Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |14 november 2005                    |Behandel|G.J. Bijl de Vroe  |
|      |                                    |d       |                   |
|Kenmer|DIE-783 /05                         |Telefoon|070-348 5005       |
|k     |                                    |        |                   |
|Blad  |1/6                                 |Fax     |070-348 6381       |
|Bijlag|1                                   |                             |
|e(n   |                                    |                             |
|Betref|Verslag van de Raad Algemene Zaken  |                             |
|t     |en Externe Betrekkingen van 7       |                             |
|      |november 2005                       |                             |
Hierbij hebben wij het genoegen u, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, het verslag te doen toekomen van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 7 november 2005.

De Minister De Staatssecretaris

van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr B. R. Bot Mr Drs A. Nicolaï

Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 7 november 2005

Informele bespreking over 'Communicating Europe'
En marge van de Raad vond een lunch plaats tussen bewindspersonen voor Europese Zaken over 'communicating Europe'. Het betrof een informele gedachtenwisseling in aanwezigheid van Commissaris Wallström over de beste wijze waarop in de EU het debat gevoerd kan worden over de toekomstige richting van de Unie. Commissaris Wallström gaf een toelichting op het zogenoemde 'plan D' van de Europese Commissie ter bevordering van 'Democratie, Dialoog en Debat'. Zij legde uit dat activiteiten in de bezinningsperiode een nationale verantwoordelijkheid zijn. De Commissie richt zich met plan D op inhoud van beleid en niet op het Grondwettelijk Verdrag of aanvaarding van delen ervan. Nederland betuigde samen met enige andere lidstaten steun voor deze lijn. In het algemeen was er bijval voor plan D. Lidstaten gaven in een tafelronde voorbeelden van voorgenomen activiteiten tijdens de bezinningsperiode. Nederland heeft inzicht gegeven in de benadering van de Nederlandse regering, zoals deze is neergelegd in de brief aan uw Kamer van 7 november jl.

Verslag van de informele bijeenkomst van Staatshoofden en regeringsleiders, Hampton Court, 27 oktober jl. Het Brits voorzitterschap beperkte zich tot een korte briefing over de wijze waarop gevolg zal worden gegeven aan de informele bijeenkomst van Staatshoofden en regeringsleiders te Hampton Court op 27 oktober jl. De Europese Commissie zal een aantal 'gezaghebbende personen' vragen om voorstellen uit te werken op de beleidsterreinen die in Hampton Court werden geïdentificeerd (zie ook het verslag van de informele bijeenkomst te Hampton Court dat Uw Kamer per brief van 1 november jl. toeging). Een meer inhoudelijke tussenrapportage wordt verwacht tijdens de Europese Raad van december van dit jaar.

Financiële perspectieven
De Raad besprak het "issues paper" van het Voorzitterschap, waarin was aangegeven dat op drie onderdelen aanpassingen nodig zijn: de structuur van de uitgaven, de 'review'- clausule en de Eigen Middelen. In de tafelronde brachten de lidstaten de bekende standpunten naar voren. Daarbij gaf het Verenigd Koninkrijk als lidstaat ook aan dat de reductie van de Britse korting, zoals voorgesteld in het laatste onderhandelingsvoorstel van het Luxemburgse voorzitterschap, voor het Verenigd Koninkrijk niet acceptabel is. Nederland heeft nogmaals krachtig naar voren gebracht dat een forse verbetering van de Nederlandse netto positie noodzakelijk is om in december akkoord te kunnen gaan. Voorts heeft Nederland erop gewezen dat de aanpassing van het "issues paper" (waarbij de verwijzing naar een eerlijke verdeling tussen lidstaten met een vergelijkbaar welvaartsniveau was weggelaten) voor Nederland niet acceptabel is. Op de Raad van 21 november a.s. zal weer verder gesproken worden over de financiële perspectieven.

Aviaire influenza/vogelgriep
De Europese Commissie gaf tijdens de bijeenkomst van de Raad een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding van een alomvattend actieplan op dit gebied en gaf aan dat een importverbod voor levende vogels uit derde landen voorlopig in ieder geval nog tot 30 november a.s. van kracht zal blijven. De Commissie zal op 9 december a.s. opnieuw informatie verschaffen aan de Gezondheidsraad. Nederland wees in dit verband andermaal op het belang van assistentie aan derde landen bij de bestrijding.

Wit-Rusland
Voorafgaand aan de bijeenkomst van de Raad had het Voorzitterschap een drietal vragen geformuleerd waarop lidstaten gevraagd werd te reflecteren: hoe te reageren op eventuele onregelmatigheden in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in Wit-Rusland (2006), hoe de samenwerking met internationale partners ten aanzien van Wit-Rusland het beste vorm te geven en op welke wijze democratische hervormingen in Wit-Rusland het beste te bevorderen. Tijdens de discussie bleek dat de lidstaten het erover eens zijn dat restrictieve maatregelen nodig zijn indien in de aanloop naar en bij de presidentsverkiezingen in 2006 geen verbetering optreedt. De Raad nam conclusies aan waarin grote bezorgdheid wordt geuit over de verslechterende politieke- en mensenrechtensituatie in Wit-Rusland. In januari 2006 zal de Raad naar verwachting nogmaals over dit thema discussiëren.

Iran
De Raad besprak de relatie met Iran in brede zin. Ten aanzien van het nucleaire dossier concludeerde de ministers in hun discussie dat de resultaten van de volgende zitting van de Beheersraad van het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) moeten worden afgewacht. Een brief van de Iraanse onderhandelaar Larijani, die kort voor de vergadering door het Brits voorzitterschap werd ontvangen, werd kort besproken. De brief bevat geen aankondiging van hernieuwde opschorting van nucleaire activiteiten, zoals door de IAEA en de EU geëist als noodzakelijke voorwaarde voor terugkeer naar de onderhandelingstafel. In de discussie werd voorts het belang onderstreept van ondersteuning van de Iraanse 'civil society' in brede zin (zowel door de Commissie als de individuele lidstaten) en werd aangegeven dat EU-lidstaten een Canadese resolutie inzake de mensenrechtensituatie, die momenteel voorligt in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, zullen steunen. Nederland pleitte in dit kader voor een balans tussen het openhouden van de communicatiekanalen met Teheran enerzijds en anderzijds de boodschap dat volharding van het Iraanse beleid ten aanzien van de terreinen van zorg zal leiden tot verdere verslechtering van de betrekkingen. Nederland concludeerde dat de dialoog tussen de EU en Iran de laatste tijd steeds meer eenrichtingsverkeer is geworden en dat, mede in het licht van de recente uitspraken van de Iraanse president over Israël, op dit moment vooral een niet mis te verstane kritische boodschap gepast is. Op verzoek van Nederland werden de Raadsconclusies derhalve aangescherpt, hetgeen leidde tot opname van de navolgende zin in de conclusies:"the Council reiterates that it is up to Iran to determine, through its actions, whether our long term relationship will improve or deteriorate". Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg op 31 oktober jl., werd door Nederland geïnformeerd naar de wenselijkheid van additionele maatregelen. De andere lidstaten leken hier vooralsnog niet voor te voelen. Nederland maakte voorts melding van uitstel van de voorgenomen handelsmissie, waarop een aantal lidstaten aangaf de visie te delen dat intensivering van handelscontacten onder de huidige omstandigheden niet opportuun is.

Kosovo
Tijdens de lunch gaf de beoogde Speciale Vertegenwoordiger van de SG VN voor de statusonderhandelingen Kosovo, de Finse oud-president Ahtisaari, een uiteenzetting van zijn visie op zijn toekomstige werkzaamheden ten aanzien van het statusproces. Hij betoogde dat de discussie over de toekomstige status van Kosovo niet los kan worden gezien van de wijze waarop aldaar invulling wordt gegeven aan internationale juridische standaarden. Ahtisaari gaf aan groot belang te hechten aan een gecoördineerde aanpak met de Europese Unie en benadrukte de positieve samenwerking met Stefan Lehne, de Speciale Vertegenwoordiger van de EU in het team van Ahtisaari. Hij gaf aan snel met alle betrokken partijen (inclusief buurlanden) in gesprek te willen treden en benadrukte het belang van de economische ontwikkeling van de regio.

Syrië
De Raad benadrukte in een discussie over het rapport van de VN onderzoekscommissie (UNIIC) naar de moord op de voormalige Libanese premier Hariri de noodzaak van volledige medewerking door Syrië aan de opsporing en vervolging van de daders. De Raad onderstreepte tevens het belang van de aanvaarding van resolutie 1636 van de VN-Veiligheidsraad. De Raadsconclusies reflecteren deze discussie.

WTO/"Doha Development Agenda"
De Raad sprak kort over de stand van zaken in de WTO-onderhandelingen. Handelscommissaris Mandelson schetste het proces sinds de vorige RAZEB (Luxemburg, 18 oktober) en het proces voor de komende tijd. De inzet van de Commissie in verschillende overleggen met WTO-partners is hun acceptatie van de EU-inzet inzake landbouw, bespreking van alle onderwerpen - dat wil zeggen naast landbouw ook industrieproducten, diensten, WTO-regels en ontwikkelingsaspecten - alsook zo spoedig mogelijk te komen tot een eerste blauwdruk voor Hongkong.

MOVP
De discussie in de Raad concentreerde zich op de mogelijke EU-betrokkenheid bij de grenscontrole bij Rafah tussen Egypte en Gaza op verzoek van alle betrokken partijen. Ministers concludeerden dat de modaliteiten van een eventuele EU-missie nader kunnen worden onderzocht. De Raad besloot voorts de EU-politiemissie ter assistentie van de Palestijnse politie uit te breiden. De Raad veroordeelde voorts in zijn conclusies een aantal negatieve ontwikkelingen aan zowel Israëlische als Palestijnse zijde.

Irak
De stand van zaken met betrekking tot Irak kwam tijdens de lunch slechts kort aan de orde. Wel werden Raadsconclusies overeengekomen waarin andermaal de Europese steun voor het politieke proces in Irak werd bevestigd. Het voorzitterschap kondigde aan voor de Raad van 21 november a.s. een meer uitgebreide discussie over het politieke proces in Irak te willen agenderen.

Follow-up VN-top 2005
De Raad besprak het belang van een snelle en effectieve implementatie van de VN-hervormingen. Overeengekomen werd dat de EU-lidstaten zich zullen blijven inzetten om verwatering van de overeengekomen hervormingen te voorkomen.

Colombia
Nederland deed verslag van het recente bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken aan Colombia en pleitte voor een intensivering van Europese steun aan het Colombiaanse vredesproces. De Commissie bevestigde in een reactie het belang van het vredesproces en gaf aan de werkzaamheden van president Uribe op dit punt volledig te ondersteunen. De 'follow-up' van de Commissie is nu vooral gericht op de compensatie van de slachtoffers van het geweld. Daarnaast bevestigden verschillende andere ministers het belang van intensivering van steun aan het vredesproces.

Cuba
De Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken maakte melding van een incident bij de organisatie van de Tsjechische Nationale Dag in Cuba waarvoor tevens Cubaanse dissidenten waren uitgenodigd. Een meer inhoudelijke discussie over het beleid van de EU-lidstaten ten aanzien van de wijze van viering van nationale dagen in Cuba zal in een later stadium plaatsvinden.


---- --