Gemeente Alphen aan den Rijn
Uitkomst scholierenonderzoek Veilig Opgroeien
Minder gewelddadig gedrag, hoger alcoholgebruik en meer schoolverzuim
Uit een onderzoek onder 12- tot en met 17-jarige scholieren blijkt dat
Alphen aan den Rijn als geheel licht afwijkt van de andere steden waar
eerder een dergelijk onderzoek is gehouden. Er is minder gewelddadig
gedrag en er wordt meer alcohol gedronken. Dit geldt zowel voor het
veelvuldig als het veel drinken. Verder spijbelen de jongeren uit
Alphen aan den Rijn meer en worden zij vaker uit de klas gestuurd. Aan
het onderzoek in Alphen aan den Rijn hebben 1.495 jongeren meegewerkt.
Het onderzoek is gedaan voor het project Veilig Opgroeien, een project
dat het principe van Communities that Care (CtC) volgt. Dit staat voor
veilig opgroeien in een gezonde en leefbare wijk. In Alphen aan den
Rijn wordt hiermee gestart in de wijken Oudshoorn, Lage Zijde/Hoge
Zijde/Hoorn en in de Edelsteen- en Planetenbuurt. Over enkele jaren
wordt het onderzoek herhaald om te kijken of de aanpak effectief is
en/of moet worden bijgesteld.
Het onderzoek is in juni 2005 afgenomen op de scholen voor het
voortgezet onderwijs. Jongeren die buiten Alphen aan den Rijn wonen
zijn in de analyse buiten beschouwing gelaten. Voor het onderzoek is
Alphen aan den Rijn opgedeeld in vijf gecombineerde wijken: Oudshoorn,
Ridderveld, Zegersloot/Buitengebied, Lage Zijde/Hoge Zijde/Hoorn en
Kerk en Zanen. Om te bepalen in welke wijken de ´Communities that
Care´ aanpak wordt ingevoerd, is op basis van de uitkomsten van de
enquete per wijk een analyse gemaakt. De belangrijkste conclusies per
wijk zijn:
Oudshoorn: de jongeren vertonen voornamelijk probleemgedrag
gerelateerd aan geweld en delinquentie. Ook wordt in Oudshoorn iets
meer gedronken en iets meer hasj en marihuana gebruikt dan in de
andere wijken. De jongeren voelen zich weinig betrokken bij hun wijk.
Zij vinden dat er onvoldoende activiteiten voor hen zijn.
Ridderveld: er wonen relatief veel jongeren met een allochtone
achtergrond en buitenlandse taalachtergrond, uit een-oudergezinnen
waarvan de ouders laag opgeleid zijn en waarvan beide ouders niet
werken. De scores op de probleemgedragingen geweld en
jeugddelinquentie zijn lager dan het stedelijk gemiddelde. De jongeren
houden zich goed aan de regels. Ook wordt er relatief weinig gerookt
en is het alcoholgebruik lager. Het schoolverzuim door ziekte is
hoger.
Zegersloot/Buitengebied: ook hier wonen relatief veel jongeren met een
allochtone achtergrond en buitenlandse taalachtergrond, uit
een-oudergezinnen waarvan de ouders laag opgeleid zijn en waarvan
beide ouders niet werken. De jongeren in deze wijk nemen vaker deel
aan vechtpartijen, vernielingen op straat en winkeldiefstal. Ook is
sprake van veelvuldig alcoholgebruik. Op school worden de jongeren
vaak de klas uitgestuurd en zijn niet gemotiveerd.
Lage Zijde/Hoge Zijde/Hoorn: in deze wijk wonen meer mensen met
Nederlandse nationaliteit dan in de andere wijken en meer
twee-oudergezinnen waarvan beide ouders werken. Wat probleemgedrag
betreft scoort de wijk relatief slecht als het gaat om iets op straat
vernielen. Ook wordt er veel en veelvuldig gerookt en gedronken. Er
wordt door de jongeren relatief veel gespijbeld en men wordt vaak uit
de klas gestuurd. Jongeren vinden de buurt leuk en willen niet graag
verhuizen.
Kerk en Zanen: hier wonen de meeste mensen met een Nederlandse
nationaliteit en de meeste twee-oudergezinnen waarvan de ouders
hoogopgeleid zijn en/of beiden werken. Het percentage jongeren dat
´regelmatig een wapen meeneemt´ is hier het hoogst. De
verkrijgbaarheid van wapens en drugs in de wijk is laag. Er wordt veel
gerookt en vaak gedronken. De jongeren hebben het vermogen hulp te
vragen en kunnen voor ondersteuning terecht bij personen in hun
omgeving. Zij zijn gehecht aan de buurt.
Op basis van deze uitkomsten wordt in de wijken Oudshoorn, Lage
Zijde/Hoge Zijde/Hoorn en de Edelsteen- en Planetenbuurt gestart met
de CtC-aanpak. Hiermee worden alle ISV-wijken in de CtC-strategie
worden opgenomen. Beide aanpakken kunnen elkaar versterken.
Hoe werkt Communities that Care?
Communities that Care is een nieuwe manier om iets te doen aan bepaald
probleemgedrag onder jongeren, zoals geweld, jeugddelinquentie,
problematisch gebruik van alcohol en drugs, schooluitval en
tienerzwangerschappen. In de Verenigde Staten is hier al met veel
succes ervaring opgedaan. Gebleken is dat jongeren minder snel
probleemgedrag vertonen als ze opgroeien in een leefbare omgeving,
waarin de jongere een goede band heeft met familie, leeftijdsgenoten,
school en de wijk. Eerst wordt onderzocht wat de problemen in de wijk
zijn, welke factoren meespelen en wat er in de wijk al wordt
ondernomen om de problemen tegen te gaan. Vervolgens wordt er een
'preventieteam' samengesteld met beroepskrachten uit de zorg, het
onderwijs, het welzijnswerk, de politie en de kinderbescherming. Zij
formuleren wat de toekomst van kinderen in de buurt zou kunnen zijn en
maken afspraken over de manier van werken. Daarna wordt er een
wijkprofiel opgesteld en maken de betrokkenen samen een plan van
aanpak. Alleen programma's en projecten waar concreet resultaat te
verwachten is, worden gezamenlijk uitgevoerd. De vorderingen worden
gevolgd door de landelijke projectleiding.
De provincie Zuid-Holland heeft de gemeente Alphen aan den Rijn voor
dit project uitgekozen vanwege het goede jeugdbeleid. De overige
gemeenten in Zuid-Holland waar het CtC-project van start is gegaan
zijn Maassluis, Dordrecht, Leiden en Rotterdam-Hoogvliet.
Bijlage: Rapport onderzoek
Meer informatie over CtC is te vinden op www.ctc-holland.nl