs de kant staan, maar dan zonder
of met een lagere uitkering.
Vanaf de start van de herbeoordelingsoperatie tot 30 juni 2005 zijn ca. 55.000 mensen
herbeoordeeld. In 19.100 gevallen is sprake van een verlaging of beëindiging van de uitkering:
· 5.300 personen zijn aangemeld bij een reïntegratiebedrijf voor een traject of IRO;
· in 1.500 gevallen is al wel een beschikking afgegeven maar is de betrokken persoon nog niet
aangemeld bij een reïntegratiebedrijf;
· 5.600 gevallen met een lopend dienstverband; deze personen zijn aangewezen op
functieuitbreiding;
· 1.500 personen willen zelf werk zoeken;
· 1.800 personen stellen zich niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt;
· 1.700 personen gaan in bezwaar of beroep;
· 700 personen zijn om andere redenen nog niet gestart met een reïntegratietraject;
· in 1.000 gevallen heeft UWV nog geen reïntegratievisie vastgesteld.
Inmiddels zijn ongeveer 900 personen uit de categorie arbeidsongeschikten van wie de uitkering na
de herbeoordeling is verlaagd of beëindigd een nieuw dienstverband aangegaan. De duur van een
reïntegratietraject is gemiddeld 14 maanden en maximaal 24 maanden. Het is dus nog te vroeg om
resultaten van deze reïntegratie-inspanningen te kunnen presenteren en om een uitspraak te doen
over de correlatie tussen de kalenderleeftijd van de herbeoordeelde en zijn of haar nieuwe baan.
Eerste - voorlopige gegevens over de resultaten van reïntegratietrajecten komen vanaf het
voorjaar van 2006 beschikbaar. UWV monitort nu de inspanningen en de resultaten al actief.
De leden van de SP-fractie vragen of bij het ontbreken van een samenhang tussen leeftijd en kans
op de arbeidsmarkt het hanteren van een leeftijdscriterium tot leeftijdsdiscriminatie leidt, omdat het
leeftijdcriterium geen objectieve grond is voor hetgeen beoogd wordt.
Met de regeling in dit wetsvoorstel is gekozen om arbeidsongeschikten tot 50 jaar wel op grond
van het aangepaste Schattingsbesluit te herbeoordelen en arbeidsongeschikten vanaf 50 jaar niet.
De grond voor deze keuze is gelegen in het gegeven dat een herbeoordeling van
arbeidsongeschikten van 50 jaar en ouder niet zinvol zou zijn omdat de kans dat zij weer
arbeidsgeschikt zijn en aan de slag komen gering is. Dit wordt bij de leeftijdsgroep `ouder dan 50
jaar' veroorzaakt door hun leeftijd in combinatie met (meestal) een langere uitkeringsduur.
Daardoor is er bij hen sprake van een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.
Aanvankelijk wilde de regering alleen de arbeidsongeschikten vanaf 55 jaar uitzonderen van de
herbeoordelingsoperatie. Tijdens het najaarsoverleg met sociale partners in 2004 is echter
afgesproken ook de groep arbeidsongeschikten van 50 tot 55 jaar uit te zonderen van een
herbeoordeling op grond van het aangepaste Schattingsbesluit.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid