VVD



Nieuws

9 nov 2005 - Inbreng Schippers en Van Miltenburg
bij VWS-begroting 2006

In de Tweede Kamer had op 9 november 2005 de behandeling van de begroting Volkgezondheid, Welzijn en Sport plaats. Voor de VVD hadden woordvoersters Edith Schippers en Anouchka van Miltenburg het woord.

Hier treft u hun inbreng.

VWS-begroting 2006 van 9 november 2005

VVD-Tweede-Kamerfractie, woordvoerster: Edith Schippers

Onderdeel: cure

Gesproken woord geldt!

2015

Waarom doen we nu eigenlijk wat we doen? Wat is de gezondheidszorg die wij voor ogen hebben? Wat is het perspectief dat wij de mensen willen bieden en waarin de hervormingen moeten worden geplaatst? We nemen het jaar 2015. Nederland heeft een kwalitatief hoogstaande, innovatieve gezondheidszorg die toegankelijk is voor iedereen. De patiënten zijn tevreden, want zij worden snel en klantvriendelijk geholpen, hoeven niet langer dan nodig te wachten op onderzoeksuitslagen, de zorg is afgestemd op de medische noden van de patiënt, er wordt maatwerk geboden en er wordt in de zorgketen goed samengewerkt. De premie is betaalbaar, ondanks de toegenomen zorgvraag en de technische mogelijkheden. Internationaal is Nederland een land dat in trek is bij patiënten. Zij laten zich graag behandelen in onze ziekenhuizen en betalen daar ook voor. Hierdoor is zorg een exportproduct geworden. Nederland heeft ook een vooraanstaande positie in de ontwikkeling van genees- en medische hulpmiddelen. Onze innovaties vinden hun aftrek over de hele wereld. Er is nog een hele weg te gaan, maar de eerste stappen om dit einddoel te verwezenlijken, zijn gezet.

Zvw

De VVD heeft in de begrotingen 2004 en 2005 veel aandacht besteed aan waarom wij hervorming van ons ziektekostenverzekeringsstelsel willen en de randvoorwaarden noodzakelijk om het systeem te laten werken. De problemen die het huidige stelsel laten vastlopen, hebben alles te maken met de complexiteit van het huidige versnipperde systeem, de oneerlijke premielastverdeling die hiervan het gevolg is en het gebrek aan consumentenmacht. De hele operatie is ingegeven door een betere positie die verzekerden en patiënten moeten krijgen en de mogelijkheden om betere zorg en meer maatwerk te realiseren. En dat alles voor een premie die nog door iedereen is op te brengen. Ik ben er trots op dat wij medeverantwoordelijk zijn voor deze belangrijke hervorming die een forse stap zal betekenen voor de klantvriendelijkheid, transparantie en kwaliteit van de zorg. Prestaties gaan er meer toe doen en alle partijen zullen daarop ook worden afgerekend. Op 1 januari 2006 zal de zorg niet direct zijn veranderd. Dit systeem heeft een paar jaar de tijd nodig om zich te zetten. Iedereen moet z'n positie en de macht die daarvan kan uitgaan doorgronden om deze ook te kunnen uitoefenen. In mijn ogen betekent dat ook voor de politiek een oefening in geduld. Niet ieder incident moet worden aangegrepen voor wijzigingen. In groter verband moet worden gekeken naar verbeteringen gaandeweg.

Collectieve contracten

Ook ben ik - anders dan een aantal andere partijen hier in de Kamer - ervan overtuigd dat de ruimte die voor collectieve contracten bestaat in het nieuwe stelsel een enorme positieverbetering voor de zorgvrager zal betekenen. Juist collectieven kunnen richting de verzekeraar een vuist maken. Zij zullen de verzekeraars aanzetten tot beter inkoopbeleid en betere kwaliteit. Individueel verzekerden liften mee op het betere inkoopgedrag van de verzekeraars. Ook zij hebben hier dus voordeel van. En daar is het ons om te doen, niet om die paar procent die op de administratie zijn te halen. Ik ben dan ook verheugd te horen dat er - naast de traditionele, maar niet minder belangrijke collectiviteiten van werknemers - heel veel patiëntenvereniging bezig zijn met onderhandelingen over zo'n collectief contract. Het is heel aardig om te horen dat deze onderhandelingen niet alleen gaan over prijs en over het non-select accepteren voor de aanvullende verzekeringen, maar ook over de kwaliteit van zorg, de beste zorgaanbieder en extra's in de aanvullende verzekering die voornamelijk betrekking hebben op preventie en hulpmiddelen.

Ik heb 2 vragen over de Zorgverzekering:

1. De verdeelsleutel van de kosten is: 50% inkomensafhankelijk, grotendeels opgebracht via de werkgevers, 45% nominaal en 5% rijksbijdrage. Hoe is deze verdeelsleutel na de aanpassing van de inkomensafhankelijke premiepercentages naar 6,5% en 4,4%? Wordt deze verdeelsleutel meegenomen in de monitoring?

2. In antwoord op schriftelijke vragen over het gratis aanbieden van aanvullende verzekeringen in het kader van collectieve contracten geeft de minister aan dat dit juridisch houdbaar is. Ik stel daarbij vraagtekens. Is het gratis aanbieden van een aanvullende verzekering geen dumping. Dumping is verboden. Graag een reactie van de minister.

Plastisch chirurgie

Het is verbazingwekkend hoe alles wat in de zorg niet loopt zoals gewenst, wordt gekoppeld aan de Zvw. Deze wet, die nog moet ingaan, is inmiddels de oorzaak van alle problemen waar men de afgelopen 10 jaar tegenaan is gelopen. De vergoeding van dure geneesmiddelen (helaas een al veel langer spelend probleem, Taxol speelde halverwege jaren '90), eigenlijk de vergoeding van alles wat al dan niet in het pakket zit, machtigingen, de autonomie van de arts, de rol van de verzekeraar. Het is verbazingwekkend om te zien hoe alles aan elkaar wordt geknoopt en de horrorscenario's die over de mensen wordt uitgestrooid. Het lijkt steeds meer handel in angst. Vz, wij kunnen daar eigenlijk niet tegenop. De dokter heeft gelijk, hij doet het immers niet uit eigenbelang maar alles voor de patiënt. Transparantie is bureaucratie, de verzekeraar neemt de spreekkamer over. Ik heb daar meer dan mijn buik van vol en wil de minister dan ook vragen eens een kritisch onderzoek te doen naar deze verhalen. Neem bijvoorbeeld de plastisch chirurgie. Mooi voorbeeld, want deze zorg valt zowel in het tweede als in het derde compartiment. Kijk naar de administratieve lasten, de wachtlijsten, de vermeende willekeur, de rol van arts en verzekeraar. Maar kijk ook naar de indicatiestelling. Verwaterde indicatiestelling, denk aan de buikwandcorrectie, leidt ertoe dat uiteindelijk de mensen die het echt nodig hebben de dupe zijn. Kan de minister zo'n onderzoek toezeggen?

Flexibilisering raden

De advisering over de gezondheidszorg in Nederland is tamelijk star. Advisering gebeurt op basis van lang vooraf opgestelde adviesprogramma's en is ons inziens teveel intern gericht. Buitenlandse expertise wordt veel te weinig betrokken. De netwerkopzet van de Gezondheidsraad spreekt ons zeer aan. Hiervan gaat een dynamiek uit en de inzet van expertise is optimaal. Graag krijgen wij van de minister een visie op de advisering in den brede. Kan er niet meer worden gestroomlijnd, wordt het geld optimaal ingezet en wordt de internationaal aanwezige kennis optimaal benut? De financiering van de adviesraden wordt opnieuw bekeken (motie Verhagen). Wij willen geen pondsgewijze korting. De VVD-fractie zou dit willen aangrijpen voor een meer fundamentele kijk op de adviesraden en vraagt de minister een voorzet te geven.

Experiment vrije tarieven fysiotherapie

Het is jammer dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van het feit dat de vrije tarieven fysiotherapie zijn opgezet als experiment. Het heeft weinig weg van een experiment, een proeftuin van wat mogelijk is en wat niet. Wij zouden graag zien dat het experimentele karakter hiervan meer tot uitdrukking komt en er meer gebruik wordt gemaakt van de ruimte die experimenten naar aard nu eenmaal bieden. Primair ligt het initiatief hiervoor natuurlijk bij de partijen zelf. Maar ook de overheid heeft belang bij meer kennis over deze processen. De fysiotherapeuten zullen niet de laatste beroepsgroep zijn - als het aan ons ligt - en dus is het van belang dat wij meer leren uit de gang van zaken. Kan de minister aangeven wat zijn oordeel is en hoe hij meer kan aanzetten tot diversiteit en innovatiekracht, waar naar de motie ook vraagt? Het leveren van productie is belangrijk, maar als een fysiotherapeut nu juist investeert in zijn patiënten om het aantal behandelingen zoveel mogelijk te beperken, hoe voorkomen we dan dat deze fysiotherapeut dief van eigen portemonnee wordt?

Op de DBC's kom ik uitgebreid terug in het overleg dat binnenkort daarover zal plaatshebben. Ik kan in de korte spreektijd die ik tot mijn beschikking heb, hierop onvoldoende diep ingaan. De schriftelijke antwoorden op de vragen die ik vorige week maandag heb gesteld, zijn teleurstellend. Eigenlijk is de minister op geen van mijn voorstellen ingegaan. Daarom stel ik de Kamer de volgende moties voor:

1. Begrotingsopzet

Ten eerste inzake de begrotingsopzet. Ik heb gevraagd of de budgetflexibiliteit per beleidsartikel kan worden aangegeven. En of de prestatiegegevens helder volgens de VBTB systematiek kunnen worden weergegeven. De minister zou daarop schriftelijk antwoorden, maar ik heb vergeefs gezocht.

2. Dure geneesmiddelen

Ik heb de minister 3 voorstellen gedaan die deze geneesmiddelen betaalbaar moeten houden en de willekeur uit de behandeling moeten halen. We hebben wel een toelichting gekregen op de huidige gang van zaken, maar geen reactie op mijn voorstellen. Opvallend is wel dat - ondanks de aandacht die door specialisten voor dit probleem is gevraagd - er uiteindelijk maar één geval is geconstateerd door de Inspectie waarin de patiënt zorgverlening werd onthouden. De minister stelt daarbij heel helder dat de zorgprofessional bepaalt op grond van de stand van de wetenschap wat de gebruikelijke behandeling is. Daarmee stelt de minister in feite dat een medisch geïndiceerde patiënt recht heeft op deze geneesmiddelen en dat daarmee willekeur niet aan de orde is. Laten we dat dan ook heel helder stellen.

3. Jaarlijkse preventieve controle kinderen op scholen

Tot slot is de motie Arib/Schippers met verwijzing naar het overleg over genitale verminking van de tafel verdwenen. Een rare gang van zaken. Van mijn collega Ayaan Hirsi Ali heb ik begrepen dat in het overleg genitale verminking aan de orde is geweest, maar over de motie verder geen woord is gewisseld. Zo werkt het dus niet. Het kan niet zo zijn dat de staatssecretaris ons uitgebreid toezegt de motie uit te voeren, er vervolgens drie kwart jaar niets gebeurt en er dan in een ao één element wordt uitgelicht waarmee de motie als uitgevoerd wordt afgedaan. Als wij ons werkelijk zorgen maken over preventie, daarin effectief willen optreden, dan is het uitermate belangrijk dat er maatwerk kan worden geleverd. Begeleiding en persoonlijke advisering van kind en ouders is vele malen effectiever dan weer een spotje op tv of een ver/gebod vanuit Den Haag.

4. ICT/EPD

De VVD-fractie was sprakeloos van het bommetje dat de minister afgelopen maandag vlak voor middennacht nog even in ons midden dropte. Het EMD en het waarneemdossier huisartsen worden met een jaar uitgesteld. Toelichting: bouwen en aanpassen van de technische voorzieningen kost meer tijd dan gedacht, ICT leveranciers lopen achter met noodzakelijke aanpassingen en bieden beperkte mogelijkheden voor het EMD, het beveiligingsniveau is onvoldoende, en ga zo maar door. En dat op een onderdeel waaraan de Kamer heeft aangegeven veel waarde te hechten, waarvan de Kamer heeft gesteld dat uitstel niet aan de orde kan zijn, waarop de minister heeft toegezegd het te regelen. Hoe kan het dat deze knelpunten nu pas aan het licht komen? Ik zou bijna zeggen: het is typerend voor het elektronisch dossier en past helaas naadloos in de ervaringen van de afgelopen 10 jaar. De hele wereld draait op ICT en bij het lezen van de brief denk ik dan toch: natuurlijk moet het veilig, natuurlijk moet het degelijk, maar waarom kan het overal wel al jaren en waarom nog steeds niet in de zorg? Dit ligt allemaal zo voor de hand en was allemaal toch te voorzien geweest? De minister kondigt een wet aan, die onder andere aansluiting van zorgaanbieders op het landelijk schakelpunt verplicht stelt, die het elektronisch beschikbaar stellen van patiëntgegevens via het landelijk schakelpunt verplicht stelt. Prima, maar daarmee is er nog geen goed lopend EMD, laat staan een EPD. De minister moet de regie naar zich toetrekken. Speeluur is voorbij. Mijn collega Koser Kaya dient hierover mede namens ons een motie in.

VWS-begroting 2006 van 9 november 2005

VVD-Tweede-Kamerfractie, woordvoerster: Anouchka van Miltenburg

Onderdeel: care

Gesproken woord geldt!

In 2015 wonen er geen ouderen meer in grote instellingen op kamers van 20 vierkante meter met te weinig sanitair. Wel vind je in ieder dorp en iedere wijk kleine woongroepen voor dementerende ouderen. Gezonde ouderen vinden elkaar steeds vaker in gezamenlijke wooninitiatieven. Daar kiezen ze zelf welke diensten en zorg zij daar inkopen, maar veel gebruikelijker is dat ze het zorgen voor elkaar onder elkaar verdelen op een manier waar ze allemaal tevreden over zijn. Wat opvalt is dat deze ouderen na hun pensionering een actieve rol blijven spelen in de samenleving. Dit wordt ook nog gestimuleerd door de invoering van het deeltijdpensioen.

In 2015 maken mensen met een (verstandelijke) handicap of psychische stoornis actief deel uit van de samenleving. Op scholen, sportverenigingen en natuurlijk op het werk vindt men het vanzelfsprekend medeleerlingen, medesporters en collega's te hebben met een beperking. Bij winkels en horecagelegenheden valt het op als er een bordje hangt dat het er niet toegankelijk is voor rolstoelen. Mensen kijken daar afkeurend naar.

In 2015 wordt de gratis heroïneverstrekking na 10 jaar stop gezet: er is geen vraag meer naar. De doelmatige en efficiënte inrichting van het project maakte dat het een succes was.

In 2015 is de AWBZ is verdwenen. Deze verouderde volksverzekering is in 2009 opgegaan in de Zorgverzekeringswet, met uitzondering van de ondersteunende activiteiten die niet op behandeling of genezing zijn gericht. Deze zijn ondergebracht in de Wmo. Van ouderen wordt verwacht dat zij kosten die samenhangen met hun veroudering en die niet direct medisch zijn, zoals woningaanpassingen en hulpmiddelen, zelf betalen. Voor degenen die dit niet kunnen, is er een speciaal ouderenfonds waar zij via de belastingdienst een beroep op kunnen doen. Langdurige zorg wordt door de zorgverzekeraars voornamelijk uitgekeerd in de vorm van een PGB, zodat mensen zelf kunnen kiezen welke kwaliteit zorg ze bij wie inkopen. In 2015 zijn patiëntenverenigingen volwassen geworden: zij zijn een volwaardige gesprekspartner van de overheid. Convenanten over terughoudend zorggebruik worden rechtstreeks met hen gesloten en niet langer met koepels van zorgaanbieders. Tenslotte kunnen zorggebruikers zelf goed aangeven waar ze wel en geen behoefte aan hebben. Daar waar mensen die chronische zorg nodig hebben ervoor kiezen om in een instelling te wonen en alle besognes uit te besteden aan een zorgaanbieder, kunnen zij via een onafhankelijke cliëntenraad invloed uitoefenen op de bestuurders van de instelling.

Het is nog geen 2015. Sommige van deze idealen lijken nu nog ver weg, voor anderen kun je zien dat ze in de steigers staan. Het PGB wint aan populariteit in de AWBZ. In de Zorgverzekeringswet heeft het PGB een wettelijke status gekregen en in de laatste Nota van Wijziging van de Wmo wordt het PGB ook in het gemeentelijke domein verplicht. De toezegging vorige week van de Staatssecretaris om opnieuw te kijken of de procedures rondom het PGB eenvoudiger en minder bureaucratisch kunnen ervaart de VVD als heel positief. Tot slot loopt in de provincie Limburg een experiment met een persoonsvolgend budget in de jeugdzorg. Een prima initiatief. Ik wil u vragen om de kamer op de hoogte te houden van de voortgang, in het kader van het delen van goede ervaringen.

Daar waar het gaat om het scheiden van wonen en zorg is er nog een lange weg te gaan. Vorige week heeft deze kamer een motie van mijzelf en mevrouw Smits aangenomen waarin wij aandringen op een plan van aanpak. Nogmaals wil ik u vragen om het scheiden van wonen en zorg met name in de sector voor Verzorging en Verpleging met extra veel vaart op te pakken. Ik kies hierbij voor deze groep omdat het een groeisector is en omdat de meeste cliënten financieel op eigen benen staan. De overgang van intramuraal naar extramuraal is voor deze groep dus het minst ingrijpend.

Nu we door invoering van de Zorgverzekeringswet een verzekering hebben gecreëerd voor alle Nederlanders, moeten we haast gaan maken om de AWBZ hierin op te laten gaan. Twee zorgverzekeringen naast elkaar levert allerlei, voor patienten onverklaarbare, barrières op in de zorgketen. Bovendien zullen zorgverzekeraars hun kosten als het even kan afwentelen op de AWBZ, dus op ons allemaal, om zo hun premies te drukken.

Zo heb ik als AWBZ-woordvoerder gemengde gevoelens als ik hoor dat ziekenhuizen hun ligtijden flink hebben teruggebracht na daartoe een convenant te hebben gesloten met minister Hoogervorst. Voor de patiënt is het prima dat er maatwerk wordt geleverd en de zorg thuis is natuurlijk veel goedkoper, maar wie verzorgt de wonden van die patiënten als ze thuis komen? Juist, de onvolprezen thuiszorg, betaald vanuit de AWBZ... Op welke termijn verwacht u dat alle op genezing gerichte thuiszorg tot een jaar overgeheveld kan worden naar de Zorgverzekeringswet?

Cliëntenraden, zo zei ik in mijn inleiding, moeten onafhankelijk gefinancierd worden. De minister, zo begreep ik vorige week, is het hiermee niet eens. Hij vindt dat je de positie van de patiënt moet financieren via landelijke verenigingen. Een liberale visie die goed werkt in de zorgverzekering, waar het uiteindelijk gaat om individuele belangen. Voor mensen die wonen in een instelling geldt echter ook een lokaal belang, namelijk dat zij invloed kunnen uitoefenen op het functioneren van de instelling waar zij zorg ontvangen, maar waar zij ook wonen en waar dus bijna hun hele leven zich afspeelt. De minister is dus van mening dat directies maar moeten bepalen of de bewoners die invloed wel of niet en krijgen. Het laat zich raden dat daar waar cliëntenraden het hardst nodig zijn ze er dus niet komen en ik eis dat u uw beleid op dit punt aanpast. Ik heb daartoe de volgende motie: We blijven nog even bij de begroting van 2006.

Eén van de manieren die zijn gebruikt om de groei in de AWBZ af te remmen, is de aangescherpte indicatiestelling via het gecentraliseerde CIZ. Er is veel geld in die centralisering gaan zitten met als argument dat de werkprocessen sterk zouden verbeteren. (p 57) Ik maak mij zorgen over de afhandeling van beroepsprocedures bij het CVZ. Begin dit jaar was er een stuwmeer aan bezwaarschriften, en moesten mensen lang wachten op een beslissing. In een kwart van de gevallen viel die beslissing ook nog eens uit in het voordeel van de klager. Dat maakt het wachten extra zuur. Kunt u vertellen wat de stand van zake is op dit moment bij CVZ-afdeling bezwaarschriften CIZ en kunt aangeven wat de aard is van de gegrond verklaarde bezwaren zodat het CIZ zo snel mogelijk haar werkwijze op deze punten kan aanpassen.

Jeugdzorg

Tijdens het notaoverleg van vorige week heb ik namens mijn fractie mijn zorgen geuit over de jeugdzorg en meer in het bijzonder over de besteding van 25 miljoen euro aan een elektronisch kind dossier. Inmiddels heeft u gisteren in een brief aan de kamer laten weten dat dat geld bestemd is voor de automatisering van de Nederlandse consultatiebureaus en de schooldokter. Daar kunnen wij niet tegen zijn omdat ook de VVD het wel handig vindt dat de gegevens die daar worden verzameld op een moderne manier worden verwerkt. Omdat het hier een heel groot bedrag betreft verzoeken wij u om voor het geplande AO over de jeugdzorg op 29 november een uitgebreide brief naar de kamer te sturen over hoe deze automatisering wordt aangepakt.

Tot slot het nieuwe subsidiebeleid

Patiënten- en belangenbehartigers krijgen subsidie vanuit het Fonds PGO. Veel belangenbehartigers als de CG-raad en de Federatie van Ouderverenigingen bestaan dankzij de VWS-subsidie, maar brengen de belangen van hun achterban natuurlijk ook onder de aandacht bij andere departementen, zoals Onderwijs, Sociale Zaken en Verkeer en Waterstaat. Voor VWS staat vanaf 2007 de belangenbehartiging in de zorg centraal en stelt dat de verenigingen zich voor de financiering van hun overige activiteiten maar tot de andere departementen moeten wenden. De VVD is van mening dat dit zal leiden tot hopeloos veel meer bureaucratie, onzekerheid en vooral frustratie. Ik stel voor dat het fonds PGO voor deze groepen het geld gaat incasseren bij andere departementen dan VWS, zodat brede belangenverenigingen kunnen volstaan met één subsidieaanvraag. Dat vraagt van alle betokken bewindspersonen die tenslotte hun handtekening hebben gezet onder het regeerakkoord waarin ze beloven inclusiefbeleid te voeren, om hun belofte te gelde te maken. Tenslotte hebben hun departementen jarenlang gebruik gemaakt van door VWS gesubsidieerde belangenbehartigers, die tenslotte functioneren als hun gesprekspartner voor de samenleving. Om mijn oproep te ondersteunen zal ik een motie indienen en die luidt als volgt: Ter aanvulling kan ik u melden dat de VVD bij alle begrotingen van eerder genoemde ministeries de bewindspersonen zal oproepen om een structurele bijdrage aan het fonds PGO te gaan leveren. Terug naar 2015. Patiëntenorganisaties zijn een volwaardige gesprekspartner geworden van de regering. De eerste stappen hiertoe werden gezet door het hervormingskabinet Balkenende II, dat regeerde van 2003 tot en met 2007.

9 november 2005