Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
SV/F&W/2005/94305
Onderwerp Datum
Maatwerk UWV en ontheffing sollicitatieplicht 18 november 2005
WW
Het kabinet staat, als reeds aangegeven in het kabinetsstandpunt over WW en ontslagrecht1,
positief ten opzichte van de aanbevelingen van de Sociaal-Economische Raad (SER) en de
Stichting van de Arbeid inzake de sollicitatieplicht van de Werkloosheidswet (WW).
Zowel de SER als de Stichting van de Arbeid pleit voor ruimte voor het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen (UWV) om bij de toepassing van de sollicitatieplicht afdoende rekening
te houden met de reële arbeidsmarktkansen van de WW-gerechtigde door middel van maatwerk.
Zo zou volgens de Stichting van de Arbeid het UWV in geval van aantoonbaar geringe kansen op
arbeid welke buiten de invloedsfeer van de uitkeringsgerechtigde liggen, de bevoegdheid moeten
hebben tot aanpassing van de inhoud van de sollicitatieplicht.2 De SER stelt verder in zijn advies
over de toekomst van de WW voor als uiterste optie en als sluitstuk op het maatwerk in de WW
een bevoegdheid voor het UWV op te nemen om werknemers tijdelijk individueel te kunnen
ontheffen van de sollicitatieverplichting.3
Met deze brief informeer ik u hoe het kabinet voornemens is deze aanbevelingen uit te werken.
Met het UWV zullen afspraken worden gemaakt langs de in deze brief beschreven lijnen.
Maatwerk: Werk boven uitkering
Het UWV start begin 2006 met de uitvoering van een nieuwe werkwijze met de naam `Werk
boven uitkering'. In deze nieuwe werkwijze staat maatwerk voor de WW-gerechtigde centraal.
Meer zal rekening worden gehouden met de individuele kansen van WW-gerechtigden op de
arbeidsmarkt.
Op dit moment biedt de sollicitatierichtlijn van het UWV te weinig ruimte voor maatwerk in de
praktijk. Over iedere periode van vier weken worden gemiddeld ten minste vier sollicitaties
1 Kamerstukken II 2004/05, 30 109, nr. 1.
2 Brief van de Stichting van de Arbeid aan de Tweede Kamer, d.d. 28 juni 2005, betreffende het
kabinetsstandpunt WW en ontslagrecht.
3 SER-advies "Toekomstbestendigheid werkloosheidswet", publicatienummer 05/05, Den Haag 2005.
2
verlangd. Deze methodiek is op massaliteit gericht en heeft een sterk kwantitatief karakter. In de
uitvoeringspraktijk wordt onvoldoende rekening gehouden met de individuele kansen op de
arbeidsmarkt van de cliënt. De huidige sollicitatierichtlijn wordt daarom door het UWV vervangen
door nieuwe beleidsregels waarin maatwerk voor de WW-gerechtigde centraal zal staan.
De nieuwe werkwijze van het UWV nader belicht
WW-gerechtigden dienen al het mogelijke te doen om werk te verkrijgen. Zowel de SER als het
kabinet en het UWV zien daarom de sollicitatieplicht voor uitkeringsgerechtigden als uitgangspunt.
De invulling van deze sollicitatieplicht zal veranderen van een kwantitatieve naar een kwalitatieve.
Het UWV gaat vanaf januari per individu beoordelen welke activiteiten de betrokkene het snelst
terug zullen geleiden naar de arbeidsmarkt. De sleutelfiguur in deze opzet is de reïntegratiecoach.
Reïntegratiecoaches begeleiden nieuwe WW-gerechtigden op hun weg terug naar de arbeidsmarkt.
De reïntegratiecoach wordt met name ingezet voor WW-gerechtigden die een grotere afstand
hebben tot de arbeidsmarkt. Voordat die groep WW'ers daadwerkelijk aan werk toekomt, zullen
eerst belemmeringen weggenomen moeten worden. Op basis van een reïntegratiediagnose weegt
de reïntegratiecoach af welke activiteiten voor de betrokken uitkeringsgerechtigde geschikt zijn. De
reïntegratiecoach kan met de WW-gerechtigde afspraken maken over het doorlopen van een
opleiding of training, het volgen van een stage, het verrichten van vrijwilligerswerk of mantelzorg of
het volgen van een sollicitatieworkshop. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van activiteiten
waarover in combinatie met een op de persoon afgemeten aantal sollicitaties - de
reïntegratiecoach en de WW-gerechtigde afspraken kunnen maken. Door de reïntegratiecoach op
deze manier in te zetten, blijven alle activiteiten gericht op werkhervatting.
Maatwerk heeft de voorkeur
Het kabinet heeft, in samenspraak met het UWV en de Centrale organisatie werk en inkomen
(CWI), onderzocht of in de uitvoeringspraktijk behoefte bestaat aan de door de SER voorgestelde
ontheffingsbevoegdheid en hoe deze vorm zou kunnen worden gegeven. Aan een
ontheffingsbevoegdheid kleeft een aantal nadelen. Zo zou het leiden tot een set nieuwe regels voor
het UWV en zijn toetsingscriteria niet eenvoudig te concretiseren. Ook zou de introductie van een
ontheffing leiden tot extra administratieve lasten voor burgers.
Belangrijker is dat het UWV heeft aangegeven geen functie te zien voor een
ontheffingsbevoegdheid. Het UWV heeft met de nieuwe werkwijze de ruimte om WW-
gerechtigden met een door individuele omstandigheden bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt een
variabele invulling van de sollicitatieplicht te geven. Daarmee zou het UWV feitelijk bewerkstelligen
wat met het ontheffingskader wordt beoogd. Tevens heeft het UWV uitdrukkelijk er op gewezen
dat ontheffingen contraproductief zouden kunnen werken omdat daar een alles behalve activerende
werking van uit gaat. Ontheffing van de sollicitatieplicht past niet in het scala van activiteiten die de
reïntegratiecoach van de WW-gerechtigde kan verlangen om de weg terug naar werk te effenen.
Een ontheffing houdt immers geen activiteit, maar passiviteit in.
3
Op grond van deze overwegingen geeft het kabinet, in navolging van de SER en de Stichting van
de Arbeid, de voorkeur aan maatwerk bij de toepassing van de sollicitatieplicht en kiest het
kabinet ervoor thans geen ontheffingsbevoegdheid te introduceren.
Dit betekent dat de reïntegratiecoach de ruimte krijgt om WW-gerechtigden die alle pogingen
hebben ondernomen werk te vinden een lichtere invulling van de sollicitatieplicht te geven,
gecombineerd met een of meerdere alternatieve activiteiten. Het UWV zal hier terughoudend mee
om gaan. De invulling van de sollicitatieplicht vindt plaats op basis van een beoordeling van de
individuele omstandigheden van de WW-gerechtigde; de algemene situatie op de arbeidsmarkt
speelt bij die beoordeling geen rol.
Introductie calamiteitenontheffing
Na overleg met het UWV is het kabinet tot de conclusie gekomen dat in geval van een ernstige
crisis in de directe familie de noodzaak aanwezig kan zijn om tijdelijk ontheffing te verlenen van de
sollicitatieplicht. Te denken valt aan ernstige ziekte of een sterfgeval van bijvoorbeeld een partner
of een kind van de WW-gerechtigde. In dergelijke gevallen zou een tijdelijke ontheffing van de
sollicitatieplicht van enkele weken uitkomst kunnen bieden bij de uitvoering van de WW. Ook zou
het laten verstrijken van de inschrijving bij het CWI in een dergelijke ontheffingsperiode niet tot een
sanctie moeten leiden. Het kabinet stelt daarom voor een calamiteitenontheffing te introduceren.
Monitoring en evaluatie
Het UWV hanteert een kwaliteitmeetmodel voor reïntegratiecoaching dat is gebaseerd op de
methode die gebruikt wordt bij sociaal medisch handelen. Hierdoor komen op landelijk, regionaal,
kantoor- en medewerkerniveau gegevens beschikbaar over de verrichte activiteiten en behaalde
resultaten. Deze informatie wordt ook als benchmarkinformatie binnen het UWV gehanteerd
richting reïntegratiecoaches om een uniforme toepassing van de sollicitatieplicht te bevorderen.
Onderdeel van deze registratie zal zijn dat het UWV administreert voor welke
uitkeringsgerechtigden is gekozen voor een lichtere invulling van de sollicitatieplicht en hoe deze
invulling eruit ziet. UWV zal hierover voorts rapporteren in de kwartaalrapportages. Tevens zal het
UWV zijn administratie zodanig inrichten dat informatie wordt vastgelegd over de redenen waarom
is besloten tot deze lichtere invulling van de sollicitatieplicht. De nieuwe werkwijze van het UWV
met betrekking tot het in deze brief beschreven maatwerk bij de toepassing van de sollicitatieplicht,
zal uiterlijk in 2010 worden geëvalueerd.
Verhouding tot huidige categoriale vrijstellingsregeling
Op 1 juli 2005 is een tijdelijke vrijstellingsregeling in werking getreden voor werknemers die op 31
december 2003 57,5 jaar of ouder waren, op het moment van vrijstelling minstens één jaar
werkloos zijn en die ten minste gedurende drie maanden minimaal 20 uur per week vrijwilligers-
werk of mantelzorgtaken verrichten. Deze tijdelijke vrijstellingsregeling blijft onder de nieuwe WW
bestaan.
In antwoord op de vraag of de regeling niet omgezet zou kunnen worden in een structurele regeling
voor alle 57,5 jaar oude WW-gerechtigden die één jaar werkloos zijn en die ten minste gedurende
drie maanden minimaal 20 uur per week vrijwilligerswerk of mantelzorgtaken verrichten, heb ik uw
Kamer toegezegd dat ik de Commissie Gelijke Behandeling om advies zal vragen over de aan een
---
dergelijke regeling verbonden aspecten van gelijke behandeling. Inmiddels is de adviesaanvraag
voorgelegd aan de Commissie. Naar verwachting zal de Commissie begin 2006 advies uitbrengen.
Als een WW-gerechtigde niet voldoet aan de voorwaarden van de bestaande categoriale regeling,
kan hij met de reïntegratiecoach afspraken maken over een juiste balans tussen
sollicitatieactiviteiten en mantelzorg of vrijwilligerswerk.
Wettelijke verankering
In het wetsvoorstel Wet wijziging WW-stelsel en ontslagrecht4 is een grondslag opgenomen om de
hiervoor beschreven calamiteitenontheffing uit te werken in een algemene maatregel van bestuur
volgens de in deze brief genoemde lijnen.
Doorwerking in regelgeving WIA-gerechtigden
De motie Verburg c.s.5 vraagt om de invulling van de sollicitatieplicht in de Wet Werk en Inkomen
naar Arbeidsvermogen (WIA) zoveel mogelijk te stroomlijnen met de invulling daarvan in de WW.
In het wetsvoorstel Wet wijziging WW-stelsel en ontslagrecht is daarom de mogelijkheid
opgenomen om de calamiteitenontheffing ook voor personen die een uitkering krijgen krachtens de
regeling Werkhervatting voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA-gerechtigden) te regelen.
Voorts zal de reïntegratiecoach op termijn een vergelijkbare rol als in de WW gaan spelen voor de
WGA-gerechtigden waarvoor het UWV een reïntegratietaak heeft.
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen van de in deze brief beschreven calamiteitenontheffing zullen naar
verwachting gering zijn. De in het kader van dit voorstel uit te voeren werkzaamheden door de
reïntegratiecoaches zijn vervat zijn in hun reguliere werkzaamheden binnen de nieuwe werkwijze
`Werk boven uitkering'.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
4 Kamerstukken II (kamerstuknummer nog niet bekend).
5 Kamerstukken II 2004-05, 30 034 en 30 118, nr. 45.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid