D66
Schriftelijke inbreng van de leden van de D66-fractie (lid Van der
Laan) voor het verslag
inzake de goedkeuring van het verdrag betreffende de toetreding van de
Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (30 256 R1800)
De leden van de fractie van D66 hebben met interesse kennis genomen
van het wetsvoorstel tot ratificatie van het Toetredingsverdrag en de
voorliggende reactie van de regering op de voortgangsrapportage van de
Europese Commissie. Als pro-Europese partij heeft D66 uitbreiding van
de Europese Unie consequent gesteund als middel om onze welvaart en
verworvenheid te waarborgen. Voorwaarde voor ratificatie van
toetreding van zowel Bulgarije als Roemenië tot de Europese Unie is
voor D66 het voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld in 1993 in
Kopenhagen en uitgewerkt in het Toetredingsverdrag. Deze leden zijn
voorts verheugd over de vooruitgang die beide landen sinds de vorige
rapportage door de Europese Commissie hebben geboekt. Zij vragen zich
echter wel af waarom er is vastgehouden aan één Toetredingsverdrag
voor Bulgarije en Roemenië. Hierdoor kan de indruk worden gewekt dat
er een koppeling zou bestaan tussen beide landen. Graag horen deze
leden een bevestiging dat dit verdrag de mogelijkheid open laat om
apart tot toetreding over te gaan, bijvoorbeeld Roemenië in 2007 en
Bulgarije in 2008.
De leden van de D66-fractie delen de mening van de regering dat bij
het besluit tot ratificatie beide landen op hun eigen merites
beoordeeld dienen te worden. Kan de regering expliciet toezeggen dat
er in deze besluitvorming voor de regering geen juridische of
politieke koppeling zal bestaan tussen beide landen?
Deze leden menen dat hervormingen die een belangrijke bijdrage leveren
aan positieve veranderingen in beide landen worden geïnspireerd door
het vooruitzicht van toetreding. Erkent u samen met deze leden dat de
beslissing over de ratificatie van het Toetredingsverdrag het
belangrijkste politieke drukmiddel is dat Nederland tot haar
beschikking heeft om de noodzakelijke hervormingen door te voeren in
deze landen? Gezien de conclusie van de Europese Commissie in
bovengenoemd rapport dat in beide landen nog veel hervormingen nodig
zijn om het acquis te implementeren, zijn deze leden van mening dat
deze politieke druk gewenst is -en naar het zich laat aanzien dit
voorlopig blijft.
Voortgangsrapportage
De leden van de D66-fractie zijn onder de indruk van het
gedetailleerde en gedegen `monitoring report' van de Europese
Commissie van 25 oktober 2005. Deze leden zien in deze secure en
apolitieke rapportage ook een aanwijzing dat lessen zijn geleerd uit
de maatschappelijke en politieke discussie over verdere uitbreiding
van de Europese Unie na de afwijzing van de Grondwet. Deelt de
regering de mening dat een geloofwaardig en grondig toetredingsproces
een voorwaarde is voor draagvlak van deze uitbreiding? En dat dit
precedent tevens de politieke discussie met betrekking tot de
onderhandelingen over de toetreding van Turkije ten goede zal komen?
Datum vs. criteria
De D66 leden vinden het daarom jammer dat het belangrijkste drukmiddel
uit handen wordt gegeven door de clausule die uitstelling van
toetreding met maximaal één jaar na 1 januari 2007 toestaat en
toetreding per uiterlijk 1 januari 2008 garandeert. Welke
mogelijkheden zijn er ná ratificatie, de toetreding van één of beide
landen uit te stellen indien blijkt dat ook op 1 januari 2008 niet aan
de criteria wordt voldaan. De D66 leden delen de analyse van de
regering dat er tijdens toetredingsonderhandelingen in het
Toetredingsverdrag voldoende instrumenten voor handen zijn om `er voor
te zorgen dat beide landen bij toetreding aan alle verplichtingen
kunnen voldoen' vooralsnog niet. Op welke wijze denkt het kabinet wel
voldoende politieke druk uit te kunnen blijven oefenen om toch de
hervormingen door te voeren? Zijn er nog mogelijkheden om het besluit
tot ratificatie van het Toetredingsverdrag door Nederland afhankelijk
te maken van het voldoen aan de de criteria en niet een kunstmatig
vastgestelde datum die informatie noch oordeel over de staat van
hervormingen verschaft? Deelt de regering de mening van de leden van
D66 dat het vaststellen van een toetredingsdatum in toekomstige
toetredingsverdragen vermeden moet worden en dat dat element uit het
Toetredingsverdrag niet als precedent mag werken.
Mensenrechten
Voorts zien de leden van de D66 fractie graag verdere voorstellen van
de regering tegemoet voor het waarborgen van de mensenrechten in
lidstaten van de Europese Unie. Welke mogelijkheden ziet de regering
om het Europees Mensenrechten Agentschap een prominentere rol te geven
in het zorgdragen voor naleving van mensenrechten-verdragen in
lidstaten na toetreding tot de Europese Unie? Deelt zij de mening van
de D66 fractie dat het Agentschap elk jaar een mensenrechtenverslag
moet maken van alle lidstaten, om er zorg voor te dragen dat
mensenrechten en democratie op een apolitieke, objectieve manier
worden gecontroleerd ook na de toetreding?
De leden van D66 zouden graag horen welke bronnen de regering naast de
voortgangsrapportage van de Europese Commissie gebruikt om vast te
stellen of landen aan de criteria voldoen, danwel te toetsen of het
commissie rapport compleet is.
Tot slot zijn de leden van de D66 fractie van mening dat het op dit
tijdstip te vroeg en onwenselijk is om tot een definitief besluit te
komen over het al dan niet ratificeren van het Toetredingsverdrag. Zij
zullen de volgende rapportage van de Europese Commissie in april of
mei 2006 afwachten en dan een beslissing nemen. Het afhankelijk
stellen van deze beslissing van het voldoen aan gestelde criteria,
draagt er naar de mening van deze leden toe bij dat de politieke druk
op Bulgarije en Roemenië optimaal blijft. Daarentegen denken deze
leden niet dat het wenselijk is om een signaal te sturen dat uitstel
aan de orde zou zijn. Dit zou de hervormingskracht kunnen demotiveren
of verzwakken en dus onwenselijk zijn.
10-11-2005 14:15