Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI)

Nieuw boek van Pieter Lakeman: "Accountants in de fout"

Titel: "Accountants in de fout"
Uitgever: Wind Publishers
Prijs: ¤ 19,-
ISBN 90 732 9900 4 In de winkel vanaf 18 november

Als reactie op de grote boekhoudschandalen (Enron, WorldCom, Ahold en KPN-Quest), diende minister Zalm een wetsontwerp in om het vertrouwen in de financiële markten te herstellen. Naar mijn mening zal de wet echter het tegenovergestelde effect hebben.
Ik baseer die mening op een uitgebreid onderzoek naar de werking van het tuchtrecht, waarvan het resultaat is vastgelegd in mijn boek "Accountants in de fout".

Het wetsontwerp Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA) leunt op de stelling dat het vertrouwen in de financiële markten kan worden hersteld door het vertrouwen in de accountants te herstellen. En inderdaad betekent het wetsontwerp, dat nu bij de Eerste Kamer ligt, een vooruitgang. Het feit dat de Autoriteit Financiële Markten toezicht gaat houden op accountantsorganisaties, gedragslijnen kan voorschrijven en boetes kan opleggen, evenals het feit dat de accountant niet langer aansprakelijk gesteld kan worden wanneer hij een onjuiste fraudemelding doet (artikel 26, lid 4), wordt algemeen beschouwd als een grote verbetering, vergeleken bij de huidige situatie.

Maar die verbetering heeft slechts betrekking op een relatief klein deel van alle accountantshandelingen. Het tuchtrecht, dat nu nog geldt voor alle accountantshandelingen, wordt namelijk voortaan beperkt tot jaarrekeningcontroles. Terwijl een onderzoek naar de tuchtrechtspraak in de afgelopen tien jaar aantoont dat slechts 8 procent van de gegrondverklaarde tuchtklachten betrekking had op controle van de jaarrekeningen. 92% van de gegrondverklaarde tuchtklachten had betrekking op andere activiteiten van accountants. Het lijkt niet waarschijnlijk dat het vertrouwen in de accountants hersteld kan worden wanneer de feitelijke werking van het tuchtrecht voor 92% wordt afgeschaft.

In de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp is vermeld dat geen onderzoek is gedaan naar de werking van het huidige tuchtrecht, dat betrekking heeft op het hele scala van accountantsactiviteiten. Sinds de invoering van de GBR-1994 op 10 maart 1995 zijn onder dit tuchtrecht meer dan 500 tuchtklachten ingediend. Na 29 juni 2005, toen het wetsontwerp door de Tweede Kamer is aangenomen, heb ik dat onderzoek ter hand genomen.

Uit mijn onderzoek blijkt dat het wetsontwerp een ernstige omissie kent. De belangrijkste activiteit die uit het tuchtrecht wordt gelicht is het opstellen van rapporten voor de rechterlijke macht in civiele procedures. Alleen reeds deze activiteit is goed voor meer dan 10% van de gegrondverklaarde tuchtklachten. Dan tel ik nog niet eens de gegronde tuchtklachten mee met betrekking tot rapporten van forensische accountants (zoals KPMG bij Peper), die vaak ter beïnvloeding van de rechterlijke macht worden opgesteld. Ook het optreden als door de rechter benoemde deskundige wordt in het voorliggende wetsontwerp uit het tuchtrecht gelicht. Het zijn accountantshandelingen waarmee honderdduizenden, soms miljoenen euro's zijn gemoeid, om nog maar te zwijgen van de immateriële schade die in het geval Peper is aangericht. Vooral het midden- en kleinbedrijf zal te maken krijgen met de uitholling van het tuchtrecht.

Ik wil de stelling verdedigen dat niet alleen aandeelhouders, maar ook de rechters recht hebben op betrouwbare informatie van accountants. In feite zou ik zelfs willen stellen dat de rechtsstaat meer is gediend met een adequaat functionerende rechterlijke macht dan met een adequaat functionerende kapitaalmarkt.

Daarom heb ik dinsdag 15 november de Eerste Kamer dringend verzocht het wetsontwerp ter verbetering terug te sturen aan de Tweede Kamer.

Bezoek de site van Pieter Lakeman met "Accountants in de fout".
http://www.pieterlakeman.nl/