ChristenUnie
Het komt aan op vertrouwen! zaterdag 12 november 2005 - 17:58
Toespraak van André Rouvoet voor het Uniecongres d.d. 12 november 2005
Beste vrienden en vriendinnen van de ChristenUnie,
Misschien herkent u het wel: soms, als ik de kranten lees of Journaal
kijk, bekruipt me een gevoel van moedeloosheid. Wat is er allemaal
gaande in de wereld! Wat doen we elkaar aan en wat wordt er geleden!
Natuurrampen, conflicten, geweld, vervolging Het is een
aaneenschakeling van slecht nieuws, nieuws waar je bang, boos of
intens verdrietig van wordt en waarbij je je zo machteloos kunt
voelen. De tsunami, het geweld in Soedan, New Orleans, de modderstroom
in Guatemala en de aardbeving in Pakistan De gesel van de ziekte aids
in Afrika De dreiging van het terrorisme. En deze week: de
bomaanslagen in Jordanië. En dichter bij huis: de rellen in Frankrijk.
De Chicago Sun kopte: Pas op Europa, een oorlog is aanstaande En dan
die vreselijke Schipholbrand. En de serie liquidaties in het criminele
milieu.
Op zulke momenten gaan bijbelverzen over het woelen van de volken en
over plagen die over de aarde gaan nog weer duidelijker spreken. God
zij dank dat we in die Bijbel, in Gods eigen Woord, ook het blijvende
houvast mogen vinden om staande te blijven en moed te houden: Hij
leidt de wereldgeschiedenis en heeft alle dingen in Zijn hand. We zijn
niet op weg naar de totale chaos en de vernietiging van de mensheid,
maar naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde!
Die heerlijke en rustgevende wetenschap ontslaat ons niet van de
plicht om onze verantwoordelijkheid in onze tijd te verstaan, om het
bijbels te zeggen: te onderscheiden waar het op aankomt en te doen wat
in ons vermogen ligt om nood te lenigen, vrede te stichten en
gerechtigheid te bevorderen.
Dat is vaak verre van eenvoudig, zeker ook als het erom gaat deze
opdracht te vertalen in politieke beleid. Niet voor niets is het óók
een bijbelse opdracht om te bidden voor de overheid: dat ze wijsheid
mag ontvangen en dat zij het goede voor de samenleving mag zoeken.
Onmisbaar daarbij is dat de overheid het vertrouwen van de mensen
geniet. Zonder dat vertrouwen gaat het niet.
En hier raken we aan een geweldig actueel probleem: de kloof tussen de
bevolking en de politiek. Die kloof heeft volgens mij niet zoveel te
maken met de inrichting van onze democratie, zoals velen denken, maar
veel meer met het volslagen gebrek aan betrokkenheid op de publieke
zaak, met onverschilligheid, apathie en regelrecht wantrouwen. Dat los
je niet op met een burgerpanel of een referendum. Het laatste
referendum (dat was trouwens ook het eerste), u weet wel: over de
Europese Grondwet, bracht juist de enorme kloof tussen de Haagse
werkelijkheid en de echte werkelijkheid aan het licht. Dat was écht
een motie van wantrouwen! En het helpt ook niet als ministers meer
bezig zijn met de eigen profilering dan met het oplossen van de
problemen. Nee, waar het op aankomt is het herwinnen van vertrouwen
door vertrouwenwekkend leiderschap en betrouwbaar beleid. Natuurlijk
willen mensen betrokken zijn bij de politiek. Maar waar ze vooral
behoefte aan hebben, dat is aan politici die hen begrijpen en die
onderscheiden waar het op aankomt, óók in moeilijke tijden, en die ze
kunnen vertrouwen, óók als impopulaire maatregelen onontkoombaar zijn.
In Frankrijk werd de kloof zichtbaar doordat de échte problemen onder
de onlusten zaten werden ontkend. Wie voorbij gaat aan de oorzaken,
zal het probleem niet oplossen. Dat moet een waarschuwing zijn, ook
voor ons, hier in Nederland. Er ís sprake van problemen die we met de
Fransen gemeen hebben: economische onzekerheid, moeiten bij de
integratie, bedreigde veiligheid. Nu ben ik geen onheilsprofeet, die
roept dat wat vandaag in Parijs gebeurt, morgen hier zal gebeuren.
Maar we mogen de ogen niet sluiten voor de reële zorgen en moeiten die
veel mensen ook in ons land hebben. De desastreuze cijfers ten aanzien
van het vertrouwen in de politiek in het algemeen en het kabinet in
het bijzonder komen natuurlijk wél ergens vandaan: het ontbreken van
vertrouwen bij gewone mensen dat het in dit land weer beter kan gaan.
En ja: dat hééft ook bij ons te maken met integratieproblemen. En het
hééft te maken met het wegvallen van zekerheden door de ingrijpende
hervormingen van onze verzorgingsstaat. Veel sociale wetgeving gaat op
de helling en ook nog eens allemaal tegelijk. Het kabinet
rechtvaardigt alle ingrepen met het doembeeld van de vergrijzing en
doet voortdurend een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de
mensen. En geen misverstand: ook de ChristenUnie erkent de noodzaak
van hervormingen. Maar in het kabinetsbeleid ontbreekt de balans en
velen maken zich terecht zorgen over de teloorgang van de
solidariteit. Mensen moeten wel in staat worden gesteld om hun
verantwoordelijkheid gestalte te geven. En dan hebben ze niets aan
verhalen over de economische voordelen van allerlei stelselwijzigingen
over 20 jaar. Wat moet een chronisch zieke bejaarde, die amper de
eigen bijdrage voor de thuiszorg kan betalen en zn hart vasthoudt voor
de premienota van januari, met een verhaal over de Lissabon-strategie,
waardoor Europa en Nederland in 2015 de sterkste economie ter wereld
hopen te zijn?!
Tijdens het Christelijk Sociaal Congres van eind augustus heb ik
gesproken over de noodzaak van toerusten tot verantwoordelijkheid en
dat is wat anders dan het over de schutting gooien van
verantwoordelijkheden, in de hoop dat er iemand achter staat om ze op
te vangen. Dat is ook de boodschap van het boek Over de schutting dat
ik vorige week samen met secretaris Ineke Bakker van de Raad van
Kerken in ontvangst mocht nemen. Dit boek, een gezamenlijk initiatief
van ons eigen Wetenschappelijk Instituut, het GMV en Sensor, bevat een
grondige analyse van de tendens in het kabinetsbeleid om de nadruk te
verleggen van onderlinge solidariteit en medeverantwoordelijkheid naar
eigen verantwoordelijkheid en participatie. Roel Kuiper schrijft
daarin: Het lijkt erop dat de overheid zich bij de herdefiniëring van
solidariteit te weinig rekenschap geeft van haar eigen blijvende taak
ten opzichte van de samenleving. Precies dáárom hebben we als fractie
met Prinsjesdag een tegenbegroting ingediend met als motto Groeien in
vertrouwen, met daarin allerlei maatregelen die er juist op gericht
zijn om de hervormingen anders vorm te geven en de lasten ervan
eerlijker te verdelen. En óók daarom gaan we niet zomaar akkoord met
de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waarbij allerlei voorzieningen
van een verzekerd recht een gunst van de gemeente worden, met alle
risicos van dien. Eerlijk gezegd worden we met de week kritischer over
dit wetsvoorstel, waarover de Tweede Kamer vermoedelijk nog voor de
Kerst zal beslissen. De centrale vraag in dat debat zal voor ons zijn
of de WMO inderdaad een voorbeeld van over de schutting gooien is of
dat er voldoende waarborgen zijn dat de betreffende voorzieningen ook
ná overheveling naar de gemeenten beschikbaar en bereikbaar blijven
voor de mensen die erop zijn aangewezen.
Let wel: dit is geen linkse oppositiepraat! Ik heb het al eerder
gezegd: wij voeren geen oppositie tegen het kabinet, maar vóór een
christelijk-sociaal beleid! Wij koesteren dan ook onze zelfstandige
positie tussen enerzijds de coalitie, die doorgaans kan rekenen op de
steun van LPF en SGP, en anderzijds de linkse oppositie. Terecht kopte
Trouw vanmorgen: De ChristenUnie is geen linkse partij. Laat dat ook
helder zijn voor Wouter Bos, die zich met alvast een schuin oog naar
de Tweede-Kamerverkiezingen en de daarop volgende, ongetwijfeld
lastige formatie echt rijk rekent door de ChristenUnie al te
vanzelfsprekend in één adem te noemen met een linkse coalitie van
PvdA, GroenLinks en SP. Zeker, op sociaal-economisch terrein en bij
asielbeleid trekken we regelmatig samen op. Maar politiek is veel
breder en het is niet zo moeilijk om een lijstje onderwerpen te noemen
waar ChristenUnie en PvdA fors van elkaar verschillen; ik noem het
buitenlands beleid, drugsbeleid, medisch-ethische zaken, het
Midden-Oostenconflict.
In onze kritiek op het kabinetsbeleid is het ons te doen om de
solidariteit in christelijke zin. En tijdens het Christelijk-Sociaal
Congres is mij gebleken dat zeer veel christenen die zich actief
betrokken weten bij onze samenleving onze zorgen op dit punt delen.
Oók in de kring van het CDA. Bert de Vries is bepaald niet de enige
die signaleert dat het denken in zijn partij zich heeft ontwikkeld van
christelijk-sociaal naar neo-conservatief. Of, in de woorden van De
Vries: van de Bergrede van Aantjes naar de Bilderbergrede van
Balkenende. Zou het ook niet een teken aan de wand zijn dat de
internationale organisatie waar het CDA lid van is onlangs haar naam
heeft gewijzigd van Christen-Democraten Internationaal in Centrum
Democraten Internationaal?!
Niet voor niets geeft 16 tot 26% van de CDA-stemmers aan te overwegen
volgende keer ChristenUnie te stemmen. Een kwart van de CDA-kiezers
van 2003! Overigens is dat percentage voor alle kiezers maar liefst
15%.
Ik vind het in dit licht onbegrijpelijk dat premier Balkenende het
huidige, centrum-rechtse of zo u wilt conservatief-liberale kabinet
tot inzet van de verkiezingen heeft gemaakt. Nu al levert hij zich uit
aan de liberalen van de VVD en de libertijnen van D66. NRC-Handelsblad
analyseerde onlangs scherp dat het CDA zodoende volslagen machteloos
staat tegenover de profileringsdrang van met name D66. En die
profilering speelt zich nogal eens af op het terrein van geloof en
ethiek! Denk even terug aan de onverkwikkelijke discussies over de
preambule van de Europese Grondwet. Denk aan het debat over schepping,
evolutie en Intelligent Design. Denk aan de permanente kruistocht van
D66 tegen het artikel dat smalende godslastering strafbaar stelt. Denk
aan de positie van het christelijk onderwijs, dat keer op keer onder
liberaal vuur ligt. Allemaal voorbeelden die duidelijk maken dat het
CDA belang heeft bij een grote en sterke ChristenUnie naast zich!
En wat dacht u van de komende debatten naar aanleiding van de
evaluaties van de abortuswet en de euthanasiewet? VVD en D66 hebben al
te kennen gegeven dat wat de abortuswet betreft de wettelijke
zorgvuldigheidseis van de vijf dagen bedenktijd kan vervallen! A.s.
maandag krijgt staatssecretaris Ross - Van Dorp de evaluatie
aangeboden en ik heb haar deze week tijdens het debat over de
begroting Volksgezondheid gevraagd om de verzekering te geven dat aan
de afspraak uit het Regeerakkoord dat aan de zorgvuldigheidsnormen
gehandhaafd zullen blijven, niet zal worden getornd. Tot mijn
verbijstering reageerde zij dat ze het prematuur vond om daar iets
over te zeggen! Een gemiste kans om dit belangrijke punt te markeren.
Of moeten we vrezen dat het CDA zal toegeven aan de druk van de
abortusklinieken en de coalitiegenoten? Dat zal toch niet waar zijn?!
Ik roep minister-president Balkenende, staatssecretaris Ross én de
CDA-fractie met alle kracht op om de rug recht te houden en alles te
doen wat nodig is om de bescherming van het ongeboren leven niet te
verzwakken, maar juist steviger te verankeren!
Beste vrienden, we leven in een tijd vol wereldwijde onrust, rampen en
dreiging. Nationaal heeft onze samenleving aan stabiliteit ingeboet.
Er heerst onzekerheid, onbehagen en wantrouwen. Dat stelt de politiek
voor een enorme opgave: het komt aan op het herwinnen van vertrouwen.
Als ChristenUnie beschikken we niet over alle goede antwoorden. We
hebben wél het betrouwbare kompas van Gods Woord, dat richting wijst
en houvast geeft bij het onderscheiden waarop het aankomt. En daarom:
het komt óók aan op het hebben van vertrouwen. Vertrouwen op de Here,
die de wereldgeschiedenis en uw en mijn leven in Zijn hand houdt.
Vertrouwen op Zijn zegen als we ons werk, ook in de politiek, in
afhankelijkheid en gehoorzaamheid willen doen.
Zo willen we verkiezingsjaar 2006 ingaan. Spannend! Vol enthousiasme
gaan we straks het land in om steun te verwerven voor een uitgesproken
christelijke politiek. Ons verkiezingsmotto is Voor elkaar. De
identiteit van de ChristenUnie in een notendop! Samen dienstbaar aan
de samenleving, met oog en hart voor elkaar, opkomen voor de
kwetsbaren. Dat is christelijke politiek ten voeten uit!
In 2002 kregen we méér raadsleden, méér wethouders, en méér invloed.
Meer mogelijkheden dus om onze missie gestalte te geven: de
samenleving meer te laten functioneren in overeenstemming met wat God
van ons vraagt. Wat zou het een zegen zijn als dat het komende jaar
weer gebeurt! Ik weet dat velen van u daar met ongelooflijke inzet aan
werken en dat de komende maanden nog zullen doen. Ik wil u daar graag
in bemoedigen: het is de moeite waard. We hebben een geweldige partij,
maar wat nog veel belangrijker is: we hebben een geweldige boodschap,
want we hebben een geweldige God!
---