Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Korte toespraak van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Melanie Schultz van Haegen, bij de uitreiking van de ProRail PrijsVraag in Utrecht

(alleen uitgesproken tekst geldt)

Dames en heren,

ProRail had geen betere plek kunnen kiezen voor de uitreiking van de ProRailPrijs dan het spoorwegmuseum. In zo'n toepasselijke omgeving is het natuurlijk een stuk prettiger praten over het spoor dan in een saaie vergaderingzaal. Bovendien heeft dit stukje spoorhistorie net een extreme makeover achter de rug en voldoet nu weer aan alle eisen van de 21^e eeuw. En dat is precies wat we ook in petto hebben voor het spoor.

Mijn ambitie is om de kwaliteit van het spoor een stevige impuls te geven. Dat geldt voor het spoor zelf en voor het vervoer op het spoor. Dat die twee alles met elkaar te maken hebben, hoef ik u niet te vertellen. Met kwaliteit bedoel ik meer betrouwbaarheid, meer veiligheid en meer capaciteit. Dat is allemaal ontzettend hard nodig omdat er een behoorlijke groei op ons af komt. De prognoses in de Nota Mobiliteit zijn dat we in 2020 we in Nederland ruim twintig procent meer met de trein reizen dan in het jaar 2000.

Zonder onderhoud is dat een kansloze missie. Dat bewijst het verleden wel. Jarenlang is onderhoud het kind van de rekening geweest. Met als resultaat dat het aantal treinen dat op tijd reed een paar geleden onder de 80 procent dook. Dat was absoluut onacceptabel en daarom hebben we aan het begin van deze kabinetsperiode ruim anderhalf miljard euro vrijgemaakt voor extra onderhoud. Een breed pakket aan maatregelen moet ons in sneltreinvaart naar onze eindbestemming brengen: Kwaliteit met de hoofdletter K. Onder de noemer `Herstelplan Spoor' timmert ProRail al flink aan de weg - of beter gezegd aan het spoor. De eerste positieve resultaten zijn geboekt.


- Ten eerste steeg de punctualiteit eind 2004 sterk naar 86 procent,

dat was in 2003 nog 83 procent. Uit de laatste cijfers blijkt helaas

wel dat de punctualiteit weer onder druk staat, dus het blijft zaak '

om alles uit de kast te halen.


- Ten tweede nam het aantal storingen af. In 2002 waren er meer

dan 8000 storingen, in 2004 waren het er 7300.


- Ten derde maakt de NS in het eerste halfjaar van 2005 ook nog

eens ruim 2,5% meer reizigerskilometers dan in 2004.


- En Last but not least - ten vierde - ontwikkelt ook de veiligheid zich positief. Het aantal botsingen op spoorwegovergangen daalde van 88 in 2000 tot 59 in 2004. Maar ook hier geldt natuurlijk dat we niet rustig achterover kunnen leunen. Kijk maar naar de recente gebeurtenissen in Amsterdam.

Kortom, we zijn best goed op weg en we gaan nog heel veel werk verzetten. Maar werken aan het spoor heeft ook een keerzijde: overlast voor reizigers. Treinen die niet kunnen rijden of worden omgeleid zorgen voor vollere treinen en langere reistijden. En daar ben ik - als voorstander van topkwaliteit - helemaal niet blij mee.

Des te blijer ben ik met de ProRail PrijsVraag over de vraag: "Hoe kan het spoor worden onderhouden met veel minder hinder?" En nog blijer wordt ik hopelijk van het resultaat. Prijsvragen blijken keer op keer een fantastisch middel om de innovatiekracht van de markt aan te boren. Zo ook nu. Maar liefst 63 innovatieve inzendingen vonden hun weg naar ProRail en zijn allemaal te bewonderen in het gele boek. De meest uiteenlopende ideeën heb ik daarin gezien, van sneller slijpen van de rails tot strips onder wisseldwarsliggers en van een RailInzetbus tot het gebruik van een helikopter om gegevens te verzamelen. Stuk voor stuk geweldige ideeën, waarvan er door de jury vijf zijn genomineerd.

Als ik denk aan de prachtige presentaties die ik net heb gezien, kan ik alleen maar zeggen dat de jury een goede keuze heeft gemaakt met deze vijf. Helaas is er maar één gelukkige, die zijn idee in de praktijk mag brengen. Net als u ben ik heel nieuwsgierig naar wie dat is. Het grote antwoord zit in de enveloppe die Friso de Zeeuw in z'n handen heeft en die ik zo mag openmaken.