Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de
uitreiking van de tweede generatie Duurzaam Veilig in Leiden
(alleen uitgesproken tekst geldt)
Dames en heren,
Als minister vind ik natuurlijk alle Verkeer en Waterstaatonderwerpen
heel erg belangrijk, of het nu gaat over spitsstroken, de HSL of de
Betuweroute. Toch, moet ik u eerlijk zeggen, is er één onderwerp dat
voor mij wel een hele bijzondere plaats inneemt. En dat is
verkeersveiligheid. Het zal u dan ook niet verbazen dat ik mij
gesteund voel door een groot aantal partijen die zich inzetten om de
verkeersveiligheid te verbeteren. Zoals de SWOV! Dit boek is daar een
mooi voorbeeld van.
Het is op zich een mooi jaar voor de verkeersveiligheid. Ik april heb
ik met gepaste blijdschap aan de pers kunnen melden dat er in 2004
véél minder doden zijn gevallen in het verkeer dan in het jaar ervoor.
Ruim 200 minder en daarmee zitten we op een historische laagterecord
van 881 verkeersdoden. Dat is geweldig, maar 881 doden per jaar zijn
er nog steeds 881 te veel. Dat zijn toch 18 bussen vol met kinderen,
ouders, echtgenoten, broers en zussen. Achter de zakelijke
statistieken schuilt altijd een wereld van verdriet. Alle reden om te
blijven inzetten op een nog veiliger verkeer.
Het lastige is dat deze daling zich niet zo makkelijk laat verklaren.
Als je het per jaar bekijkt, zijn de cijfers sowieso vrij grillig met
uitschieters naar boven en naar beneden. Tot nu toe is het onmogelijk
gebleken om één duidelijke oorzaak of combinatie van oorzaken aan te
wijzen. Graag zou ik Bob en Goochem alle credits geven voor de daling,
maar die kunnen nooit zo'n enorm verschil op hun geweten hebben. Dat
geldt ook voor andere factoren. Het weer heeft bijvoorbeeld ook een
positieve rol gespeeld, maar die invloed is net zo goed beperkt. Ook
de SWOV - onze gastheer van vandaag - schrijft de daling niet op het
conto van één factor, maar spreekt van een combinatie van oorzaken.
Gelukkig staat één ding wel als een paal boven water: de meerjarige
trend is dat het aantal verkeersslachtoffers daalt. En dat is niet in
de laatste plaats te danken aan Duurzaam Veilig. Uit onderzoek blijkt
dat er zeker 65 doden en 975 ziekenhuisgewonden per jaar minder vallen
door Duurzaam Veilig. Dat is niet zo verwonderlijk, want de eerste
generatie van dit concept in het bekende paars boek heeft een enorme
stroom van verkeersveiligheidsmaatregelen op gang gebracht. Tussen
2001 en 2005 is het aantal rotondes bijvoorbeeld verdubbeld tot ruim
3300. Er ligt nu ook maar liefst 27500 kilometer aan 30-kilometerzones
in Nederland, dat is drie keer zoveel als eind jaren negentig. Even
voor uw begrip: al die wegen achter elkaar is verder dan van hier tot
Tokio. Deze zones hebben samen- de 60-kilometerzones - een flinke
daling van het aantal verkeersdoden per strekkende kilometer op hun
naam staan.
Maar het kan altijd nog veiliger. Zeker als het gaat om de inrichting
van de 30-kilometerzones. Met drempels, wegversmallingen en andere
obstakels kunnen we veel meer uit deze zones halen. Ik kan me dan ook
vinden in de oproep van 3VO aan gemeenten om vooral door te gaan met
de aanleg van 30 kilometer gebieden, maar dan wel te zorgen voor een
goede inrichting.
Door al die infrastructurele maatregelen is Duurzaam Veilig voor veel
mensen synoniem met een veilige inrichting van de weg. Maar dat is
niet het hele verhaal, want Duurzaam Veilig is veel meer dan
overzichtelijk asfalt en duidelijke borden. Duurzaam veilig gaat ook
over voertuigen en mensen die daarin rijden. Deze elementen hebben
sinds de geboorte van de eerste generatie Duurzaam Veilig toch een
beetje in de schaduw gestaan van de infrastructuur. Het is nu de
hoogste tijd om ze in de spotlights te zetten.
Ik ben daar druk mee bezig. Denk aan mijn pleidooi voor een betere
Rijopleiding, de invoering van het brommerrijbewijs en campagnes als
BOB en `I love' Verkeersregels. Stuk voor stuk maatregelen die
inspelen op het gedrag van mensen in het verkeer. Stuk voor stuk heel
belangrijke maatregelen ook, want een groot deel van de ongelukken
ontstaat door menselijke fouten.
Ook het voertuig heeft mijn aandacht. Zo zijn we bezig met de
ontwikkeling van technische snufjes die vrachtwagenchauffeurs helpen
in het dagelijkse drukke verkeer. Na de introductie van de
dodehoekspiegel is bijvoorbeeld het project DEARTRUCK gestart.
DEARTRUCK staat voor DEtection ARound the TRUCK. Wat de chauffeur niet
kan zien, ziet de techniek. En dat is echt keihard nodig, want aantal
slachtoffers als gevolg van dodehoekongevallen is in 2004 namelijk
weer gestegen. Ondanks de goede over all cijfers moeten we dus alert
blijven.
Dames en heren,
De tweede generatie Duurzaam Veilig heeft net als ik oog voor het hele
veiligheidsplaatje: de weg, het voertuig en de mens. Dat weet ik omdat
ik al een voerproefje heb gehad van het nieuwe Duurzaam Veilig menu
dat SWOV vandaag serveert.
Een aantal dingen vielen me op in de conceptteksten die ik onder ogen
heb gehad. Graag loop ik met u even langs die highlights. Ten eerste -
ik zei het net al - heeft de mens een centrale positie. Voorlichting,
campagnes, regels voor autogebruik zijn terecht belangrijke
ingrediënten van de tweede generatie.
Iets anders dat me opviel in het concept is nadruk op decentralisatie
en de keerzijden daarvan. De vraag `is verkeersveiligheid in goede
handen bij de regio?' was duidelijk aanwezig in de conceptversie en
het is niet de eerste keer dat SWOV die vraag stelt. SWOV schildert de
Brede Doeluitkering af als een gevaar voor de verkeersveiligheid.
Regio's zouden deze vrijheid kunnen gebruiken om in hele andere zaken
te investeren. En het Rijk zou z'n handen hebben afgetrokken van
Duurzaam Veilig.
Ik hoop dat deze boodschap de conceptfase niet heeft overleefd, want
die doet de werkelijkheid absoluut geen recht. De afspraken met de
regio over wat we willen bereiken, zijn namelijk nog nooit zo
duidelijk geweest. Ze staan zwart op wit in de Nota Mobiliteit. Als
die straks is vastgesteld door de Kamer hebben de afspraken een
PKB-status en zijn dus bikkelhard. Kortom, geen reden tot zorg,
integendeel.
Zelf wil ik ook graag nog iets hightlighten en dat is het belang van
samenwerking. Een prachtig voorbeeld van goede samenwerking is het
Landelijk Initiatief Verkeersveiligheid. Ik hoop dat er nog vele van
zulke samenwerkingsverbanden zullen volgen.
Dames en heren,
Het is bijna zover: de tweede generatie Duurzaam Veilig neemt het over
van de eerste. Volgens mij kan die met een gerust hart met pensioen,
want dit nieuwe boek staat vol van de vernieuwende ideeën. Ideeën die
we heel goed kunnen gebruiken op onze weg naar nog meer veiligheid.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat