D66

Deze toespraak heeft D66-leider Boris Dittrich gehouden bij de opening van de tentoonstelling Praagse schilderkunst van 1890-1939, van symbolisme tot abstractie in het Drents Museum in Assen.

Het is een eer voor mij om in het Drents Museum de opening van deze tentoonstelling te mogen verrichten. "Praagse schilderkunst van 1890-1939, van symbolisme tot abstractie"

Het museum bestaat al zo'n 150 jaar en heeft een naam opgebouwd met de tentoonstellingen die worden georganiseerd. Deze is zeer bijzonder en blijft nog tot eind februari 2006 te zien.

Bijzonder is de samenwerking tussen de Narodni Galerie en het Drents Museum. De Narodni Galerie in Praag is te vergelijken met het Rijksmuseum in Amsterdam. Uit de grote collectie schilderijen van de 20ste eeuw zijn enkele meesterwerken naar Assen overgebracht.

Deze internationale samenwerking tussen europese landen spreekt mij zeer aan. In september heeft de Tweede kamer nog aan Medy van der Laan het voorstel gedaan om de Hermitage aan de Amstel, een samenwerkingsverband met het museum in St Petersburg financieel te ondersteunen. Laten we van elkaars kunstschatten profiteren.

Een aantal bedrijven is sponsor van de tentoonstelling. In politiek Den Haag worden over sponsoring nog steeds principiële discussies gevoerd. Sommige politici zijn er allergisch voor. Ik vind het juist goed dat bedrijven als vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen een deel van de winst besteden aan de kunsten. Zolang de sponsor de inhoud van de kunstuiting maar niet probeert te beïnvloeden.

Waarom zou de directie van het Museum mij gevraagd hebben deze opening te verrichten? Niet alleen omdat D66 cultuur een warm hart toedraagt. Ik denk dat het er mee te maken heeft dat ik een halve Tsjech ben. Mijn moeder is Nederlandse van geboorte, mijn vader is in 1948 naar Nederland gevlucht, toen de communisten daar de macht overnamen. Hij kreeg hier asiel. Door de oprichting van het ijzeren gordijn, de koude oorlog, de verschrikkingen van het communistisch systeem is Tsjechië in de beleving van de Nederlanders aan de andere kant van de wereld komen te liggen. En dat terwijl Praag een klein dagje rijden met de auto hier vandaan ligt.
Maar wat is Europa veranderd in vergelijking met 50 jaar geleden! Dankzij de Europese Unie is Tsjechië nu weer een dichtbij gekomen. We streven als leden van de EU dezelfde idealen na : vrijheid, vrede, economische en politieke samenwerking. Het Europese ideaal heeft Europa veel goeds gebracht.

Maar nu terug naar de tentoonstelling.
Wist u dat rond 1900 Praag één van de belangrijkste centra voor beeldende kunst, net als Wenen, Parijs en Berlijn. Door de centrale ligging waren veel Tsjechische kunstenaars op de hoogte van de ontwikkelingen in de kunst, zoals die zich bijvoorbeeld in Parijs voltrokken. Er was een levendige uitwisseling van ideeën. De vernieuwende kunst heeft tot ver in de vorige eeuw zijn invloed gehad.

Ik hoef u alleen maar te noemen de affiches van Alfons Mucha. In mijn middelbare schooltijd in de jaren '70 was een tienerkamer niet compleet zonder bruine en oranje muren, visnetten en riettegels, maar ook een affiche van Mucha aan de muur. Meestal een ranke vrouw in klassiek gewaad met een bloem in de hand en een romantisch dromerige blik in de ogen.
Ook in deze tentoonstelling is een olieverfschilderij van Mucha te zien.

De meeste schilders op deze tentoonstelling zijn rond 1870 geboren. Zij waren aan het eind van de 19e eeuw begin twintig. In die tijd veranderde het leven ingrijpend door de opkomst van de industriële productie. Dat ging met een schokgolf gepaard. De jonge kunstenaars lieten zich beïnvloeden door bekende Tsjechische filosofen, sociologen en politicologen, zoals Tomas Masaryk en Hubert Schauer. Zij hadden ernstige kritiek op de maatschappelijke ontwikkelingen. Hun radicale ideeën vonden weerklank in de kunst. Eind jaren 90 van de 19e eeuw waren kunstenaars gefascineerd door de dood. De dood werd een zeer populair en veelvuldig gebruikt motief in de schilderkunst. Voorbeeld op de tentoonstelling is het schilderij van de gevallen Icarus. Het staat symbool voor de teloorgang van de oude beschaving en samenleving.

Rond 1900 begonnen kunstenaars steeds vaker hun eigen stemmingen in landschapsschilderijen weer te geven. Het landschap als spiegel van de ziel werd dan ook een hoofdthema in de schilderkunst uit deze periode. Dat leidde vaak tot dromerige werken met een symbolische inslag. De Tsjechen werden geïnspireerd door het realisme van de school van Barbizon en de kleurige landschappen van de impressionisten.

Behalve het landschap waren de schilders ook geïnspireerd door het menselijk lichaam. Het lichamelijke werd rond die eeuwwisseling verbonden met een heel scala ideeën over het leven, verwachtingen, depressies, intieme dromen van de kunstenaar. Zo maakte Preisler dromerige schilderijen over zijn idealen en seksuele verlangens. Kupka's schilderijen werden allengs abstracter. Hij was de eerste kunstenaar die in Parijs een volledig abstract schilderij tentoonstelde. Dat was in 1912.

Het beste is dat u de schilderijen zelf gaat bekijken. Ik hoop dat deze tentoonstelling naar meer smaakt, en dat er meer culturele uitwisselingen tussen Nederland en Tsjechië plaats gaan vinden. Eind maart 2006 zal in elk geval de Praagse Lente in een culturele setting worden herdacht.

Als halve Tsjech vind ik het een eer dat ik deze tentoonstelling nu voor geopend mag verklaren!

13-11-2005 13:33