Ministerie van Algemene Zaken


1red16136
11-11-2005, NOS, Met het oog op morgen, R.1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER UITZETTING VAN DE OVERLEVENDEN VAN DE SCHIPHOLBRAND EN DE BESCHADIGING VAN DE RUIT VAN DE WERKKAMER VAN MINISTER VERDONK


- UITZETTING OVERLEVENDEN SCHIPHOLBRAND -


BALKENENDE:
Mevrouw Verdonk heeft gezegd dat de uitzetting doorgaat, maar ze heeft tegelijkertijd ook aangegeven dat dat bekeken zal worden per persoon. Ze heeft ook toegezegd dat er sprake zal zijn van onderzoek als daar aanleiding toe is. Dat wordt op een zorgvuldige manier gedaan.


CARASSO:
Het wil niet zeggen dat iedereen het land uit moet?


BALKENENDE:
Nee, ze zegt: 'Ik zal er zorgvuldig mee omgaan'. Wat natuurlijk verder heeft gespeeld, ze heeft nadat de brand was uitgebroken gezegd: 'Ik ben nu terughoudend. De mensen kunnen voorlopig blijven'. Maar dat heeft ze gedaan in het kader van het onderzoek. Er worden nu steeds meer dingen bekend. Dat betekent dat je nu een andere fase in gaat. Het zal op een zorgvuldige manier gebeuren. Dat heeft ze aangegeven.


CARASSO:
Ze gaat inderdaad per geval bekijken hoe die persoon er voor staat. Maar ze wilde gisteravond in het debat met de Kamer niet de criteria noemen op basis waarvan mensen misschien kunnen blijven. Waarom noemt het kabinet die criteria niet?


BALKENENDE:
Dat is denk ik ook heel goed, verstandig en ook juist als de minister dat zo doet. Het gaat om individuele situaties die beoordeeld moeten worden. Elk geval is ook weer verschillend. Dat is iets anders dan dat je een standaardregeling doet dat je gaat werken van: die regeling is zus of zo. Dan kun je de indruk krijgen van een soort generale regeling. Dat is niet de bedoeling.


CARASSO:
Dan wordt er misschien gezegd: 'Iedereen met een trauma en kan blijven' en dan heeft zo meteen morgen iedereen een trauma?


BALKENENDE:
Ja. Waar het natuurlijk om gaat, je moet nu niet de situatie krijgen dat iemand denkt: als ik aan dat criterium voldoe dan kan ik in Nederland blijven. Dat mag helemaal niet.


CARASSO:
Dan gaan mensen daar rechten aan ontlenen?


BALKENENDE:
Je moet in dit soort situaties goed en zorgvuldig te werk gaan. Dat betekent dat je elke persoon afzonderlijk moet beoordelen. Dat gebeurt ook en dat zal zorgvuldig gebeuren.


CARASSO:
Het kabinet lijkt steeds de nadruk te leggen op het wegsturen van mensen terwijl lang niet iedereen weg moet. Bij de discussie over de uitgeprocedeerde asielzoekers die het land uit moesten - de 26.000 - van hen mag uiteindelijk een enorm aantal blijven: 15.000 zaken zijn behandeld en zo'n 7.000 mogen blijven. Hoe komt dat toch?


BALKENENDE:
Er is steeds gezegd: 'We willen een goed terugkeerbeleid omdat we de regels van onze rechtsstaat moeten respecteren.' Wanneer mensen na ommekomst van de procedures en vaak ook een hoger beroep te horen hebben gekregen: u moet terug naar het land van herkomst, dan is dat de algemene lijn. Tegelijkertijd is gezegd dat gekeken moet worden of er sprake is van schrijnende situaties.


CARASSO:
Dat zijn er nogal veel.


BALKENENDE:
Die zijn er. Het is ook goed dat dat wordt gezegd.


CARASSO:
Is het dan een imagokwestie: 'We zijn niet zo streng, maar we doen alsof we het wel zijn'?


BALKENENDE:
Nee, het is de combinatie van: je neemt de uitspraken van rechters serieus
- dat is de hoofdlijn - en in de toepassing van de regels ten aanzien van uitkering daar zit de mogelijkheid in om rekening te houden met uitzonderlijke situaties van mensen. Dat wordt op een prudente manier gedaan. Ik ben ook blij dat op een zorgvuldige manier tegen de zaken aan wordt gekeken. Het is dus én én: de algemene regel is geldig, maar in de praktijk moet je ook oog hebben voor de situatie waarin mensen zich bevinden.


CARASSO:
Heeft u zelf niet het idee dat het strenge beeld overheerst?


BALKENENDE:
Ik kan het niet precies duiden of verklaren. Er wordt vaker gelet op 'iedereen moet terugkeren', maar de praktijk is iets anders dan het beeld. Daar heeft u gelijk in.


- RUIT WERKKAMER MINISTER VERDONK -


CARASSO:
Nu we het toch over minister Verdonk hebben, vorige week om deze tijd ging men er van uit dat haar werkkamer beschoten was. Deze week is het hier op het Binnenhof meer een kwestie geworden van: was het een kogel of een vogel. Weet u het al?


BALKENENDE:
Nee, het onderzoek loopt. De verwachting is dat het niet waarschijnlijk is dat het een vuurwapen is geweest. Wat het dan wel is geweest weten we niet. Het zal nog een kleine twee weken duren voor het onderzoek klaar is. Dat moeten we afwachten.


CARASSO:
Heeft u enig idee hoe het verhaal over die kogel in de wereld is gekomen?


BALKENENDE:
Iedereen denkt natuurlijk op dat soort moment aan het ergste. Het is natuurlijk wel iets heel bijzonders. Het gaat niet om een willekeurige ruit van een ministerie. Het gaat om de ruit van de werkkamer van minister Verdonk. Bovendien een minister die al te maken heeft met veel veiligheidsmaatregelen. Een minister die te maken heeft met bedreigingen. Er zijn af en toe calamiteiten geweest. Als dan ineens zo'n ruit beschadigd is geeft dat natuurlijk direct aanleiding tot speculaties, maar vooral - en daar ging het mij om vorige week - om bezorgdheid voor een collega.


CARASSO:
Er zijn bronnen geweest die de kogelversie hebben bevestigd. Is dat niet het gevolg van een enigszins overspannen klimaat in Den Haag?


BALKENENDE:
Je houdt natuurlijk rekening met de ergste dingen. De beschadiging van een ruit is niet zomaar iets.


CARASSO:
Wel als het een vogel is geweest.


BALKENENDE:
Laten we nu maar eens even uit gaan van de leef en denkwereld van mevrouw Verdonk, want het raakt haar in de eerste plaats. Zei zegt nu: 'Ik weet natuurlijk wat er nu is gebeurd. Dat zal het onderzoek moeten uitwijzen'. 'Maar', zegt ze, 'mijn gevoel is niet anders'. Natuurlijk heb je een heel ongemakkelijk gevoel gekregen van: wat gebeurt er met mijn kamer. Ze heeft ook een andere kamer moeten accepteren op het ministerie. Dan kunnen we nu met de wijsheid achteraf zeggen: 'Had het ook iets anders kunnen zijn'. Ja natuurlijk. Je leert altijd. Tegelijkertijd hebben we wel te maken met de emoties van dat moment, het feit dat er een ruit is beschadigd. Daar moet je niet lichtvaardig over spreken.


CARASSO:
Femke Halsema vindt dat het kabinet door op die manier te reageren een mediahype voedt.


BALKENENDE:
Ik ben het niet met haar eens. Het onderzoek zal moeten uitwijzen wat het precies is geweest. Maar het was op dat moment toch iets wat iedereen aangreep. Natuurlijk moet je wachten en kijken wat het geweest kan zijn.


CARASSO:
U bent altijd de premier van de feiten en weg met de hype en de beeldvorming.


BALKENENDE:
Dat is ook zo. Maar er is een ding wat niemand kan wegwassen en dat is dat wanneer dit gebeurt bij een werkkamer van een minister, dat geeft aanleiding tot zorg en dan heb je te maken met betrokkenheid. Dat verhaal blijft nog steeds overeind.


CARASSO:
Die kun je toch beter binnenskamers uiten en niet buiten het kabinetsberaad?


BALKENENDE:
Ik begrijp die vraag wel na alle discussies van deze week. Maar is dat nu realistisch en fair? Die journalisten staan te wachten aan het begin van de ministerraad en na afloop.


CARASSO:
Natuurlijk, wij willen het liefst antwoordt. Maar wel op de dingen die waar zijn.


BALKENENDE:
Ja, maar is het dan zo gek dat bewindslieden hun hart laten spreken over een collega? En natuurlijk niet zomaar een collega en er was weldegelijk iets aan de hand.


CARASSO:
Het is niet zomaar iets. Mensen worden bang als ze dat horen.


BALKENENDE:
Op dat moment is het goed dat die betrokkenheid wordt getoond. Dan kunnen we zeggen: 'Het is een vogel'. Dat is dan ook weer erg gemakkelijk gesteld.


CARASSO:
U heeft dus vandaag niet opgeroepen tot iets meer terughoudendheid bij dit soort zaken?


BALKENENDE:
Nee, maar vorige week ging het niet om een uitspraak van: wat is er gebeurd. Het ging eigenlijk om de vraag: we wisten niet wat er aan de hand was. Het ging om de betrokkenheid van collega-bewindspersonen met een collega-minister die iets heel vervelends heeft meegemaakt. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)