Provincie Zeeland


Commissaris Van Gelder evalueert toepassing Europese Richtlijn

Op 17 november licht Commissaris van de Koningin van Zeeland, de heer W.T. van Gelder de evaluatie van de Europese Richtlijn Stortafval toe. Hij doet dit als rapporteur tijdens de vergadering van het comité van de regio's.

De richtlijn is in 1999 ingesteld om negatieve effecten van stortplaatsen op het milieu en op de gezondheid van de mens te voorkomen of te beperken. De evaluatie is op verzoek van de Europese Commissie door het Comité van de Regio's uitgevoerd. Het is voor het eerst dat de EC voor een dergelijke rapportage een beroep doet op het Comité. Van Gelder is voorstander van deze manier van samenwerken, het verdiept het contact tussen de twee Europese organen. Darnaast bepleit hij dat ook de regionale toepassing van andere Europese Richtlijnen geëvalueerd worden. Zo is er grote behoefte aan een regionale evaluatie van de toepassing van de Vogel en Habitat Richtlijn, de Richtlijn Fijn Stof en de Kaderrichtlijn Water.

De maatregelen die in het kader van de Richtlijn Stortafval worden genomen, moeten uiteindelijk leiden tot een reductie van te storten organisch afval van 65% in 2014 ten opzichte van de hoeveelheid in 1995. Daarnaast moeten de stortplaatsen veiliger worden. In de richtlijn is vastgelegd welk type afval mag worden gestort en hoe dit wordt gemonitord. Ook staat beschreven hoe gesloten stortplaatsen kunnen worden beheerd.

Uit de evaluatie blijkt onder andere dat de hoeveelheid afval die wordt gestort is afgenomen. In regio's waar al langere tijd maatregelen worden getroffen is de afname het grootst. Het overgrote deel van de stortplaatsen voldoet inmiddels aan alle technische eisen van de Richtlijn. Een aantal landen zal nog de nodige inspanningen moeten verrichten.

De maatregelen zijn het meest effectief wanneer de problemen en oplossingen op lokaal niveau onder de aandacht worden gebracht. Voor een succesvolle implementatie is een pro-actieve houding van lokale bestuurders nodig. Financiële prikkels, gezonde alternatieven voor storten en een goede publiekscampagne kunnen eveneens een bijdrage leveren.

In het rapport wordt een beroep op de Europese Commissie gedaan om meer aandacht te besteden aan het voorkomen van afval toerisme (het uitvoeren van afval naar het buitenland) door het ontstaan van een gelijk Europees speelveld te bevorderen. Omdat er een groot verschil is in de storttarieven in de lidstaten, zou de introductie van een verplichte stortbelasting een mogelijke oplossing kunnen zijn.

Ingrid de Kubber, telefoon 0118-631824, 15 november 2005, nr. 150/2005