Partij van de Arbeid


14 november 2005


Bijdrage van Gerdi Verbeet (PvdA) aan het Notaoverleg Sportbeleid


(Gesproken woord geldt!!)


Voorzitter, de PvdA heeft met belangstelling kennis genomen van de sportnota en de sportbegroting van het kabinet. Op de achtergrond is Erica Terpstra van NOC*NSF merkbaar actief geweest. Wat gebeurt er precies met de extra gelden die in de APB moties zijn toegevoegd aan de sport. Kan dat geld wel op tijd en goed worden besteed? Het gaat immers om een niet eerder vertoonde ophoging van 20% van het budget. De nota van wijziging was bijzonder summier.
De nota "Tijd voor sport" is vooral een echte topsportnota, gericht op een zo goed mogelijke voorbereiding van deelnemers op de Olympische spelen en op versterking van NOC*NSF als kloppend hart van de topsport. Maar er is ook geld opgehaald bij de minister van Integratie en de minister van VWS. Waarschijnlijk is daarom is het breedtesportdeel van de nota niet zozeer gericht op sport als doel, maar op sport als middel. Middel tot integratie, tot overdracht van normen en waarden en tot het bestrijden overgewicht door meer bewegen. Onderbelicht zijn de sportinfrastructuur, de sportvereniging en de vrijwilliger. Graag een nadere reactie van de staatssecretaris op de totstandkoming van de nota en de keuze van de doelen, prestatie-indicatoren en de verdeling van de middelen.


Sport vormt een bindende kracht in de samenleving. "Sport is de motor van de stad". Ik citeer Paul Depla, wethouder van Nijmegen. Een andere PvdA-wethouder Hans Spekman zegt: "Mensen zeggen wel eens verenigingen zijn fenomenen uit een vorige eeuw. Waar maak je je druk om? Mijn stelling is: duurzaam sportbeleid is gebaseerd op de verenigingscultuur." Ik ben het van harte met mijn partijgenoten eens. Sport is een van de belangrijkste steunpilaren van de gemeenschap. Het oranjegevoel wordt door oude en nieuwe Nederlanders gedeeld. Op lokaal niveau worden er vaak door onze eigen wethouders - hele goede initiatieven ontplooid om sport en participatie hand in hand te laten gaan. Mijn partij vindt dat er voor kinderen en jongeren maar drie smaken zijn: je zit op school, je bent aan de slag met een baan of vrijwilligerswerk of je sport! Bij het tegengaan van de ondermijnende TMF/MTV straatcultuur hoort dat jongeren een alternatief wordt geboden dat vormend, gezond en vooral leuk is, een alternatief dat hen de kans geeft hun horizon te verbreden en nieuwe vrienden te maken, dat hen leert zich aan regels en afspraken te houden èn een alternatief dat ze zoveel energie en tijd kost dat ze te moe zijn om nog naar TMF te kijken.


Deze sportnota erkent het belang van sport voor de samenleving Maar de nota gaat voorbij aan twee levensgrote vraagstukken! 400.000 kinderen in Nederland leven onder de armoedegrens en hebben helemaal niet het geld om de contributie van een vereniging en sportspullen te betalen. Vooral de sportdeelname van jongeren op het VMBO is veel te laag. Gemiddeld 67%, in het VMBO 39%. In een klein aantal steden steunt de gemeente deze kinderen. Ik zou de staatssecretaris willen oproepen om dit goede voorbeeld op te pakken en de vorming van een Jeugdsportfonds te bevorderen. In 2004 heb ik al gevraagd een percentage van het sponsorbudget af te storten in zo'n fonds. Dat is niet gebeurd. Uit onderzoek van onder andere van het SCP is gebleken dat vooral allochtonen en kinderen van ouders met lagere inkomens minder sporten en minder vrijwilligerswerk in de sport verrichten. In Amsterdam en in Tilburg heeft het jeugdsportfonds zich bewezen. Ik dacht aan de vorming van robuust jeugdsportfonds. Een publiek/privaat gefinancierd fonds met als doel zo'n 200.000 kinderen extra de komende 4 jaar aan het sporten te krijgen. Mijn fractie heeft een amendement in voorbereiding dat geld hiervoor vrijmaakt. En mijn voorstel heeft als groot voordeel dat deze middelen niet gaan zitten in het zoveelste tijdelijke projectje, maar rechtstreeks ten goede komen aan jongeren tot 18 jaar en indirect ook aan de versterking van de sportvereniging door een vergroting van het aantal leden.


Ik kom nu aan het tweede grote vraagstuk. Terwijl het kabinet alles verwacht van de gemeenten, scholen en de vereniging worden deze nauwelijks ondersteund bij de uitvoering van deze kabinetsdoelen. Of het nu gaat om de BOS of om de participatie van allochtonen of sport en bewegen in de naschoolse opvang altijd is er een rol voor die drie partijen. Maar school en sportvereniging vinden elkaar niet vanzelf. Al is het maar omdat de schooltijden niet aansluiten op de tijden dat het sportkader actief is. U zult moeten investeren in de ondersteuning van de driehoek, gemeente, school en sportvereniging!


Twee jaar geleden is door het kabinet B. enorm bezuinigd op de sport (25%). Dat was na de intensivering onder Kok II een grote teleurstelling. Kabinet Balkenende heeft in 2003 met de stopzetting van de subsidiering van bonden voor algemeen functioneren de verantwoordelijkheid voor het instandhouden van de sportinfrastructuur afgeschoven. Het kabinet kiest uitsluitend voor de subsidie van projecten. Maar stimuleren van sportbeoefening, meer bewegen van jong en oud, het bevorderen van sociale samenhang in buurten, overdracht van normen en waarden via de sport, dat zijn geen projecten, maar programma's die langdurig noodzakelijk zijn. Projectenbeleid zorgt daarnaast voor een gigantische bureaucratie bij bonden en verenigingen. Tegenstrijdig is dat het kabinet heel veel verwacht van de sport voor het oplossen van maatschappelijke doelen (sport als middel) maar niets over heeft voor het instandhouden van de sportinfrastructuur. Waarom zouden bestuurders hun schaarse tijd en vrijwilligers inzetten voor het oplossen van problemen waarvan zij misschien helemaal geen last hebben? Graag de reactie van de staatssecretaris.
Wetenschappers spraken tijdens het recente WRR debat over sport de vrees uit dat in het Nederlandse sportmodel te veel aan de markt en aan de persoonlijke verantwoordelijkheid van de iedere burger wordt overgelaten. De WRR vindt dat daarmee niet alleen de sport, maar de samenleving als geheel een groot risico loopt. Het afschaffen van de verplichte uren voor sport in het voortgezet onderwijs past naadloos in dat beeld. Dat laatste draaien we gelukkig in de Kamer weer terug. Kan de staatssecretaris mij informeren wat de effecten van de bezuinigingen geweest zijn op de hoogte van de contributies en de deelname van kinderen, op verlies aan werkgelegenheid en professionaliteit. Het SCP wijst op afnemende deelname aan sport met name in de oude wijken. In deze wijken haalt maar 4% van de kinderen onder de 12 jaar de bewegingsnorm.


Mijn fractie doet een klemmend pleidooi voor hernieuwde steun aan de sportinfrastructuur. Erkenning van de verantwoordelijkheid van de overheid voor de deze infrastructuur omdat de sport niet sterk genoeg is de maatschappelijke doelen te vervullen. Gemeenten zijn de voornaamste financier van de sportinfrastructuur. Wij denken dat vooral ook kleinere gemeenten meer ondersteund moeten worden. Grotere gemeenten boven de 85.000 moeten eigenlijk een regionale verantwoordelijkheid op zich nemen. Ook verenigingen missen de tijd en professionaliteit om bijvoorbeeld contacten met gemeenten en onderwijs op te bouwen en te onderhouden. Het zou goed zijn als bij bonden en gemeenten verbindingsofficieren zouden komen om samenwerkingsactiviteiten gemeente, school, buurt, ouderenwerk, te ondersteunen.
Bij de BOS-impuls is sprake onderbesteding. Er zijn minder projecten aangevraagd dan verwacht. Hoe verklaart men dat. Werkt de regeling niet? Hebben gemeenten hun bekomst van al die projectjes? Hoe kan het nu dat een prachtig project van FC Twente getiteld "Scoren met gezondheid" bij gebrek aan middelen niet van start kan, terwijl er zoveel geld op uw plankje ligt? Klopt het dat VWS al die projecten zelf beoordeelt? Wie stimuleert en ondersteunt bij de aanvraag. Waarom speelt LC geen rol? Stimuleert de regeling voldoende dat verenigingen opnieuw een aanbod in oude wijken gaan doen? Graag zien wij dat de staatssecretaris voor het eind van het jaar komt met een regeling die wel werkt. Zou het niet effectiever zijn om de lokale regierol en ook de verenigingsondersteuning vanuit de sportbonden of koepels te versterken? Wat mij betreft kan de onderbesteding uit de BOS regeling ook hiervoor worden ingezet.( Motie) Zowel LC als NOC*NSF hebben u voorstellen gedaan voor een betere aanpak.
Wat is uw oordeel daarover?


Voorzitter, Wat de PvdA betreft wordt dinsdag dansdag, maar niet alleen in Den Haag! Vorige week heeft het Landelijk Centrum voor de Amateurdans op het Plein laten zien wat een prachtige bijdrage ook dansen kan en wil bieden aan het meer bewegen. De PvdA zou graag zien dat de naschoolse opvang gaat scoren met sport en bewegen. Het hoeft dan niet alleen te gaan om sportverenigingen. Ook commerciële organisaties zoals bijvoorbeeld dansscholen moeten uitgedaagd worden hun verantwoordelijkheid te nemen. De projecten dagindeling hebben prachtige voorbeelden laten zien van de bijdrage die sportverenigingen kunnen leveren aan de naschoolse opvang en meer bewegen. Als het jeugdsportfonds gerealiseerd wordt hoeven contributie of kosten van de sportuitrusting geen belemmering te vormen. Maar ook hier geldt weer dat er organisatiekracht nodig is om sportieve naschoolse arrangementen van de grond te krijgen. Het wordt een herhaling niet alleen voor het realiseren van de doelen uit de sportnota, maar ook voor het realiseren van de aanvaarde motie Van Aartsen/Bos is het nodig om lokaal verbindingsofficieren te hebben. Los van elkaar zijn verenigingen, onderwijs en kinderopvang niet in staat om in snel tempo en met enige omvang voor elkaar te krijgen dat de naschoolse uren gevuld worden met een in plaats en tijd perfect aansluitend aanbod van activiteiten. De gemeente moet haar regierol kunnen waarmaken. Dat lukt alleen als er over en weer goede aanspreekpunten zijn.


Sport is helaas niet altijd verbroederend . Er is sprake van toenemende agressie bij wedstrijden in het amateurvoetbal. Ik ben zeer positief over de aanpak van de KNVB in dezen. Zij ontwikkelen ook in het kader van "Meer dan voetbal" tal van ondersteunende activiteiten, maar hebben ook lik op stuk beleid ontwikkeld om clubs aan te pakken die onvoldoende effectieve actie ondernemen. Ik begrijp echter dat zij tegengewerkt worden bij het uitvoeren van het uiterste sanctie-instrument, het uit de competitie verwijderen van recidiverende clubs. Graag hoor ik van de staatssecretaris om welke belemmeringen het hier gaat en wat zij gaat doen om de KNVB te steunen bij het wegnemen hiervan.


Sport en bewegen voor ouderen. Het ouderenbeleid is onderbelicht in de nota. Onterecht gezien de toename van het aantal ouderen de komende jaren en bijdrage die sport aan hun maatschappelijke betrokkenheid en aan hun gezondheid zou kunnen leveren. Een groot aantal ouderen stopt op een bepaald moment met bewegen. Het is van belang dat sportverenigingen zich ook expliciet richten op ouderen die graag nog in verenigingsverband willen en kunnen sporten. Hiervoor dient meer specifiek beleid ontwikkeld te worden. Daarnaast is voor heel oude mensen beweging ook belangrijk. Onlangs bleek uit onderzoek dat wandelen de kans en gevolgen van dementie verkleint. Wij zouden die ontwikkeling graag gestimuleerd willen zien door een speciale impuls gericht op samenwerking van de wandelsportverenigingen en de verpleeghuizen. Een impuls gericht op actief aanbieden van denksporten in verzorgingshuizen en andere plaatsen waar veel ouderen samenkomen zou op zijn plaats zijn. Denksport is trouwens in de nota in het algemeen onderbelicht.
Wij ontvingen hierover een brief van de Taskforce sport en bewegen voor ouderen 50+. Zij pleiten voor expliciete aandacht voor ouderen bij het sportbeleid. Graag uw reactie.


Ook als het gaat om het betrekken van allochtone ouderen zou het aanbieden door denksportverenigingen van activiteiten op plaatsen waar veel allochtonen komen, zoals koffiehuizen gunstig zijn. Worden hiervoor plannen ontwikkeld?


Onlangs is in Zeeland het startschot gegeven voor de ontwikkeling van zogenaamde seniorgames in 2009. Eerder zijn in de VS en België dergelijke spelen gehouden. De provincie Zeeland wil graag gastvrouw voor de volgende spelen zijn. Het gaat hier om echte internationale wedstrijden. De waarde voor de verbetering van beeldvorming over ouderen als fitte, ambitieuze werknemer zou groot kunnen zijn. De steun van het rijk voor dit initiatief is onontbeerlijk. Is de staatssecretaris bereid de komst van seniorgames naar Nederland te steunen? En aan wat voor steun denkt ze dan?


Het schoolzwemvangnet ooit mede ingesteld door onze Karin Adelmund loopt af. Maar nog steeds kunnen veel kinderen niet zwemmen als ze van de basisschool afkomen. De PvdA maakt zich veel zorgen hierover. Jaarlijks verdrinken nog steeds kinderen, vooral van niet-Nederlandse afkomst. Welke stappen neemt de staatssecretaris om te komen tot voortzetting van het vangnet?


Hoe staat het eigenlijk met de voortgang van het Masterplan scheidsrechters. Eerder heb ik gepleit voor studiepunten als scholieren een scheidsrechtersdiploma halen of bijvoorbeeld wedstrijden fluiten. De PvdA acht intensivering van opleiding en begeleiding van scheidsrechters noodzakelijk. Studenten scholieren (met name ook op het VMBO) zouden beloond (studiepunten, vrije keuzeruimte, vakken) moeten worden wanneer zij zich inzetten als scheidrechter. Dit zou zeker ook moeten gelden voor bijvoorbeeld de PABO en de politieopleiding. Graag reactie van de stass.


De Dovensport heeft een mooie beleidsnotitie gepresenteerd. Men heeft veel goede plannen om de sportbeoefening van doven te bevorderen. De dovensport is er echter om het zacht te zeggen niet van overtuigd dat de huidige inbedding in NebasNSG, c.q. NOC*NSF bijdraagt aan het behalen van maximale resultaten. Zij willen kort gezegd minder tolken en meer sporten. Ik ontvang graag een notitie van de staatssecretaris, waarin zij reageert op de plannen van de dovensport met inbegrip van een oordeel over de ontwikkeling van de deelname van doven aan breedtesport en topsport en de voortgang van de integratie van de dovensport. Ik wil ook dat zij ingaat op het vraagstuk van de inbedding van de dovensport in de sportinfrastructuur. Ik zou me kunnen voorstellen dat wij in het vroege voorjaar een dergelijke notitie ontvangen.
Tot slot een paar punten

Enkele jaren geleden heeft het kabinet aangegeven geen noodzaak te zien voor het maken van een sportwet. Mijn fractie betreurt dat. Inmiddels blijkt uit betrouwbare bron dat het ministerie toch bezig is met verkenningen alvorens te gaan werken aan een sportwet. Klopt dat? Die sportwet is hard nodig. De Belastingdienst hanteert nu bijvoorbeeld een definitie van sport, bijvoorbeeld bij de organisatie van sportevenementen, waarbij de marathon en wielrennen niet onder de definitie vallen omdat ze op de openbare weg plaatsvinden. Bedrijven worden nu extra belast voor de sponsorbijdrage. Zij moeten bijvoorbeeld belasting betalen over tegenwaarde van de gratis kaarten die ze als sponsor krijgen. Mijn fractie heeft vooruitlopend aan een sportwet in ieder geval behoefte aan een nota fiscus en sport.


Mijn fractie is niet tevreden over de uitvoering motie Rijpstra &Atsma over de onafhankelijke autoriteit die de middelen voor sport verdeelt. Ik ben benieuwd naar het oordeel van de ondertekenaars. Verder wil ik graag weten hoe het is gesteld met de uitvoering van de motie Verbeet/Rijpstra. In het overzicht van moties bij de begroting kon ik de stand van zaken niet vinden. Blijkbaar heeft de staatssecretaris dat verdrongen. De Nederlandse Sport Alliantie lijkt zich goed te kunnen ontwikkelen, maar het voortbestaan van de koepels die vele verenigingen ondersteunen die niet bij NOC*NSF zijn aangesloten, is volgens mij nog niet geregeld.


De laatste jaren zijn veel kunstgrasvelden aangelegd. Recent zijn er berichten in de Telegraaf over de aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen speciaal in de velden met een zachte onderlaag gemaakt van oude rubberbanden. Deze berichten zijn gebaseerd op een onderzoek van een onafhankelijk bureau. De Italiaanse en Noorse voetbalbonden overwegen een verbod op de aanleg van velden met deze autobandenondergrond. Overweegt de staatssecretaris maatregelen en zo ja welke?


Mijn fractie vindt dat sportvelden niet moeten opschuiven naar de randen van de stad. Dat belemmert sportbeoefening, vooral van jonge kinderen, ouderen en allochtonen. Wat gaat u zelf om sport letterlijk een plaats te geven in de ruimte. Het LC heeft u een aanbod gedaan om mee te denken, bv over medegebruik van sportvoorzieningen. Wat gaat u doen met hun idee om zogenaamde sportbussen in te zetten?


Het Rathenau instituut heeft de Tweede Kamer een bericht gestuurd met aanbevelingen over het sportbeleid. Atleet en technologie strijden om de eer als het gaat om de bijdrage aan het bereiken van de beste prestatie. Hun belangrijkste aanbeveling is dat de overheid toezicht dient te houden op de toenemende invloed van wetenschap en technologie op topsportprestaties. Het gaat in de toekomst niet alleen om doping, maar om alle vormen van prestatiebevordering, zoals gentechnologie, maar ook voeding, supplementen etc. Mogen topsporters structureel afhankelijk zijn van medicijngebruik?
Dopinggebruik moet worden bestreden, maar het meest effectief is waarschijnlijk het bestrijden van de behoefte aan doping. Hoe ziet het kabinet zijn rol. Is het kabinet bereid de door het Rathenauinstituut bepleite onafhankelijke beoordeling van wat kan en mag in de topsport te organiseren.


De afgelopen jaren ben ik door verschillende bonden benaderd over allerlei gedoe bij het verkrijgen van visa voor deelnemers en begeleiders aan wedstrijden. Deelnemers zijn vaak pas vlak voor wedstrijden geselecteerd. Is er bij de IND eeen vaste contactambtenaar voor sportbonden? Zo niet zou u dat willen bevorderen? Zou u ook willen zorgen dat er een goede informatie komt over de regels van de IND?


Voorzitter, ik verwacht kraakheldere antwoorden van de staatssecretaris. Ik weet dat ze de sport een warm hart toedraagt, maar het gaat nu vooral om de meest effectieve aanpak!