Provincie Friesland

provincie Fryslân
project Deregulering
2e tussenrapportage
november 2005
Samenvatting
In mei van dit jaar hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken binnen het project Dereguleren, in het bijzonder over de beleidsprogramma's Sociaal beleid en zorg, Cultuur, taal en onderwijs en Ruimte en wonen. In deze tweede tussenrapportage doen we u verslag van de bevindingen die betrekking hebben op de beleidsprogramma's Bestuur en veiligheid, Verkeer en vervoer, Milieu, Landelijk gebied en Economie, recreatie en toerisme. Tevens informeren wij u over de zgn. 0-meting administratieve lasten provincie Fryslân.

Kern van het project is het toepassen van de dereguleringstoets op het Friese verordeningenbestand. Dit bestaat voor 49% subsidieverordeningen. Van de 56 regelingen die administratieve lasten veroorzaken voor bedrijven en/of maatschappelijke instellingen en/of (georganiseerde) burgers is 90% een subsidieregeling. Deze percentages maken het aannemelijk dat reductie van administratieve lasten vooral in de subsidiesfeer moet worden gevonden.

Het bureau SIRA Consulting uit Nieuwegein is opdracht verleend om een 0-meting administratieve lasten uit te voeren op de door het provinciaal bestuur vastgestelde autonome verordeningen. Het totaal van de administratieve lasten voor bedrijven, maatschappelijke instellingen en (georganiseerde) burgers voor autonome regelgeving is voorlopig berekend op ca.E 3,1 miljoen per jaar. Dit is inclusief de kosten die voortvloeien uit regelgeving die gezamenlijk is vastgesteld de drie noordelijke provincies en wordt uitgevoerd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Het zwaartepunt van de administratieve lasten, inclusief het SNN, ligt bij de beleidsprogramma's Economie, recreatie en toerisme en Cultuur, taal en onderwijs. Ongeveer 56% van de totale administratieve lasten komt voor rekening van regelingen die worden uitgevoerd binnen het SNN. Voor de uitsluitend door het provinciaal bestuur van Fryslân vastgestelde regelingen bedragen de administratieve lasten ca. E 1,3 miljoen per jaar. Ter vergelijk, de door het Rijk veroorzaakte administratieve lasten voor bedrijven zijn berekend op E 16,4 miljard per jaar.

Als we de administratieve lasten binnen het beleidsprogramma Cultuur, taal en onderwijs relateren aan het totaal op basis van dit programma verleende subsidie ("de omzet") dan bedragen deze lasten ca. 2% van die omzet. Als we alleen kijken naar de structurele en budgetsubsidies is ca. 1%. Voor Economie, recreatie en toerisme bedragen de relatieve administratieve lasten ca. 13%, waarbij wordt aangetekend dat juist door het SNN hoge subsidies worden verstrekt. De informatieverplichtingen zijn daarop afgestemd.

Vermindering van administratieve lasten is vooral mogelijk door het aanpassen van de eisen die de Algemene subsidieverordening stelt aan het "afrekenen" van subsidies. Het in bepaalde gevallen laten vervallen van de verplichting om een accountantsverklaring over te leggen levert een substantiële reductie op. Voor beleidsprogramma's als Cultuur, taal en onderwijs en Sociaal beleid en zorg, met de nadruk ligt op subsidiëring, ligt dat rond de 20%.

Voor het overige zien wij binnen de hierboven genoemde beleidsprogramma's, door het samenvoegen van regelingen, het schrappen van bepaalde informatieverplichtingen of de keuze voor een ander beleidsinstrument, mogelijkheden om verder te dereguleren.


1. Inleiding
In mei van dit jaar hebben wij u geïnformeerd over de voortgang van het project Dereguleren. Aanvankelijk kende het project een doorlooptijd van twee jaren, met een afronding aan het eind van 2006. Door een herschikking van werkzaamheden wordt het project nu afgesloten in het eerste kwartaal van 2006. Direct daarna zullen wij u de eindrapportage aanbieden met voorstellen voor deregulering. Als voorbode daarvan bieden we u graag een 2e tussenrapportage aan, met de laatste stand van zaken.

Om de gedachten te bepalen schetsen we nog even de hoofdlijnen van het project: a. een oriëntatiefase, waarbinnen enquêtes en interviews zijn/worden gehouden en het digitaal meldpunt administratieve lasten onderdak heeft gevonden en b. een dereguleringstoets (D-toets), het instrument waarmee provinciale verordeningen tegen het licht zijn/worden gehouden.


2. Oriëntatiefase
Op dit moment brengen we de reacties vanuit de oriëntatiefase in kaart. Alvast een kleine greep uit de reacties die betrekking hebben op het proces van subsidieverstrekking: De taal die in formulieren wordt gebruikt is te juridisch en te ingewikkeld. Er wordt veel gedetailleerde informatie gevraagd. Het is onduidelijk waarom bepaalde gegevens moeten worden aangeleverd en de kosten voor het verzamelen en verstrekken van informatie zijn hoog. Het indienen van de begroting en het afleggen van rekening en verantwoording kost veel tijd. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen grote en kleine subsidiebedragen. De kosten van een accountantsverklaring zijn relatief gezien hoog.

De reacties die we van "Wet milieubeheer bedrijven" hebben ontvangen zijn overwegend positief. Genoemd wordt dat er de afgelopen jaren al veel vooruitgang is geboekt met het terugdringen van de administratieve lastendruk. Dat hangt zonder twijfel samen met het door de afdeling Milieuvergunningen standaard toezenden van een zgn. "tevredenheidsenquête" en het op basis van de daaruit verkregen informatie verbeteren van de procedures.

Het digitaal "Meldpunt Regels", is, samen met enkele andere provincies, inmiddels gekoppeld aan het landelijk meldpunt administratieve lasten van het ministerie van BZK.Het meldpunt, dat vooral bedoeld is als "vangnet", in aanvulling op de enquêtes, heeft geen inhoudelijke reacties opgeleverd.


3. Dereguleringstoets
In totaal worden 123 verordeningen (peildatum 1 december 2004), verdeeld over 9 beleidsprogramma's, getoetst. De verordeningen zijn grofweg onder te verdelen in de volgende categorieën: subsidies, vergunningen/ontheffingen, belastingen, adviescommissies, prijzen, bezwaar en beroep, (kies)reglementen/rechtspositioneel en overig. Van de 123 regelingen zijn er inmiddels drie regelingen van rechtswege vervallen. Van de resterende verordeningen zijn er 56 die informatieverplichtingen voor bedrijven en/of maatschappelijke instellingen en/of (georganiseerde) burgers bevatten. Deze regelingen zijn meegenomen in de hierna te noemen 0-meting administratieve lasten provincie Fryslân.

Grafiek 1

49% van het Friese verordeningenbestand valt in de categorie subsidies. Van de 56 autonome regelingen die informatieverplichtingen voor bedrijven en/of maatschappelijke instellingen en/of (georganiseerde) burgers bevatten is dat zelfs bijna 90%. Dat gegeven maakt het aannemelijk dat reductie van administratieve lasten vooral in de subsidiesfeer moet worden gevonden.

0-meting administratieve lasten
Onder administratieve lasten (administratieve lasten) wordt verstaan de kosten voor bedrijven, maatschappelijke instellingen en (georganiseerde) burgers om te voldoen aan informatieverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving van de overheid .

voorbeeld:
Gegevens die moeten worden aangeleverd bij het aanvragen en het afrekenen van een subsidie.

In de eerste tussenrapportage hebben wij u geïnformeerd over de landelijke 0-meting administratieve lasten provincies, waarbij door middel van extrapolatie de totale administratieve lasten voor de provincies zijn berekend op E 246 miljoen per jaar. Uit de resultaten van deze landelijke 0-meting bleek dat ca. 85% van de door de gezamenlijke provincies veroorzaakte administratieve lasten voor rekening komt van medebewindregelgeving. Dat zijn regels die de provincie op basis van hogere regelgeving uitvoert en niet of beperkt door het provinciebestuur zijn te beïnvloeden. Maar liefst 52% van de totale administratieve lasten wordt in medebewind veroorzaakt door het aanvragen en naleven van de vergunning in het kader van de Wet milieubeheer.

Om een meer concreet beeld voor Fryslân te verkrijgen heeft ons college aan het betreffende onderzoeksbureau (SIRA Consulting) opdracht gegeven om een aanvullende 0-meting administratieve lasten op door het provinciaal bestuur vastgestelde verordeningen (peildatum 1 december 2004) uit te voeren, voor zover deze regelgeving een autonoom karakter heeft, indachtig het gegeven dat juist deze regelgeving direct door het provinciaal bestuur is te beïnvloeden.

resultaten 0-meting administratieve lasten provincie Fryslân: Het totaal van administratieve lasten Fryslân voor bedrijven, maatschappelijke instellingen en (georganiseerde) burgers voor autonome regelgeving is voorlopig berekend op ca.E 3,1 miljoen per jaar . Uitgesplitst naar beleidsprogramma is het beeld als volgt :

|beleidsprogramma           |administratie|%          |
|                           |ve lasten in |           |
|                           |E            |           |
|1. Bestuur en veiligheid   |3.800        |0,1        |
|2. Verkeer en vervoer      |32.000       |1          |
|3. Water                   |-            |-          |
|4. Milieu                  |49.200       |2          |
|5. Landelijk gebied        |44.800       |1,4        |
|6. Economie, recreatie en  |2.117.000    |68         |
|toerisme                   |             |           |
|7. Sociaal beleid en zorg  |145.800      |5          |
|8. Cultuur, taal en        |527.800      |17         |
|onderwijs                  |             |           |
|9. Ruimte en wonen         |194.400      |6          |
Tabel 1

Het zwaartepunt van de administratieve lasten ligt bij de beleidsprogramma's Economie, recreatie en toerisme en Cultuur, taal en onderwijs. Binnen het eerstgenoemde programma komt 56% van de administratieve lasten voor rekening van regelingen die worden uitgevoerd binnen het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Grafiek 2

De administratieve lasten moeten overigens wel in perspectief worden geplaatst. Vooropgesteld merken we op dat administratieve lasten in het verkeer met de overheid onvermijdelijk zijn. De afgifte van een vergunning of het verlenen en afrekenen van een subsidie vergt nu eenmaal dat (voldoende) informatie wordt verstrekt. De totale omvang van de lasten is daarnaast sterk afhankelijk van het aantal malen dat bijvoorbeeld subsidie wordt gevraagd. Als we de administratieve lasten binnen het beleidsprogramma Cultuur, taal en onderwijs relateren aan het totaal op basis van dit programma verleende subsidie ("de omzet") dan bedragen deze lasten ca. 2% van die omzet. Voor de structurele en budgetsubsidies is ca. 1%. Voor Economie, recreatie en toerisme bedragen de relatieve administratieve lasten ca. 13%, waarbij wordt aangetekend dat met name bij het SNN hoge subsidies worden verstrekt. Zo kent bv. de Investeringspremieregeling voor 26 verleende subsidies in 2004 een omzet van ruim E 5,4 miljoen. De informatieverplichtingen zijn daarop afgestemd. De SNN-regeling Noordelijke Innovatie Ontwikkelingsfaciliteit kende daarentegen in dat jaar een zeer groot aantal aanvragen, wat uiteraard zwaar drukt op de administratieve lasten.

Resultaten van de dereguleringstoets in vogelvlucht In mei hebben wij u geïnformeerd over de beleidsprogramma's Sociaal beleid en zorg, Cultuur, taal en onderwijs en Ruimte en wonen, Hieronder de belangrijkste bevindingen van de dereguleringstoets voor de overige beleidsprogramma's :

Beleidsprogramma 1: Bestuur en veiligheid
Dit beleidsprogramma kenmerkt zich door een groot aantal "intern" gerichte (rechtspositionele) regelingen voor het provinciaal bestuur. De binnen dit programma veroorzaakte (geringe) administratieve lasten houden verband met het verlenen van vergunningen en ontheffingen op grond van de Wadloopverordening. Ons college ziet aanleiding om de (verouderde) Inspraakverordening en de (nog nieuwe) verordening Burgerinitiatief samen te voegen tot een verordening Interactief bestuur. De termijn voor het indienen voor een burgerinitiatiefvoorstel kan aanmerkelijk worden bekort.

Beleidsprogramma 2: Verkeer en vervoer
Wij zullen een drietal subsidieverordeningen binnen dit programma ter discussie stellen. De regeling Innovatieve projecten openbaar vervoer kan naar onze mening worden ingetrokken. Het realiseren van de beleidsdoelstellingen op basis van de verordeningen Verbetering toegankelijkheid openbaar vervoer en verordening Verbetering sociale veiligheid kan wellicht met behulp van een alternatief beleidsinstrument.

Beleidsprogramma 4: Milieu
Binnen de Provinciale milieuverordening kan hoofdstuk 2, dat betrekking heeft op de provinciale commissie "Kritebelied", vervallen, nu er een integraal reglement is voor de commissies op grond van de Wet milieubeheer, de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Waterhuishoudingswet. De inhoud van Titel 4.3 (Afvalstoffen) wordt binnen afzienbare termijn opgenomen in een algemene maatregeling van bestuur bij de Wet milieubeheer. De inhoud van titel 4.5 (Overige algemene regels) wordt opgenomen in de Meststoffenwet. Het ligt in de rede om de inhoud van de Subsidieverordening gebiedsgericht beleid Fryslân onder te brengen bij de toekomstige Verordening Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Een wetsontwerp Wet Investeringsbudget Landelijk gebied, als basis voor deze verordening, is op rijksniveau in voorbereiding. De Ontgrondingenverordening is gebaseerd op de Ontgrondingenwet. Het ministerie van V&W analyseert op dit moment langs twee sporen de Ontgrondingenwet. Voor de korte termijn (2006) wordt gekeken of de Ontgrondingenwet kan worden vereenvoudigd (bv. de mogelijkheid om in de provinciale verordening categorieën aan te wijzen waarvoor de vergunning wordt vervangen door algemene regels). Voor de wat langere termijn wil V&W onderzoeken of de Ontgrondingenwet kan vervallen en regulering via de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan plaatsvinden. Parallel aan de wetswijziging van 2006 zal ons college een voorstel voorbereiden tot wijziging (en waar mogelijk vereenvoudiging) van de Ontgrondingenverordening. De subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen is een interim-regeling die eind 2005/begin 2006 in de Wet Bodemsanering zal worden opgenomen. De verordening kan dan worden ingetrokken.

Beleidsprogramma 5: Landelijk gebied
Van de 8 regelingen is er inmiddels één van rechtswege vervallen. Ons college heeft de PCLG om advies gevraagd omtrent de noodzaak van de Distelverordening. Dat advies is nog niet binnen. De subsidieverordeningen Milieuvoorlichting en natuur- en landschapszorg, Projectengeld Natuur en landschapsbeheer en "Vliegende euro's" kunnen worden vereenvoudigd. Er zijn (veel) bepalingen opgenomen die al in de Algemene wet bestuursrecht zijn geregeld en/of in de Algemene subsidieverordening zijn of kunnen worden opgenomen. In eerstgenoemde subsidieverordening kan een informatieverplichting worden geschrapt.

Beleidsprogramma 6: Economie, recreatie en toerisme Dit beleidsprogramma is verantwoordelijk voor 68% van de totale administratieve lasten uit autonome regelgeving. Binnen het programma vallen een vijftal subsidieverordeningen die in gemeen overleg tussen de noordelijke provincies tot stand zijn gekomen en gelijkluidend zijn vastgesteld door provinciale staten van Fryslân, Groningen en Drenthe. De regelingen worden uitgevoerd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling SNN. Omdat voornoemde verordeningen mede door provinciale staten van Fryslân zijn vastgesteld zijn de administratieve lasten voor het Friese aandeel in de totale jaarlijkse administratieve lasten provincie Fryslân opgenomen. De vijf SNN subsidieregelingen veroorzaken 56% van de totale administratieve lasten voor Fyslân. Naar verwachting zullen deze regelingen in eind 2006 zijn "uitgewerkt", in die zin dat op basis daarvan geen subsidieaanvragen meer kunnen worden ingediend. We zullen onze bevindingen voorleggen aan het dagelijks bestuur van het SNN.

Grafiek 3

De overige verordeningen binnen dit programma kunnen allemaal worden vereenvoudigd. In de verordening Fries banenplan, de verordening Sociaal economisch beleid en de verordening Recreatie en toerisme zijn relatief veel bepalingen opgenomen die al in de Algemene wet bestuursrecht zijn geregeld en/of in de Algemene subsidieverordening zijn of kunnen worden opgenomen. Ten aanzien van de verordeningen Sociaal economisch beleid en Recreatie en toerisme zullen wij enkele informatieverplichtingen ter discussie stellen.
4. Voorstellen voor deregulering
In de eerste tussenrapportage hebben wij enkele voorstellen voor deregulering gepresenteerd. Die voorstellen zijn hetzij algemeen van aard, hetzij specifiek voor een beleidsprogramma. Hieronder vullen we de eerste tussenrapportage aan. Vanwege de samenhang zullen we voorstellen die al in de eerste rapportage zijn genoemd kort herhalen. In de eindrapportage zullen we onze voorstellen nader motiveren.

Algemene dereguleringsvoorstellen

Het wijzigen van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân. Deze verordening, vormt het algemeen juridisch kader voor het verlenen van subsidies door het provinciaal bestuur. Ons college wil koersen op een systematiek waarin harmonisatie van regelgeving, één van de opdrachten uit het Friese bestuursakkoord, een belangrijke rol speelt. Kort gezegd betekent dit een nieuwe Algemene subsidieverordening, waarin het gehele proces van subsidieverstrekking is uitgewerkt Onder de respectieve beleidsprogramma's komen specifieke subsidieverordeningen, waarbij autonome subsidieverstrekking binnen één beleidsprogramma zoveel als mogelijk in één verordening wordt ondergebracht.

Overdracht van de bevoegdheid tot subsidieverlening. Ons college zal voorstellen dat provinciale staten ruimere bevoegdheden met betrekking tot subsidieverstrekking aan gedeputeerde staten overdragen. De staten bepalen de beleidsdoelen en het daarvoor beschikbare budget, alsmede de buitengrenzen van de subsidieverlening door het vaststellen van de Algemene subsidieverordening. De realisatie van het beleid, door het vaststellen van concreet te subsidiëren activiteiten en de subsidieverlening, wordt aan gedeputeerde staten overgelaten.

Het wijzigen van de standaard beslistermijn van 13 weken naar 8 weken. Wij zullen voorstellen om de "standaard" beslistermijn van 13 weken terug te brengen naar 8 weken (met de mogelijkheid van verlenging).

Het wijzigen van eisen die worden gesteld aan het afleggen van rekening en verantwoording bij het vaststellen van subsidie. Wij zijn van mening dat met aanpassen van de eisen die de Algemene subsidieverordening stelt aan de rekening en verantwoording een aanmerkelijke reductie van de administratieve lasten kan worden bereikt. We denken dat dit voor de beleidsprogramma's Cultuur, taal en onderwijs en Sociaal beleid en zorg rond de 20% kan liggen.

Het introduceren van een minimum subsidiebedrag.
In de 1e tussenrapportage hebben we opgemerkt dat het provinciebestuur relatief veel "kleine" subsidies verstrekt, met name binnen het beleidsprogramma Cultuur, taal en onderwijs. Kleine subsidies drukken relatief zwaar op de administratieve lasten. Tevens zijn wij van mening dat er balans moet zijn tussen de met het verlenen van subsidie gepaard gaande bestuurslasten en de hoogte van de subsidie.

Het reduceren en digitaliseren van het aantal formulieren voor het aanvragen en afrekenen van subsidie en het waar mogelijk vereenvoudigen van de inhoud. Wij willen het aantal formulieren terugbrengen naar maximaal twee per beleidsprogramma, die digitaal beschikbaar zijn binnen de hierna te noemen subsidie-infotheek.

Het introduceren van een subsidie-infotheek
Wij zin van mening dat de digitaal te verstrekken informatie over subsidiemogelijkheden voor verbetering vatbaar is. Het college zal een digitale subsidie-infotheek ontwikkelen, waar (potentiële) aanvragers in heldere taal informatie kunnen krijgen over subsidie(on)mogelijkheden en de procedure.

Het uitvoeren van een periodieke dereguleringstoets Het college zal provinciale verordeningen ééns per collegeperiode toetsen aan de hand van de dereguleringstoets. Onderdeel van die toets is het monitoren van de administratieve lasten.

Consultatie bij ontwerp-wetgeving
Het college zal als gedragslijn voorstellen dat ontwerp-verordeningen die administratieve lasten veroorzaken voor advies worden voorgelegd aan belanghebbende maatschappelijke organisaties, bv. MKB Noord-Nederland en VNO-NCW.

Dereguleringsvoorstellen per beleidsprogramma

Beleidsprogramma 1: Bestuur en veiligheid
Het wijzigen van de Verordening burgerinitiatief.
Wij zullen voorstellen om de procedure voor een burgerinitiatief aan te passen, zodanig dat de behandelingstermijn met ca. 2 maanden kan worden bekort.

Het samenvoegen van de navolgende verordeningen:
Inspraakverordening
verordening Burgerinitiatief
tot de verordening Interactief bestuur provincie Fryslân. Ook overige initiatieven met betrekking tot interactief bestuur, voor zover die in regelgeving moeten worden gevat, kunnen in deze regeling een plaats krijgen.

Het samenvoegen van de navolgende verordeningen:
verordening rechtspositie leden provinciale staten verordening vergoeding staten- en commissieleden
tot de verordening Rechtspositie staten- en commissieleden. Dat brengt de rechtspositionele bepalingen die betrekking hebben op leden van provinciale staten bij elkaar.

Beleidsprogramma 2: Verkeer en vervoer
Het intrekken van de subsidieverordening Innovatieve projecten openbaar vervoer Van deze regeling wordt geen gebruik gemaakt. Het subsidieplafond is in januari 2005 op E 0,- gesteld.

Het intrekken van de subsidieverordeningen Verbetering toegankelijkheid openbaar vervoer en verordening Verbetering sociale veiligheid. In de praktijk is gebleken dat uitsluitend zgn. concessiehouders gebruik maken van de mogelijkheid om subsidie te verkrijgen. Om het gewenste beleidseffect te realiseren staat een meer concreet beleidsinstrument ter beschikking door (meerjaren)afspraken op te nemen in de concessieovereenkomst. Wij onderzoeken op dit moment de mogelijkheden.

Beleidsprogramma 4: Milieu
We zullen met betrekking tot dit programma nog geen concrete voorstellen doen. Het betreft hier met name medebewindregelgeving, waarvan bekend is dat de onderliggende rijksregelgeving wordt aangepast.

Beleidsprogramma 5: Economie, recreatie en infrastructuur Het aanpassen van de verordening Recreatie en toerisme. De aanvrager dient, indien de subsidie is verleend voor een tijdvak dat meer dan één kalenderjaar omvat, een tussentijds activiteitenverslag over te leggen, vergezeld van een financieel verslag. We zullen voorstellen om deze tussentijdse informatieverplichting te schrappen. In voorkomende gevallen kan bij de subsidiebeschikking een tussentijdse informatieverplichting worden opgelegd.

Het aanpassen van de verordening Sociaal economisch beleid. Een aanvraag voor een voorschot moet vergezeld gaan van een schriftelijke verklaring omtrent de definitieve wijze waarop de financiering is zeker gesteld en de wijze waarop in voorkomende gevallen wordt voldaan aan de gestelde verplichtingen die zijn opgenomen in de verleningsbeschikking. Door bij de aanvraag duidelijk te zijn over de inrichting van de begroting kan deze informatieverplichting worden geschrapt.

Beleidsprogramma 6: Landelijk gebied
Het aanpassen van de verordening Milieuvoorlichting en natuur- en landschapszorg. Het verzoek tot vaststelling van subsidie moet o.a. vergezeld gaan van een "een staat van de werkelijke wijze van financiering". Deze informatieverplichting kan worden geschrapt.

Beleidsprogramma 7: Sociaal beleid en zorg
De minister van VWS voorstellen om de Gezondheidswet aan te passen. De Friese raad voor de Volksgezondheid, ingesteld op grond van de Gezondheidwet, is in 1995 ontbonden. Daarmee is de bepaling in de Gezondheidswet een lege huls. Wij zullen via het IPO de minister van WVS voorstellen om de opdracht aan provinciale staten tot het bij verordening instellen van een Raad voor de Volksgezondheid te schrappen.

Samenvoegen van diverse subsidieverordeningen:
tot de subsidieverordening Sociaal beleid en zorg. Harmonisatie leidt tot een meer transparant overzicht van subsidies op dit beleidsterrein.

Beleidsprogramma 8: Cultuur, taal en onderwijs
Intrekken van de Verordening exposities Friese musea. Door het gereserveerde budget toe te kennen aan de budgetsubsidie voor deze instellingen komen informatieverplichtingen en de daarmee gepaard gaande administratieve lasten op basis van deze verordening te vervallen.

Samenvoegen van diverse subsidieverordeningen
tot de subsidieverordening Cultuur, taal en onderwijs. Harmonisatie leidt tot een meer transparant overzicht van subsidies op dit beleidsterrein.

Samenvoegen van de navolgende verordeningen:
Oardering oangeande it skriftlik brûken fan de Fryske en de Nederlânske taal verordening de Offisiële stavering fan it Frysk
tot de verordening Fryske taal. Harmonisatie leidt tot een meer transparant overzicht van algemeen verbindende voorschriften met betrekking tot de Friese taal.

Samenvoegen van de navolgende verordening/reglementen: Oardering kultuerprizen en de wittenskipspriis
Reglement Gerrit Bennerprijs voor beeldende kunst. Reglement Vredeman de Vries prijs voor Architectuur Reglement Vredeman de Vries prijs voor Vormgeving
tot de verordening Prijzen provincie Fryslân. Harmonisatie leidt tot een meer transparant overzicht van provinciale prijzen.

Samenvoegen van de diverse reglementen voor adviescommissies tot het Reglement adviescommissies Cultuur, taal en onderwijs. Overigens onderzoekt ons college nut en noodzaak van de diverse adviesstructuren

Beleidsprogramma 9: Ruimte en wonen
Samenvoegen van diverse subsidieverordeningen
tot de subsidieverordening Ruimte en wonen. Harmonisatie leidt tot een meer transparant overzicht van subsidies op dit beleidsterrein

Parallel aan het project Deregulering, dat primair betrekking heeft op de provinciale verordeningen, zijn binnen dit beleidsprogramma dereguleringsvoorstellen gedaan met betrekking tot het "ruimtelijk toezicht".


-----------------------
Informatieverplichtingen die worden opgelegd aan andere overheden vallen buiten de definitie van administratieve lasten. Basisjaar is 2004.
De definitieve onderzoeksresultaten moeten nog worden opgeleverd. In het conceptrapport administratieve lasten provincie Fryslân zijn de lasten voor structurele- en budgetsubsidies op basis van de Algemene subsidieverordening toegekend aan het thema Cultuur, taal en onderwijs, omdat deze verordening beheersmatig bij dit beleidsprogramma is ondergebracht. In deze tabel is dit gecorrigeerd en zijn deze lasten toegekend aan de respectieve beleidsprogramma's. Het beleidsprogramma Water moet nog worden getoetst.


-----------------------
2e eee


---- --