MINVROM: Veel illegale afvaltransporten in Europa

Ministerie vrom

http://www.vrom.nl

De Europese regels voor de export van afval worden vaak overtreden. Dit blijkt uit een gezamenlijke handhavingsactie in zeventien Europese zeehavens. 48% procent van de gecontroleerde afvaltransporten was tijdens de controle illegaal. Zeehavens in Duitsland, Engeland, Frankrijk, Ierland, Polen, Letland, Slovenië, Zweden en Nederland waren betrokken bij de actie. De controles zijn onderdeel van het internationale zeehavenproject en zijn in samenwerking met de VROM-Inspectie in oktober uitgevoerd.

Overtredingen
In de zeventien zeehavens zijn in totaal 3000 documenten gecontroleerd en 258 transporten 'fysiek' gecontroleerd. Bij 140 van de transporten ging het om afval. 68 hiervan bleken illegaal. Het betrof onder meer illegaal Zweeds kabelafval voor China en afgedankte koelcompressoren met CFK's voor Pakistan. In Letland is een illegaal transport van koperafval naar Panama onderschept. In het Verenigd Koninkrijk zijn veertien zeecontainers met huishoudelijke afvalstoffen, onderweg naar India, tegengehouden. In Nederland zijn containers geblokkeerd met elektronica scrap, oude batterijen, zwaar vervuild koperafval en CFK-houdende koelkasten. In Frankrijk zijn 30 afvaltransporten geblokkeerd. De containers waren onder meer geladen met afvalstoffen zoals PCB- en bitumenhoudend kabelafval, vervuilde motorblokken, lompen, autobanden, electronica scrap en telefoonkabels met loodhulzen. Ze waren bestemd voor landen in Azië en Afrika. De overtredingen zijn vooral in Frankrijk, Zweden en Nederland geconstateerd. De illegale afvaltransporten gaan conform internationale afspraken terug naar het land van herkomst.

Internationaal zeehavenproject
Het internationale zeehavenproject heeft als doel de handhaving door de lidstaten van de EU-regelgeving op het gebied van de export van (gevaarlijke) afvalstoffen te verbeteren en te uniformeren. Bij het zeehavenproject worden voertuigen, schepen en containers waarmee (afval)stoffen worden vervoerd en opslaglocaties in havengebieden gecontroleerd. Er wordt vooral aandacht besteed aan de uitvoer van afvalstoffen uit de Europese Unie naar niet-OESO landen, zoals een aantal Afrikaanse en Aziatische. Export van afvalstoffen naar dergelijke landen is vaak verboden of alleen toegestaan met toestemming van de betrokken autoriteiten. Bij de controles werkt de VROM-Inspectie nauw samen met een groot aantal handhavingsdiensten, zoals de Douane, de regiokorpsen en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Belangrijk doel van het project is dat milieu-inspecteurs van de betrokken landen informatie en ervaringen uitwisselen. Op basis hiervan heeft een aantal landen de handhavingsmethoden verbeterd.
In 2003 is het eerste zeehavenproject uitgevoerd. Hier deden zes landen aan mee. Een gedeelte van de gecontroleerde afvaltransporten bleek toen illegaal. Daarom is gekozen voor een vervolgproject. Ook bij gezamenlijke controleacties in 2004 en maart van dit jaar bleek een groot aantal transporten illegaal. Aan het zeehavenproject doen naast Nederland op dit moment 12 landen mee: België, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Ierland, Letland, Malta, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden. In juni 2006 verschijnt het eindrapport.

Europese handhavingsstrategie
Uit de hoeveelheid illegale onderschepte transporten en de geconstateerde tekortkomingen, blijkt dat samen handhaven van de Europese regelgeving op afvaltransporten noodzakelijk is. De Europese regelgeving voor grensoverschrijdende afvaltransporten geldt namelijk voor alle lidstaten. Er zijn dus geen verschillende regels per land. Wel is elke lidstaat zelf verantwoordelijk voor de handhaving. Daarbij bestaan echter momenteel nog grote onderlinge verschillen. Via het European Union network for Implementation and Enforcement of Environmental Law (IMPEL) werken Europese landen samen aan een meer uniforme handhaving. Het zeehavenproject is hiervan een voorbeeld. Daarnaast wordt gewerkt aan een Europese handhavingsstrategie.