Provincie Overijssel

Ranter: financiering jeugdzorg moet anders

"De financiering van de verschillende vormen van jeugdhulp aan diverse groepen jongeren moet anders", aldus Gert Ranter, gedeputeerde Zorg en Participatie in Overijssel, tijdens de werkconferentie jeugdzorg 'Samen ontketend: effe doen!' in Almelo. "Ik vind dat het Rijk serieus moet kijken of de financiering van de jeugdzorg niet in één hand moet worden gelegd."

Ranter: "Nu zijn er diverse financiers: de zorgkantoren (AWBZ) voor de jongeren in de licht verstandelijke gehandicapte sector en de geestelijke gezondheidszorg, Justitie voor de Justitiële jeugdinrichtingen en de provincies voor het jeugdzorgaanbod. We weten met zijn allen dat deze situatie geen recht doet aan de praktijk van alledag. Jongeren zijn niet altijd in een van deze hokjes te plaatsen. Ze verschuiven vaak van de ene sector naar de andere of hebben te maken met een meervoudige problematiek. Ik pleit er daarom voor om de financiering in één hand te leggen. Dat maakt de jeugdzorg krachtiger en is ook beter voor de jongere.â Bij de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg in 2006 wil de provincie dit punt duidelijk naar voren brengen.

Verdomhoek

De verantwoordelijk gedeputeerde voor zorg in de provincie Overijssel ergert zich daarnaast aan de continue negatieve beeldvorming over de jeugdzorg in de media en in de politiek. "Bij elk incident wordt de jeugdzorg, terecht of onterecht, in de verdomhoek geplaatst. Vaak wordt er gesproken over het falen van de jeugdzorg, zonder het eindoordeel af te wachten."

Ranter is ervan overtuigd dat het beeld dat in de buitenwereld is ontstaan over de jeugdzorg, niet strookt met de realiteit binnen de Overijsselse jeugdzorg. De resultaten die geboekt worden, ondersteunen deze gedachte. Hierbij gaat het onder andere om een efficiëntere opvang van en hulp aan zorgvragers door een betere inzet van middelen en een betere samenwerking tussen instellingen.Â

Worsteling

Tijdens de werkconferentie stak Gert Ranter de medewerkers in de jeugdzorg een hart onder de riem. In zijn toespraak gaf hij aan het dilemma te zien waarmee vaak wordt geworsteld in de jeugdzorg. "Er worden vaak moeilijke en ingrijpende beslissingen genomen, waarbij heel diverse aspecten tegen elkaar worden afgewogen. Soms blijkt dan achteraf dat een andere beslissing ook goed was geweest of misschien zelfs beter. Dat is onlosmakelijk verbonden met dergelijke complexe afwegingen en staat los van de jeugdzorg."

Tevens riep hij de aanwezigen op kritisch naar zichzelf te blijven kijken en onderling ook de discussie te zoeken over kansen en verbeteringen voor de toekomst.