Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-Gravenhage Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Ons kenmerk AM/BR/05/78060 Onderwerp voortgang transparantie op de arbo- en Datum 18 november 2005 reïntegratiemarkt en voorhang doen oprichten van
stichting

Aanleiding
In het Algemeen Overleg van 13 april 2005 heb ik aangekondigd uw Kamer nader te informeren over de voortgang van het convenant dat partijen op de arbo- en reïntegratiemarkt alsmede LCR en RWI hebben afgesloten over het bevorderen van de transparantie. Met deze brief geef ik hier invulling aan.
Daarnaast heb ik in mijn brief aan de TK van 1 mei 2005 aangekondigd dat ik met partijen zou bespreken op welke wijze we nog in 2005 kunnen komen tot een prestatiebenchmark. Ook hierop ga ik in deze brief in.

Ontwikkelingen ten aanzien van transparantie
Transparantie op de arbo- en reïntegratiemarkt is een belangrijke voorwaarde om zowel marktwerking te kunnen realiseren als om de effectiviteit van het reïntegratiebeleid te vergroten. Voor de arbo- en reïntegratiemarkt betekent dit het realiseren van meer duurzame plaatsingen na ziekte of werkloosheid. Bij transparantie gaat het erom dat zowel opdrachtgevers die collectieve contracten afsluiten als cliënten/werknemers een goed inzicht kunnen krijgen in de kwaliteit en de prestaties van aanbieders. De rijksoverheid heeft bij de ontwikkeling van transparantieinstrumenten een faciliterende rol, het beheer van de instrumenten is op termijn in beginsel een zaak van gebruikers (opdrachtgevers: UWV, gemeenten en werkgevers en opdrachtnemers: arbo- en reïntegratiebedrijven) zelf. Het vervullen van een faciliterende rol door de rijksoverheid is nodig omdat transparantie in de ontwikkelfase van de markt veel investeringen vereist en marktpartijen afzonderlijk hier `marktbreed' onvoldoende invulling aan geven. Met de (gedeeltelijke) subsidiëring van de transparantie-instrumenten faciliteert de overheid tevens de samenwerking tussen de partijen ten aanzien van markttransparantie. Hiermee neemt de overheid coördinatieproblemen, die de gewenste mate van transparantie kunnen belemmeren, weg.
Voor de reïntegratiemarkt is de rol van de rijksoverheid met betrekking tot transparantie tot op heden tot uitdrukking gekomen in een subsidiebijdrage aan de ontwikkeling van het Borea Keurmerk Reïntegratie en in een financiering van de transparantieinstrumenten die door de RWI worden ontwikkeld en beheerd gedurende de ontwikkelfase van de reïntegratiemarkt. Dit betreft de reïntegratiemonitor, het onderzoek naar de tevredenheid van cliënten en opdrachtgevers over reïntegratiebedrijven en de ontwikkeling van een prestatiebenchmark.

Ons kenmerk AM/BR/05/78060
Datum

Daarnaast wordt ook het reïntegratiemeldpunt, een samenwerkingsproject van RWI en VNG voor gemeentelijke aanbestedingen, tijdelijk gesubsidieerd.

Halverwege 2004 constateerden partijen op de arbo- en reïntegratiemarkt dat er onduidelijkheid was over de rollen van alle bij de markt betrokken organisaties, inclusief het ministerie van SZW, over de vormgeving van de markttransparantie. Ik heb toen aan partijen aangegeven dat de vormgeving van transparantie ten principale een zaak van marktpartijen is. De RWI heb ik verzocht daarbij een `makelende', begeleidende rol te vervullen. Ik heb partijen gevraagd hier stappen in te zetten die de markttransparantie ten goede komen. UWV, VNG, RWI, Borea, BOA, sociale partners en LCR hebben vervolgens op 9 maart 2005 met elkaar een convenant afgesloten. Daarbij gaven ze aan de samenwerking via een stichting vorm te willen geven, waarbij de RWI het onafhankelijk voorzitterschap en het secretariaat zal vervullen. Partijen hebben aangegeven hun instrumenten in de stichting onder te willen brengen. De brancheorganisaties brengen daarbij hun keurmerken in, de RWI (en VNG) de andere transparantieinstrumenten.Voorts hebben partijen met elkaar afspraken gemaakt over resultaten die men verder met elkaar wil bereiken.

Werkplan transparantie
Op 12 juli 2005 heb ik van convenantpartijen een werkplan ontvangen. In het werkplan hebben partijen hun voornemens bekend gemaakt ten aanzien van het beheer en de verdere ontwikkeling van transparantieinstrumenten, de uitvoering van door partijen gemaakte afspraken over te behalen convenantresultaten, alsmede de wijze waarop de samenwerking binnen de stichting gestalte krijgt. Aanvullend hierop hebben partijen een meerjarenbegroting toegestuurd.
Over het werkplan en de stichtingsbegroting heb ik op 31 augustus 2005 overleg gevoerd met betrokken partijen.
Tijdens het overleg heb ik aangegeven dat de rijksoverheid tijdelijk aan de ontwikkeling van transparantie op de markt zal blijven bijdragen. Prioriteiten van de rijksoverheid zijn daarbij de (door)ontwikkeling van de keurmerken voor de arbo- en reïntegratiemarkt, de prestatiebenchmark en het tevredenheidsonderzoek. Gratis cliëntenvoorlichting is (zeker in het licht van de IRO) ook van belang, maar dit is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van opdrachtgevers en opdrachtnemers.
Partijen hebben ermee ingestemd dat de exploitatie van de transparantieinstrumenten op termijn in principe aan gebruikers zelf is, maar toonden zich bezorgd of dit haalbaar is en of cliëntenbelangen niet een meer permanente rol van de rijksoverheid rechtvaardigen Bovenstaande heeft erin geresulteerd dat ik het voornemen heb een tijdelijke extra subsidie te geven aan de stichting voor de ontwikkeling van de instrumenten binnen de door mij aangegeven prioriteiten. De extra subsidie komt in aanvulling dan op de bijdrage die de RWI, via SZW, jaarlijks ter beschikking kan stellen aan de stichting. Daarmee draagt de rijksoverheid, naast de bijdragen van bijvoorbeeld Borea en BOA, voor een groot deel bij in de kosten van de stichting. De stichtingsbegroting zal voor zover nu bekend in 2006 1.290.000
---

Ons kenmerk AM/BR/05/78060
Datum

bedragen waarvan 300.000 door Borea wordt gefinancierd en de rest via het RWI-budget ( 700.000) en extra SZW-financiering ( 290.000). Daarnaast wordt een subsidie voor ontwikkeling van een arbo-keurmerk overwogen van 275.000. De stichting dient, in lijn met de beoogde markt & overheid-gedragsregels, een boekhoudkundige scheiding aan te brengen tussen de publieke (hier: de door het rijk gesubsidieerde) en de overige activiteiten. Kruissubsidiëring tussen beide type activiteiten is niet toegestaan. Dit moet mede blijken uit de declaratie die de stichting na afloop van de subsidieperiode bij SZW indient.
Met de tijdelijke financiering door SZW wordt recht gedaan aan de verantwoordelijkheid van de markt voor het realiseren van een voldoende mate van transparantie. Over de subsidietoekenning wordt van jaar tot jaar beschikt. SZW betrekt hierbij de mate waarin gebruikers zelf financiële verantwoordelijkheid gaan nemen voor de transparantieinstrumenten.

Prestatiebenchmark
Met betrekking tot de prestatiebenchmark voor de reïntegratiemarkt zullen eind 2005 de prestaties van reïntegratiebedrijven in het kader van hun contracten met UWV geplaatst worden op de RWI-reïntegratiemonitor. De prestaties zijn ingedeeld naar doelgroep. De reïntegratiemonitor bevat het aanbod van zo'n 780 reïntegratiebedrijven, arbodiensten, scholingsinstituten en interventiebedrijven.1 Wat betreft de gemeentelijke prestatiebenchmark: onlangs is in opdracht van de RWI een eerste demoversie opgeleverd van een zogenaamde `contracten- en resultatendatabank'. In deze pilot met vijftien gemeenten zijn enkele tientallen contracten met reïntegratiebedrijven op uniforme wijze samengevat en is tevens gekeken hoe stapsgewijs te komen richting een `echte' benchmark voor de gemeentelijke reïntegratiemarkt. De inzet is dat ­ onder verantwoordelijkheid van de nieuwe stichting - met ingang van 2006 zo'n benchmark wordt geïntroduceerd voor een bepaalde groep gemeenten. Zo kan stapsgewijs objectief inzicht worden georganiseerd in de prestaties van door gemeenten gecontracteerde reïntegratiebedrijven. Draagvlak van deelnemende gemeenten en reïntegratiebedrijven blijft daarbij cruciaal.
In de jaren 2006-2010 is daarmee minimaal sprake van de volgende transparantie- instrumenten:

· Reïntegratiemonitor, met contact- en bedrijfsinformatie van bedrijven, zoals omvang van het bedrijf, dienstenpakket, doelgroepen/sectoren, opdrachtgevers, samenwerkingsrelaties en contractvormen. Hiermee kunnen opdrachtgevers en werknemers/cliënten zich een eerste beeld vormen over het aanbod.
· Tevredenheidsonderzoek, dit betreft het oordeel van cliënten en opdrachtgevers over de kwaliteit van reïntegratiebedrijven en betreft zowel bedrijven met een keurmerk als bedrijven zonder een keurmerk. Het tevredenheidonderzoek wordt periodiek herhaald.


1 De monitor is te raadplegen via de volgende link: http://www.rwi.nl/reintegratiemonitor/rwi/intro.asp
---

Ons kenmerk AM/BR/05/78060
Datum


· Prestatiebenchmark, waarin plaatsingsprestaties van reïntegratiebedrijven gerelateerd aan contracten met UWV en gemeenten (of een deel van de gemeenten)
· De reïntegratiemonitor zal worden omgevormd tot prestatiebenchmark. Dit wordt enerzijds ingevuld door het toevoegen van resultaten van de tevredenheidonderzoeken en de plaatsingscijfers van UWV en gemeenten. Daarnaast zullen partijen afspraken maken over de wijze waarop prestaties van externe arbodiensten aan de monitor worden toegevoegd. Ook werken partijen nader uit welke vorm van inzicht en kwaliteit kan wordt geboden die aansluit bij de wensen van de boogde gebruikers van de benchmark en individuele vragers en aanbieders.

· Doorontwikkeling en beheer van een kwaliteitskeurmerk voor arbodiensten. Mede in verband met de liberalisering van de arbomarkt is de doorontwikkeling van het BOA- kwaliteitskeurmerk gewenst, met daaraan gekoppeld een prestatiebenchmark. Omdat er een overlap bestaat tussen activiteiten van arbodiensten en reïntegratiebedrijven zal er een gezamenlijke module met het stichtingskeurmerk voor reïntegratiediensten komen. Deze geeft vrijstelling voor onderdelen van beide keurmerken, over en weer.
· Doorontwikkeling en beheer van het Borea Keurmerk Reïntegratie. Door onderbrenging bij de stichting, waaraan ook opdrachtgevers en cliënten deelnemen, komt er een breder draagvlak voor het keurmerk. Met de start van de stichting wordt dit dus een onafhankelijk keurmerk voor reïntegratiediensten.
· Cliëntenvoorlichting. Op basis van een inventarisatie onder cliënten zal nagegaan worden over welke aspecten van de dienstverlening van reïntegratiebedrijven cliënten beter willen worden geïnformeerd. Deze informatie wordt opgenomen in de reïntegratiemonitor.

· Een (reïntegratie)meldpunt waar gemeentelijke aanbestedingsprocedures worden bekendgemaakt. Het betreft hier een pilot van RWI en VNG met als doel het realiseren van een digitale marktplaats waar vraag en aanbod op de gemeentelijke reïntegratiemarkt elkaar direct, snel en eenvoudig kunnen vinden.Via publicatie van aanbestedingsprocedures op het meldpunt voldoen gemeenten aan het transparantievereiste in het kader van het Europese aanbestedingsregime. Met het onderbrengen van deze instrumenten bij de stichting wordt het draagvlak voor de instrumenten verbreed. Dit is bijvoorbeeld van belang voor de keurmerken, waarbij de verwachting is dat opdrachtgevers en cliënten deze ook beter zullen benutten als ze hier zelf verantwoordelijkheid voor dragen.
De meerwaarde van de samenwerking is daarnaast dat afstemming tussen de verschillende instrumenten plaats kan vinden. Zo kan er synergie ontstaan tussen de keurmerken, maar wordt het op den duur ook mogelijk om via de onafhankelijke audits voor de keurmerken, zonder extra administratieve lasten voor de bedrijven, de plaatsingsresultaten van reïntegratiebedrijven in kaart te brengen.
Tenslotte is van belang dat partijen binnen de stichting aan een gemeenschappelijk begrippenkader zullen gaan werken. Het hanteren van uniforme begrippen en daar eenzelfde betekenis aan hechten is niet alleen van groot belang voor het daadwerkelijk transparant
---

Ons kenmerk AM/BR/05/78060
Datum

worden van de arbo- en reïntegratiemarkt, maar zal daarnaast een aanzienlijke administratieve lastenverlichting kunnen betekenen voor de arbo- en reïntegratiebedrijven.

Oprichting stichting /voorhangen bij het parlement
Het deelnemen van UWV en RWI aan de stichting vereist op basis van respectievelijk artikel
6, lid 1, onderdeel a en artikel 19, eerste lid, onderdeel a en van de SUWI-wet goedkeuring van de minister. Ik ben voornemens om deze toestemming te verlenen. Daarnaast heeft de staat vanwege de subsidie aan de stichting financiële betrokkenheid bij de oprichting van de stichting Transparantie en zijn daarmee de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer in het geding. In dat kader doe ik hierbij, conform artikel 34 lid 1 van de Comptabiliteitswet mededeling van mijn voornemen tot het doen oprichten van een stichting. Bijgaand stuur ik u een afschrift van de reactie van de Algemene Rekenkamer op mijn verzoek om overleg (artikel 34 lid 2).
Na afloop van deze procedure zal ik beslissen over verzoeken van UWV en de RWI om aan de stichting te mogen deelnemen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlage:

-brief van de Algemene Rekenkamer

---