Den Haag, 14 november 2005

Vragen van de leden Tjon A Ten en Koenders (beiden PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking

over de positie van mensenrechtenverdedigers van de Zimbabwaanse mensenrechtenorganisatie Women of Zimbabwe Arise (WOZA)

1. Bent u bekend met de situatie waarin de leden van de Zimbabwaanse mensenrechtenorganisatie Women of Zimbabwe Arise (WOZA) zich bevinden die in oktober op uitnodiging van Amnesty International een bezoek brachten aan Nederland en andere Europese landen?

2. Welke stappen heeft de Nederlandse regering genomen ten behoeve van de bescherming van de leden van de organisatie WOZA? Op welke wijze levert Nederland een bijdrage aan de veiligheid van deze mensenrechtenverdedigers bij demonstraties van WOZA?

3. In hoeverre geeft u speciale aandacht aan de positie van mensenrechtenverdedigers in Zimbabwe in het algemeen, onder wie ook journalisten en advocaten? Kunt u aangeven op welke wijze de EU richtlijnen inzake mensenrechtenverdedigers evenals het Handboek inzake implementatie van deze richtlijnen waartoe het initiatief tijdens het Nederlands EU voorzitterschap is genomen hiervoor aanwendt? Bent u bereid de tekst van dit Handboek openbaar te maken, zodat onder meer lokale mensenrechtenorganisaties kennis ervan kunnen nemen?

4. Bent u bekend met de in augustus 2005 aangenomen wijziging van de Zimbabwaanse Grondwet die onder meer wetgeving mogelijk maakt die het toestaat om paspoorten van personen die zich in het buitenland ongunstig over Zimbabwe uitlaten in te nemen? Bent u bekend met uitlatingen van de minister van Justitie, Chinimasa, waarin dergelijke wetgeving lijkt te worden aangekondigd? Heeft Nederland stappen ondernomen om de Zimbabwaanse autoriteiten te overtuigen van dergelijke wetgeving af te zien in het licht van de belangrijke functie die Zimbabwaanse mensenrechtenverdedigers vervullen?

5. Welke stappen heeft Nederland in bilateraal en multilateraal verband genomen naast het uitbreiden van de EU visarestricties naar aanleiding van de massale gedwongen verdrijving van personen in Zimbabwe tijdens een operatie genaamd Murambatsvina , die op 25 mei jl. begon, waardoor nu meer dan 700.000 mensen geen huisvesting hebben en niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien? In hoeverre dringt Nederland aan op de implementatie van de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van VN Speciale gezant Tibaijuka over de gedwongen verdrijving en huisvernieling?

6. Welke stappen heeft de Nederlandse regering genomen c.q. zal zij nemen om de Zimbabwaanse autoriteiten te bewegen nationale wetgeving die in strijd is met internationale mensenrechtennormen te amenderen of in te trekken?

7. Op welke wijze oefent Nederland druk uit op de (leden van de) Afrikaanse Unie en de Southern African Development Community (SADC) nu deze zich hullen in stilzwijgen ten aanzien van de mensenrechtencrisis in Zimbabwe? Hoe wordt in bilateraal en multilateraal verband bevordert dat de aanbevelingen uit het rapport van de fact finding mission die de Afrikaanse Mensenrechtencommissie in 2002 overhandigde aan Zimbabwe volledig worden geïmplementeerd?

Tussen februari 2003 en maart 2005 zijn honderden leden van WOZA gearresteerd en/of gedetineerd na vreedzaam te hebben gedemonstreerd. Naar verluidt zijn enkele vrouwen mishandeld tijdens ondervraging door een overheidsfunctionaris. Verschillende vrouwen raakten ernstig gewond, maar geen van hen kreeg medische zorg tijdens hun detentie. Interview met Voice of America d.d. 15 September 2005. In het bijzonder betreft het de Public Order and Security Act , de Access to Information and Protection of Privacy Act , de Private Voluntary Organisations Act , de Regional Town and Country Planning Act , de Housing Standards Control Act en de Urban Council s Act .

Met vriendelijke groet,

Chantal Linnemann Secretaresse Voorlichting

Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2 K 109 Postbus 20018 2500 EA Den Haag Tel: 070 318 2694 Fax: 070 318 2800 c.linnemann@tweedekamer.nl