Ministerie van Economische Zaken

Persbericht

3 november 2005


Meer civiele handhaving van mededingingsregels wenselijk


Het zou wenselijk zijn als vaker mededingingsovertredingen door de civiele rechter
behandeld zouden worden, als aanvulling op de handhaving van mededingingsregels
door de NMa. Obstakels die dat in de weg staan zouden moeten worden opgeruimd.
Dit kan bijvoorbeeld door het wegnemen of verlagen van bewijsdrempels, het verbeteren
van de toegang tot de rechter en het verbeteren van de informatievoorziening.
Dat zei secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken Jan Willem
Oosterwijk vandaag bij het in ontvangst nemen van een onderzoek naar de mogelijkheden
voor civiele handhaving van mededingingsregels dat Houthoff Buruma in opdracht
van het ministerie heeft gedaan.


In Europa ligt het zwaartepunt van de handhaving van mededingingsregels nog steeds
bij de publieke handhaving. Dit in tegenstelling tot de situatie in de Verenigde
Staten waar het grootste deel van mededingingsrechtelijke geschillen via een civiele
procedure wordt uitgevochten. In de EU staan echter allerlei obstakels een effectieve
toegang tot de civiele rechter in mededingingszaken in de weg. De Europese Commissie
heeft meermalen beklemtoond dat het goed zou zijn de civiele handhaving ook in
Europa meer gebruikelijk te maken. Eind dit jaar verschijnt een Groenboek over
civiele handhaving in Europees perspectief. In het rapport van Houthoff Buruma
`De mogelijkheden voor civiele handhaving van de mededingingsregels in Nederland;
een inventarisatie.´ staat specifiek voor de Nederlandse situatie een beschrijving
van de diverse problemen rond civiele handhaving van mededingingsregels. Uit het
rapport blijkt duidelijk dat er nog veel ruimte is om de civiele handhaving te
stimuleren. Dat is ook bevorderlijk voor een beter functioneren van de markt en
daarmee voor de groei van de Nederlandse en Europese economie en voor welvaartsgroei
voor de consument. In het rapport worden verschillende mogelijkheden genoemd om
obstakels weg te nemen. Daarbij is de wens van de Europese Commissie en van het
ministerie van Economische Zaken om onnodige drempels voor schadevergoedingsacties
wegens schending van de mededingingsregels weg te nemen, als uitgangspunt genomen.
Oosterwijk beklemtoont dat het bevorderen van civiele handhaving niet ten koste
mag gaan van publieke handhaving. `Civiel en publiek moeten elkaar aanvullen om
zo tot een betere handhaving te komen´.


Meer informatie

Voor journalisten: Paula de Jonge, persvoorlichter, telefoon (070) 379 75 52,
e-mail: A.T.M.deJonge@minez.nl

Het rapport `De mogelijkheden voor civiele handhaving van de mededingingsregels
in Nederland; een inventarisatie.´ zal binnenkort op de www.ez.nl. te vinden zijn.