Ministerie bzk
http://www.minbzk.nl
- Embargo tot donderdag 3 november, 13.30 uur
Vijf miljoen Euro voor veiligheidsregio's
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt in totaal vijf miljoen
Euro beschikbaar voor de 25 veiligheidsregio's. De besturen van de regionale brandweer of
van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) kunnen hiermee
projecten financieren die bijdragen aan een goede inrichting van de veiligheidsregio.
Remkes maakte dat bekend tijdens het NVBR congres 'Vrijwilligers in Veiligheid' in Zeist.
Aan de financiering zijn voorwaarden gebonden. Zo wordt er per project maximaal 200.000
Euro bijgedragen door het ministerie. Ook moet elk project een duidelijke meerwaarde
hebben voor de andere regio's. Projectleiders moeten ook bereid zijn de andere regio's te
informeren over de resultaten van hun project. In oktober heeft Remkes elke
veiligheidsregio 150.000 Euro overgemaakt voor de financiering van de projectorganisatie.
De veiligheidsregio's moeten medio 2006 voldoen aan de basiseisen die het kabinet aan de
veiligheidsregio's heeft gesteld. Er komen 25 veiligheidsregio's met uiteindelijk
één regionaal veiligheidsbestuur dat verantwoordelijk is voor de dagelijkse
veiligheidszorg en voor de bestrijding van rampen en crisissen.
Hieronder treft u de speech van minister Remkes integraal aan. Alleen het gesproken woord
geldt.
Spreekpunten minister Remkes
opening NVBR-congres 2005
'Vrijwilligers in Veiligheid'
Zeist, 3 november 2005.
Verleden jaar, dames en heren, moest ik zelf helaas verstek laten gaan. Ik vond dat jammer
en ik ben dan ook blij dat ik hier nu wel sta. Het is namelijk goed om regelmatig met u,
de beroepsgroep brandweer, een paar gedachten te delen. We zijn soms zo met terrorisme en
crisisbeheersing bezig dat we wel eens vergeten dat voor de meeste mensen een woningbrand
het meest verschrikkelijke is dat hen kan overkomen.
En als we het hebben over crisisbeheersing, rampenbestrijding en de gevolgen van
terrorisme, dan is een sterke, goed georganiseerde beroepsgroep brandweer het fundament
daarvan.
Het thema van uw jaarcongres is: Vrijwilligers in veiligheid. Een thema dat - zoals u
vorig jaar op uw congres heeft gemerkt - ook hoog op mijn agenda staat. Nationale
veiligheid vraagt de inzet van veel mensen. Niet alleen van beroepskrachten, maar ook van
vrijwilligers in georganiseerd en ongeorganiseerd verband.
Uit het onderzoek naar vrijwilligers bij de brandweer dat ik onlangs weer heb laten
uitvoeren, blijkt dat het met de instroom redelijk goed gaat, maar dat we niet op onze
lauweren kunnen gaan rusten.
Integendeel, we moeten op een aantal punten intensief investeren om de instroom voor de
toekomst veilig te stellen. Ik kom daar zo op terug.
Maar eerst wil ik over een paar andere dingen spreken die voor u als brandweerorganisatie
belangrijk zijn.
De laatste jaren is er door iedereen die er mee te maken heeft, hard gewerkt om de
organisatie van rampen- en crisisbeheersing in Nederland op een professioneel niveau te
krijgen.
Maar het niveau schiet helaas toch nog tekort. Dat blijkt uit de evaluatie van de rampen
en crises in de afgelopen periode.
Ook blijkt dat er op regionaal niveau behoefte is, aan een slagvaardige, eenduidige en
eenvoudige manier van organiseren op basis van verlengd lokaal bestuur. Als ik zoiets
lees denk ik meteen: de veiligheidsregio. Een oplossing die door velen onder u, ook als
de juiste wordt gezien.
Om geen verkeerd beeld te krijgen. Een veiligheidsregio is niet een star model of een
keurslijf. Ik zie de veiligheidsregio als een samenwerkingsverband tussen overheden en
hulpverleningsorganisaties waarin afspraken worden vastgelegd en processen worden
bepaald. De veiligheidsregio's zijn niet het doel op zich. De regio's zijn het voertuig
waarmee we achterliggende doelen kunnen bereiken. Een slagvaardig en daadkrachtig bestuur
dat integraal verantwoordelijk is voor zowel de dagelijkse basisveiligheidszorg, maar ook
voor de bestrijding van rampen en crisissen. Bestuur en management zijn in regioverband
beter in staat voor goede opleidingen en oefeningen te zorgen, zowel mono- als
multidisciplinair. We kunnen ervoor zorgen dat onze hulpverleners nog professioneler zijn
voorbereid op hun taak. Daarbij moeten we niet alleen bezig zijn met de ramp van gisteren
maar ons juist richten op de crises van morgen. Opleiden, oefenen, evalueren en de
geleerde lessen weer in de praktijk brengen. Maar ons ook voorbereiden op nieuwe
scenario's. Dat moet de ambitie van de brandweer zijn. De brandweer moet een beter
lerende organisatie worden, dat blijkt ook uit de inspectierapporten.
Hét doel van de veiligheidsregio is de veiligheid van burgers en hulpverleners in
de regio te verbeteren. Het goede van de veiligheidsregio is dat het de betrokken
partijen bijeenbrengt en een gezamenlijk doel geeft, ieder vanuit zijn eigen kracht. Elke
afzonderlijke organisatie brengt eigen vaardigheden en kennis in. Door die te delen en van
elkaar te leren, met vertrouwen in ieders kunnen en met respect voor elkaars positie,
traditie en cultuur, ontstaat er een synergie die de basis vormt voor het succes van de
veiligheidsregio.
Er wordt overal hard gewerkt aan de op- en inrichting van de veiligheidsregio. Tijdens
mijn werkbezoeken aan de regio's merk ik dat ook. In de praktijk zie ik de besturen,
gemeenten en hulpverleningsdiensten - zij aan zij - bouwen aan hún
veiligheidsregio.
De veiligheidsregio sluit aan bij de lokaal gevoelde behoefte om bepaalde
veiligheidsthema's als integraal vraagstuk te benaderen en op regionaal niveau te
organiseren.
De veiligheidsregio ontwikkelt zich meer en meer naar het bestuurlijke en operationele
niveau waarop een aantal regionale veiligheidsthema's - in samenhang en met elkaar -
worden bezien en aangepakt.
Dat is - laat ik dat er vooral bijzeggen - niet mijn verdienste, maar de uwe!
Om aan te tonen dat de veiligheidsregio's me echt ernst zijn heb ik elke regio onlangs
150.000 Euro gegeven zodat u een goede projectorganisatie op kunt zetten. Ook heb ik 5
miljoen Euro ter beschikking gesteld om projecten die bijdragen aan een goede
veiligheidsregio financieel te kunnen ondersteunen. U wordt hier één dezer
dagen over geïnformeerd.
Eén van de thema binnen de veiligheidsregio is het regionaliseren van de brandweer.
Zeker zeven regio's geven op dit moment aan, dat zij de intentie hebben naar een volledig
geregionaliseerde brandweerorganisatie te willen toegroeien. Ik juich dat van harte toe
en zal er voor zorgen dat deze regio's - om kennis en ervaring over te dragen - in de
schijnwerpers worden gezet.
Er zijn overigens nog steeds een paar regio's waar besluiten uitblijven. Dat moet
binnenkort toch echt gebeuren. Meer dan een jaar heeft elke regio de tijd gehad om een
visie te ontwikkelen en om concrete stappen te ondernemen. In het kabinetsstandpunt
Veiligheidsregio's heb ik aangegeven, dat ik het belangrijk vind dat leidinggevenden en
specialistische functies in regionale dienst komen. Daar hou ik aan vast. Voor het eind
van het jaar - dat heb ik met de VNG afgesproken - zal duidelijkheid worden gegeven wat,
bottom line, minimaal nodig is.
Dames en heren, ik begrijp best dat het overgaan van personeel van gemeenten naar de regio
niet eenvoudig is. Een organisatorische verandering vraagt veel van de eigen mensen. Niet
alleen moeten zij de organisatieverandering op papier in orde krijgen. Ook hebben zij te
maken met de menselijke factor: veranderingen kunnen bedreigend zijn.
Ik begrijp dat en kan het ook meevoelen. Voor u en voor mij is de uitdaging om de komende
veranderingen voor het personeel zorgvuldig door te voeren.
Daartoe wordt een programma opgesteld om zowel de regionale projectorganisatie
veiligheidsregio's als de gemeentelijk commandanten te ondersteunen bij de genoemde
veranderingen. Dit programma ontwikkel ik samen met de NVBR, het Landelijk Management
Development en het Huis. Het huis is, zoals u weet, onderdeel van het Nibra en richt zich
op leiders in de veiligheidsregio
Dames en heren, nationale veiligheid vraagt de inzet van véél mensen. Niet
alleen van beroepskrachten en onze parttime professionals, maar ook van vrijwilligers in
georganiseerd en ongeorganiseerd verband. Ik denk hierbij aan burgers en zelfredzaamheid.
Het is van belang - en noodzakelijk voor een adequate en betaalbare veiligheid - dat de
inzet van vrijwilligers bij de brandweer gewaarborgd is en dat de vrijwilligheid bij de
brandweer ook in de toekomst behouden blijft. Dit alles bínnen de context van de
veiligheidsregio, dat zeg ik er nadrukkelijk bij
Maar we moeten met zijn allen bedenken of het huidige concept van de organisatie van de
hulpverlening nog wel past.
Allereerst is er de toenemende regeldruk over vakbekwaamheidseisen, arbeidsomstandigheden,
arbeidstijden en fiscale en sociale maatregelen.
Daarnaast komen er nieuwe technologieën op ons af, die de veiligheid van burgers en
hulpverleners kunnen vergroten. Denkt u aan het vergroten van de datamogelijkheden met
C2000, het moderniseren van de brandweeruitrusting of bewegingsdetectoren, waarmee
personen in een object kunnen worden opgespoord.
Andere factoren zijn de groter wordende afstand tussen wonen en werken en de combinatie
hoofdberoep, privé en vrijwilligerswerk. En de bijdrage die werkgevers in het
hoofdberoep bereid zijn te leveren. Of de veranderende behoeften van de nieuwe
vrijwilligers zelf. Kortverbanders in plaats van life time employment met minder sociale
binding. Zij vragen meer flexibiliteit van de organisatie.
Allemaal zaken die op een of andere manier van invloed zijn op de toekomst van de
vrijwilligheid in de veiligheid.
Waarschijnlijk kunnen we op korte termijn nog een aantal zaken zodanig regelen en
repareren dat de huidige situatie voorlopig nog in stand kan blijven. Maar dat helpt niet
voor de lange duur. We moeten de toekomst onder ogen durven te zien. En daar voortvarend
conclusies uit trekken!
Ik verwacht dat modernisering van het huidige hulpverleningsconcept onontkoombaar is.
Kortom, we moeten nadenken over de modernisering van de repressieve, preventie en
pro-actieve functie van de brandweer.
Het huidige hulpverleningsconcept moet worden vernieuwd. We zullen moeten nadenken over de
taken van beroepskrachten en van vrijwilligers en hoe die zich tot elkaar gaan verhouden.
Er zal een discussie moeten plaatsvinden over welke taken door brandweerlieden in
beroepsdienst worden verricht en welke door vrijwilligers.
Het lijkt bijvoorbeeld voor de hand te liggen dat brandweervrijwilligers het beste ingezet
kunnen worden voor de taken die zich richten op de basisveiligheidszorg, en dat
beroepskrachten de specialistische en ondersteunende taken verrichten.
Andere vraag: hoe organiseren wij de continue beschikbaarheid en inzet van hulpverleners
onder druk van allerlei nieuwe regelgeving?
Adequaat anticiperen op deze toekomst is een gezamenlijke uitdaging. Ik roep u dan ook op
om buiten de traditionele grenzen van uw organisaties te kijken en creatieve oplossingen
hiervoor aan te dragen die dit moderniseringsproces verder kunnen helpen.
Er komen veel veranderingen op u af.
Sommige klein, sommige groot en diep ingrijpend.
De oprichting van veiligheidsregio's, één regionaal bestuur voor Brandweer,
politie en GHOR, de veranderingen in het Besluit Brandweerpersoneel, de regionalisering
van de brandweer, verdergaande taken op het gebied van crisisbeheersing, de problematiek
rondom de instroom van vrijwilligers, het meer en meer multidisciplinair samenwerken en
oefenen, verbeteren van de informatievoorziening op het gebied van rampenbestrijding. Het
is veel, dat begrijp ik, maar het zal de kwaliteit van uw organisatie en de bescherming en
diensten die we bieden een stuk beter maken. Ik weet dat u er alles aan zult doen om zo
goed mogelijk voorbereid te zijn voor dreigingen en mogelijke rampen en calamiteiten.
Dat vergt moed en dat vergt sterk leiderschap. Uw medewerkers en de burgers mogen dat van
u verwachten. Samen moeten wij werken en bouwen aan een veiliger Nederland.
Ik wens u veel succes en wijsheid bij alle taken die voor u liggen.