FNV Bouw


datum: 17-11-2005 / bericht: 2 van 45

Openingstoespraak Bondsraad 17 november 2005

Begin april van dit jaar vond ons congres plaats, eind mei dat van de vakcentrale FNV. De besluiten die daar werden genomen zijn in de achterliggende maanden in werkplannen omgezet. En sommige besluiten zijn al uitgevoerd. Maar het ging op die congressen niet alleen over plannen, het ging ook over de arbeidsverhoudingen in Nederland. Als vakbeweging leveren we in de SER constructieve adviezen aan de politiek over moeilijke en vaak omstreden onderwerpen. Wij durven de kooltjes uit het vuur te halen, waar politici vaak wegduiken. Al tientallen jaren overleggen we in de SER met vertegenwoordigers van werkgevers en met onafhankelijke deskundigen. En daar zijn heel wat belangrijke adviezen uit voortgekomen. Adviezen die konden rekenen op draagvlak in de samenleving. Dit kabinet had er een handje van zich niet die adviezen te bekommeren. Dat ging uiteindelijk mis, want zonder maatschappelijk draagvlak komt een kabinet in moeilijkheden. De demonstratie op het museumplein bracht een ommekeer.

Aanvankelijk leek het erop dat het kabinet een andere tactiek voert naar de sociale partners. Het omarmt nu de SER-adviezen, in plaats van ze terzijde te schuiven. Bij het onlangs gehouden najaarsoverleg juichte de minister-president bijna over de samenwerking met de sociale partners. Zijn we terug in de polder? De vraag is of het kabinet echt is bijgedraaid, en ik ben bang van niet. Het kabinet omarmde het SER-advies over de arbeidsomstandighedenwetgeving. En ook het SER-advies over de WW kreeg een positief onthaal. Maar vervolgens zien we iets anders bij de uitvoering van die adviezen, dat wil zeggen bij de omzetting ervan in nieuwe wetgeving. Dan volgt dit kabinet doodleuk de eigen agenda, en het fietst er allerlei punten in die juist NIET door de SER werden aangeprezen.

Het kabinet moet zich realiseren dat de FNV dit niet accepteert. Het kabinet moet beseffen dat misbruik van vertrouwen grote schade kan toebrengen aan de arbeidsverhoudingen in Nederland. De adviezen van de SER zijn vaak evenwichtig opgebouwd. Als je hier en daar een draagbalk weghaalt dondert een bouwwerk in mekaar. De FNV past ervoor om dan weer vrolijk opnieuw te gaan bouwen.

Het najaarsoverleg, waarover de minister-president zo jubelde, was een zouteloze vertoning. Agnes Jongerius moest erg haar best doen om een pluspunt te boeken. Dat is dan de werkgelegenheidstop. Binnenkort vindt die werkgelegenheidstop plaats. Arbeidsparticipatie is een thema dat al jaren hoog op de agenda staat. Dat is ook goed. Werk is voor mensen belangrijk, niet alleen vanwege het inkomen dat je ermee verdient, ook omdat het de gelegenheid biedt te tonen wat je met je talenten doet. Op het werk ontmoet je collega's, klanten, andere mensen. Allemaal belangrijk voor de mensen persoonlijk en ook voor de maatschappij.

Werk is er niet voor iedereen. Hier in Nederland zijn er grote groepen mensen die niet aan de bak komen. Vrouwen die een grotere deeltijdbaan willen, vrouwen die willen herintreden nadat de kinderen groot geworden zijn. Allochtonen die gediscrimineerd worden, ouderen die hun baan verloren zijn, jongeren die hun opleiding niet hebben afgemaakt, mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn of een handicap hebben. Ze hebben het allemaal moeilijk op de arbeidsmarkt. En dan zijn er in het buitenland ook nog velen die hun geluk bij ons komen zoeken, omdat het bij hèn thuis nog veel moeilijker is om werk te vinden.

De werkgelegenheidstop kan dus nuttig zijn. Het is belangrijk om het perspectief te verbeteren van mensen die geen werk kunnen krijgen. Maar als de top wordt gebruikt om opnieuw over het minimumloon te beginnen, over het ontslagrecht, over de sociale zekerheid of over de AOW-leeftijd, hoeft die top voor mij niet. Dan kunnen we onze tijd beter besteden. Waar het echt om moet gaan zijn de mensen die geen werk kunnen vinden. Mensen die zich een ongeluk solliciteren en altijd worden afgewezen. Aan die mensen moet een maatschappelijk perspectief geboden worden. Neem nu de mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Honderdduizenden mensen in de WAO worden herkeurd. De herkeuring wordt zo rigoureus uitgevoerd dat duizenden en duizenden mensen inmiddels drastisch zijn afgeschat. Terwijl verreweg de meesten geen enkel perspectief op een baan hebben. Hun enige zekerheid is een inkomen op armoedeniveau. Het is een schande voor de Nederlandse samenleving. Dit kabinet zal op de werkgelegenheidstop met perspectief moeten komen voor deze mensen. Betaald werk is voor velen best mogelijk, maar de werkgevers kiezen ervoor anderen het werk te laten doen. En er is domweg niet genoeg werk voor iedereen in de particuliere sector.

Vele WAO-ers hebben uiteindelijk een andere invulling van hun leven gevonden. Deze mensen maken zich vaak in vrijwilligerswerk verdienstelijk voor de samenleving. Dat wordt niet betaald, maar het is er niet minder belangrijk om. Zonder vrijwilligers zouden sportverenigingen een zieltogend bestaan leiden, zonder mantelzorgers zouden duizenden mensen troosteloos en eenzaam verpieteren, zonder vrijwilligers zouden de meeste maatschappelijke organisaties niet functioneren. Deze mensen worden nu gedwongen om opnieuw de arbeidsmarkt op te gaan. Nogmaals, het zou natuurlijk fantastisch zijn als ze weer betaald werk vinden. En een aantal slaagt daar ook in. Maar duizenden lukt dat niet. Die mensen mogen we niet aan hun lot overlaten. Ik zie twee mogelijkheden die wel sociaal zijn. De ene mogelijkheid moet de overheid bieden, de andere mogelijkheid creëren de mensen zelf. De eerste mogelijkheid die ik zie is dat de overheid werk biedt aan de mensen die er niet in slagen bij een particuliere werkgever aan de slag te komen. Gemeentes zouden daar veel werk van kunnen maken. Er is genoeg te doen. En meedoen is inderdaad belangrijk. Weigeren van zulk werk is niet aan de orde en mag van mij best consequenties hebben voor de uitkering. Maar dus eerst een aanbod van werk, en pas daarna een verlaging van de uitkering. De omgekeerde weg die nu feitelijk bewandeld wordt is taboe. Die leidt slechts tot angst en onzekerheid. Ik vind dus dat de uitkeringen in stand moeten blijven zolang aan de afgeschatte gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers geen serieuze baan is aangeboden. Recht op een uitkering, en plicht om mee te werken - zo simpel is het.

De tweede kans voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten ligt bij hen zelf, en wel bij hun vrijwilligerswerk. Bij de herkeuringen zou rekening gehouden kunnen worden met het vrijwilligerswerk van deze mensen, in combinatie met de tijd dat zij al uit het arbeidsproces zijn en met hun kansen op de arbeidsmarkt. Het kabinet zou er goed aan doen de regels voor de herkeuring langs deze lijnen aan te passen. Vrijwilligerswerk is namelijk ook werk. Het is voor de maatschappij van onmisbaar belang. En ik pleit er dus voor dat we dat belang laten meetellen voor de WAO-ers die zich daarmee verdienstelijk willen maken. Ik zou nog een stap verder willen gaan. Vrijwilligerswerk zou ook in letterlijk zin de waardering moeten krijgen die het verdient, bijvoorbeeld via een toeslag op de uitkering. Daarmee krijgen deze mensen ook eens erkenning voor hun waardevolle bijdrage aan de Nederlandse samenleving. Laten we eens stoppen met de afbraak en beginnen met een positieve insteek. De werkgelegenheidstop is een mooie gelegenheid om daarmee een start te maken.

Dick van Haaster,
Voorzitter FNV Bouw