Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake verzoek betreffende de mededeling van de Europese Commissie over de EU-strategie voor Afrika

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Integratie Europa
Externe Betrekkingen
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |16 november 2005                    |Behand|W.J. Wormgoor        |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DIE-806/05                          |Telefo|+31(0)70348 6749     |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/4                                 |Fax   |                     |
|Bijlag|                                    |wouter.wormgoor@minbuza.nl   |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Uw verzoek betreffende de mededeling|                             |
|t     |van de Europese Commissie over de EU|                             |
|      |strategie voor Afrika               |                             |
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 3 november 2005 met kenmerk 05-BUZA-B-99 betreffende het regeringsstandpunt ten aanzien van de mededeling van de Europese Commissie getiteld EU Strategy for Africa: Towards a Euro-African pact to accelerate Africa's Development.

De mededeling van de Commissie is een reactie op het verzoek van de Europese Raad van december 2004 om een EU-beleid ten aanzien van Afrika te ontwikkelen. Deze mededeling vormt, samen met een document van de Hoge Vertegenwoordiger Solana over vrede en veiligheid, de basis voor conclusies die op de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 21 en 22 november besproken worden. Daarnaast zal het EP naar verwachting midden november een resolutie over de ontwikkelingsstrategie ten aanzien van Afrika aannemen.

Op het moment van schrijven wordt nog in raadskader overlegd over de concept- conclusies van de Raad. Deze conclusies zullen vervolgens de basis vormen voor de uiteindelijke EU-strategie voor Afrika die door de Europese Raad van 15 december 2005 wordt aangenomen. Aangezien de huidige discussie met name over de inhoud van de concept-raadsconclusies wordt gevoerd, zal ik in onderstaande toelichting vooral het Nederlandse standpunt ten aanzien van deze conclusies toelichten en waar relevant op de mededeling van de Commissie ingaan.

In de concept-raadsconclusies worden de volgende elementen geïdentificeerd als prioriteiten van het lange termijn beleid van de EU:

. Het bevorderen van vrede en veiligheid in Afrika, met name via de Afrikaanse Unie (AU) en de sub-regionale organisaties; . Het ondersteunen van Afrikaanse initiatieven op het gebied van goed bestuur, o.a. met een Governance Initiative ter ondersteuning van het Africa Peer Review Mechanism; . Het stimuleren van economische groei, handel (via de Economic Partnership Agreements) en het bevorderen van regionale integratie via, onder andere, een Partnership for Infrastructure; . Continuering en intensivering van de investeringen in de MDGs 1 tot en met 6 voor de armste mensen in Afrika; . Het beschermen van het milieu en de natuurlijke rijkdommen van Afrika; . Het realiseren van duurzame oplossingen voor vluchtelingen.

Daarnaast benadrukken de concept-raadsconclusies de principes van coherentie, coördinatie en harmonisatie en roepen zij op tot uitvoering van de aanbevelingen van de EU Working Group on Harmonisation en de verplichtingen voortvloeiend uit de Paris Declaration van maart 2005. De concept-raadsconclusies brengen ook de nieuwe interim ODA-doelstellingen in herinnering zoals vastgesteld op de Raad van mei 2005. Voorts is in dit verband op Nederlands verzoek een verwijzing opgenomen naar het Africa Partnership Forum, belast met het toezicht op de implementatie van de afspraken van de G8 over het beschikbaar stellen van meer geld voor ontwikkelingssamenwerking en schuldverlichting.

Ik verwelkom de uitwerking van het onder Nederlands voorzitterschap geformuleerde verzoek van de Europese Raad om een coherente EU-strategie voor Afrika. De principes die in de concept-raadsconclusies en in de mededeling van de Commissie naar voren komen zijn gelijk aan de principes die Nederland in haar eigen beleid ten aanzien van Afrika hanteert. Zo wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de Afrikaanse organisaties voor het tot stand brengen van vrede, veiligheid en goed bestuur, als voorwaarden voor ontwikkeling. Daar waar mogelijk en effectief dient de EU de Afrikaanse partners te ondersteunen op deze terreinen. Gelijkheid, partnerschap en ownership staan centraal in de raadsconclusies. Een gezamenlijk opgestelde ontwikkelingsstrategie moet het uitgangspunt worden. De Commissie geeft daarbij in haar mededeling aan dat subsidiariteit en solidariteit leidend moeten zijn in de relatie: Afrika moet in staat worden gesteld haar eigen problemen op te lossen op het juiste niveau (regionaal of via de AU). Nederland steunt deze benadering van de Commissie. Nederland plaatst echter een kanttekening bij de ambitie van de Commissie om zo snel mogelijk een EU-Afrika Top in Lissabon te organiseren teneinde de politieke dialoog op het hoogste niveau weer vlot te trekken. Zolang er geen oplossing is gevonden voor de vertegenwoordiging van Zimbabwe acht Nederland deze Top niet wenselijk.

De mededeling en de concept-raadsconclusies geven een overzicht van het bestaande EU-beleid ten aanzien van Afrika. Hiermee wordt een alomvattend kader gecreëerd op basis waarvan we op een meer strategische wijze en eensgezind in de behoeften van onze Afrikaanse partners tegemoet kunnen komen. Met de concept-raadsconclusies wordt echter nog geen antwoord gegeven op de wijze waarop de EU-lidstaten en de Commissie hier in de praktijk en in gezamenlijkheid op landenniveau invulling aan dienen te geven. Ik acht het daarom ook van belang dat we hier in het kader van de discussie over de nieuwe Beleidsverklaring in raadskader nader over spreken. Eveneens is nog onduidelijk in hoeverre het document de discussie met de Afrikaanse partners reflecteert.

Daarnaast doet de Commissie een aantal interessante nieuwe voorstellen, waarop in de conclusies nader wordt ingegaan. Zo stelt de Commissie voor om een Governance Initiative op te richten ter ondersteuning van het Africa Peer Review Mechanism. Nederland onderkent de noodzaak om hervormingen op het gebied van goed bestuur financieel te ondersteunen en ondersteunt deze benadering. Tegelijkertijd moet de EU voorzichtig zijn met inmenging in een door Afrika geleid proces.

Een tweede voorstel waar de raadsconclusies nader op in gaan is het Partnership for Infrastructure. Goede infrastructuur is een voorwaarde voor economische groei en handel. Met het Partnerschap worden handelsstromen tussen en binnen de verschillende regioÂŽs bevorderd door te investeren in onder andere transport, energie, ICT en water. Nederland vindt dit een goed initiatief en meent dat met name de Commissie op dit terrein toegevoegde waarde kan leveren. Een voorwaarde hierbij is dat het goed afgestemd wordt met bestaande initiatieven binnen de EU (zoals het EU Water Initiative), de Verenigde Naties, de Wereldbank en de African Development Bank. Nederland vindt het voorts van belang dat het principe van (ecologische) duurzaamheid integraal wordt opgenomen in de plannen t.a.v. infrastructuur en economische groei.

Daarnaast doet de Commissie nog een aantal andere voorstellen waaronder de oprichting van een EU-Africa Forum on human rights, een Euro African Business Forum en het Nyerere programma (studentenuitwisseling). Al deze voorstellen worden momenteel door de Commissie nader uitgewerkt en zullen ieder op hun eigen merites door de Raad worden beoordeeld. Voor alle voorstellen vindt Nederland het van belang eventuele nieuwe initiatieven aan te laten sluiten bij bestaande initiatieven.

Uiteindelijk is het uiteraard van belang dat de EU de voornemens ten aanzien van het intensiveren van de hulp aan Afrika waarmaakt en dat deze hulp op een effectieve en coherente wijze wordt ingezet. Ik ben ervan overtuigd dat de EU-strategie voor Afrika hieraan zal bijdragen.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

---- --