Wachtlijsten voor verpleging en verzorging verschillen aanzienlijk per regio
Regionale verschillen in de wachtlijsten verpleging en verzorging. Een
empirisch onderzoek naar verklarende factoren.
· In oktober 2003 stonden ruim 54.000 mensen op een wachtlijst
voor thuiszorg, verpleeghuiszorg of verzorgingshuiszorg.
· Bijna de helft van alle wachtenden staat op een wachtlijst
voor een verzorgingshuis.
· Per regio varieert het aandeel wachtenden voor een
verzorgingshuis van 30% tot 70%.
· De gemiddelde leeftijd van alle wachtenden ligt rond de 80
jaar. Driekwart van hen is vrouw.
· De gemiddelde wachttijd op een wachtlijst is ongeveer negen
maanden, maar varieert per regio van vier tot 13 maanden.
· Van alle ruim 54.000 wachtenden maken bijna 35.000 mensen
gebruik van een vorm van overbruggingszorg (meestal thuiszorg).
· Zonder overbruggingszorg zou er voor de thuiszorg geen
wachtlijst zijn.
· De regionale verschillen in de wachtlijsten zijn niet te
herleiden tot één enkele factor.
· Het oplossen van de wachtlijst voor de verpleeghuiszorg zou
circa 7.000 nieuwe plaatsen vergen.
Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Regionale verschillen
in de wachtlijsten verpleging en verzorging die op dinsdag 15 november
jl. is verschenen.
In het rapport gaat onderzoeker dr. Edwin van Gameren nader in op de
vraag hoe de regionale verschillen in de wachtlijsten voor verpleging
en verzorging kunnen worden verklaard. Aandacht wordt onder meer
besteed aan de verhouding tussen vraag en aanbod, de regionale
organisatie van de zorg en de rol van de overbruggingszorg. Het
onderzoek werd verricht op verzoek van het ministerie van VWS.
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de wachtlijstpeiling van
oktober 2003 ( recentere cijfers waren nog niet beschikbaar).
Regionale verschillen in omvang en samenstelling wachtlijsten soms
aanzienlijk
In de periode 2000-2003 zijn door extra middelen van de overheid de
wachtlijsten voor verpleging en verzorging met bijna 50% verminderd.
Bij de thuiszorg ging het om een vermindering van de wachtlijst met
64%, bij de verpleeghuiszorg was dit 39% en bij de verzorgingshuiszorg
23%.
Ondanks deze vermindering stonden er in oktober 2003 ruim 54.000
mensen op een wachtlijst voor thuiszorg (circa 19.500),
verpleeghuiszorg (bijna 7.000) of verzorgingshuiszorg (bijna 28.000).
Bijna de helft van de wachtenden stond op de wachtlijst voor een
verzorgingshuis, maar tussen de regio's blijkt soms sprake van grote
verschillen. Zo stond in Drenthe, Zeeland en Noord-Holland Noord ruim
70% van de wachtenden op de wachtlijst voor het verzorgingshuis,
terwijl dit in bijvoorbeeld Flevoland, Amstelland/Meerlanden en
Zuid-Holland Noord niet meer dan 30% bedroeg
Verder zijn er ook regionale verschillen in de kenmerken van de mensen
op de wachtlijsten. Van alle wachtenden is bijna driekwart vrouw
(meestal weduwen van hoge leeftijd). De gemiddelde leeftijd van de
wachtenden ligt rond de 80 jaar.
Regionale verschillen in wachttijd bedragen soms maanden
De gemiddelde wachttijd op een wachtlijst is ongeveer negen maanden.
De verschillen per zorgsoort lopen uiteen van ruim 5 maanden voor
thuiszorg tot meer dan anderhalf jaar voor een verzorgingshuis. Als
norm voor de maximale wachttijd geldt sinds 2000 een periode van
hooguit 6 weken voor thuiszorg en verpleeghuiszorg en 13 weken voor
verzorgingshuiszorg. Ongeveer driekwart van alle wachtenden wacht
langer dan de formeel vastgestelde normtijd. De verschillen per regio
kunnen aanzienlijk zijn. In Groningen bedroeg de gemiddelde wachttijd
in oktober 2003 ruim vier maanden, terwijl dit in Drenthe en Utrecht
rond de 13 maanden lag.
Binnen een regio kunnen de wachttijden voor de verschillende
zorgvoorzieningen ook sterk uiteenlopen. Zo bestaat er in Drenthe een
wachttijd van vier maanden voor de thuiszorg, maar van zestien maanden
voor een verzorgingshuis. In aangrenzende regio's als Friesland en
Groningen is de wachttijd voor het verzorgingshuis aanzienlijk korter:
in Friesland bedraagt deze 10 maanden en in Groningen bijna zes
maanden.
Overbruggingszorg is meestal thuiszorg
Van de ruim 54.000 wachtenden op een wachtlijst maken bijna 35.000
mensen (64%) gebruik van een vorm van overbruggingszorg. Wachtenden
voor een verzorgingshuis hebben iets meer overbruggingszorg (69%) dan
wachtenden voor een verpleeghuis (60%) of thuiszorg (57%).
Zouden er echter extra plaatsen bijkomen in verzorgingshuizen en
verpleeghuizen, dan zou alle overbruggingszorg ten goede kunnen komen
aan de wachtenden voor de thuiszorg. Een dergelijke verschuiving zou
leiden tot een vermindering van het totaal aantal wachtenden van ruim
54.000 tot ruim 20.000 en zelfs tot een overcapaciteit in de
thuiszorg.
Problematiek van de wachtlijsten blijft complex
Na een uitgebreide analyse van de meest relevante factoren - vraag en
aanbod, indicatiestelling, bevolkingssamenstelling, inzet van
overbruggingszorg - kan slechts geconcludeerd worden dat er geen
eenduidige verklaring van regionale verschillen in de wachtlijsten
bestaat. Wel is duidelijk dat er via de overbruggingszorg een sterke
samenhang bestaat tussen de verschillende zorgvoorzieningen. Zo staat
een deel van de wachtenden voor een verzorgingshuis vooral uit
voorzorg op de lijst en is men voorlopig zeer tevreden met de geboden
overbruggingszorg. Bij een eventuele extra inspanning zou een
uitbreiding van de verpleeghuiszorg naar alle waarschijnlijkheid het
meeste effect sorteren. Een oplossing van de wachtlijst voor het
verpleeghuis zou neerkomen op een uitbreiding met circa 7.000
plaatsen. Het zal duidelijk zijn dat met een dergelijke uitbreiding
aanzienlijke, structurele kosten gemoeid zullen zijn.
SCP-werkdocument 119, Regionale verschillen in de wachtlijsten
verpleging en verzorging. Een empirisch onderzoek naar verklarende
factoren, Edwin van Gameren, Den Haag, Sociaal en Cultureel
Planbureau, november 2005, ISBN 90 377 0242 2, prijs EUR 13,90.
De publicatie is verkrijgbaar bij de boekhandel of te bestellen bij
het SCP via fax 070 - 340 7044,
e-mail: bestel@scp.nl of via de web-site: www.scp.nl
Sociaal en Cultureel Planbureau