Senaat houdt oprichting Europees Bureau voor de Grondrechten tegen
woensdag 16 november 2005
In een mondeling overleg met de ministers Pechtold en Bot heeft de
Eerste Kamer aangegeven tegen de oprichting van een Europees bureau
voor de grondrechten te zijn. Het bureau zal de werkzaamheden van oa.
de Raad van Europa en de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa) onnodig doubleren en oprichting van het Bureau
betekent een ongewenst onderscheid tussen de EU-25 en de 21 andere
Europese landen. De regering kreeg de overduidelijke boodschap mee de
oprichting van het Bureau te voorkomen.
De ministers Pechtold en Bot hebben de Eerste Kamer gisteren in een
mondeling overleg niet kunnen overtuigen van de noodzaak het bestaande
Europese Waarnemingscentrum voor racisme en xenofobie om te vormen tot
een Europees Bureau voor de Grondrechten. De Senaat had begin juli,
direct na publicatie van het Europese voorstel door de Europese
Commissie al in een brief aan de regering laten weten dat zij
fundamentele bezwaren had tegen oprichting van het Bureau. De reactie
van de regering op die brief nam de zorgen van de Kamerleden niet weg
en derhalve werden de bewindspersonen voor een overleg naar de Kamer
gehaald.
Kamerbreed werd na afloop geconcludeerd dat de regering het risico
loopt naarmate de onderhandelingen over het voorstel vorderen te
worden teruggefloten door de Eerste Kamer. Belangrijkste overwegingen
daarvoor zijn ten eerste dat het Bureau voor de grondrechten het werk
van andere instellingen en organisaties zoals de Raad van Europa, de
Organisatie voor Vrede en Samenwerking in Europa, maar ook het Hof
voor de Rechten van de Mens zeer ongewenst zal doubleren. Ten tweede
wordt gevreesd voor de relatie met de landen rondom de Europese Unie
bij de oprichting van het Bureau. De waarborging van de mensenrechten
is nu juist het uitgangspunt van het pan-Europese gedachtegoed. Een
specifiek EU Bureau wat daarop moet toezien zou de relatie van de EU
met de andere Europese landen alleen maar ontsieren. Uitbreiding van
de geografische reikwijdte van het Bureau voor de grondrechten zou
naast de eerder genoemde doublure ook juridisch niet legitiem zijn.
De ministers vroegen de Senaat ruimte om volgende stappen te kunnen
nemen in de onderhandelingen, ook omdat er nog vele onduidelijkheden
zijn, maar de Kamer bleef bij haar standpunt. De ministers bleken
bovendien niet bereid enkele concrete toezeggingen te doen, zoals de
afbakening van de (geografische) reikwijdte, het specifiek vastleggen
van het mandaat van het Bureau voor inwerkingtreding, noch het
tegenhouden van de voorgestelde forum-rol voor het Bureau. De enige
toezegging die werd gedaan was de Senaat op regelmatige basis op de
hoogte te stellen van de onderhandelingsvorderingen.
De Eerste Kamerleden hebben nu besloten ook de andere parlementen van
de EU-lidstaten en het Europees Parlement in te lichten de steun aan
het voorstel te ontzeggen indien er niet tegemoet wordt gekomen aan de
bezwaren van de Senaat.
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal