Gemeente Breda

Burgemeester past coffeeshopbeleid aan

De burgemeester heeft het coffeeshopbeleid aangepast. Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het beleid van 99 zijn: het terugbrengen van het aantal coffeeshops van tien naar negen, de invoering van gedoogverklaringen voor exploitanten van coffeeshops en verruiming van de sluitingstijd tot 24.00 uur op vrijdag en zaterdag voor twee coffeeshops in het centrum.

De aanpassingen zijn vastgelegd in de nota Coffeeshopbeleid gemeente Breda 2005. De nota komt op 1 december aan de orde in de commissie Algemene Zaken.

Het aantal coffeeshops wordt teruggebracht van tien naar negen om een te grote negatieve druk op de binnenstad (het gebied binnen de singels en de Stationsbuurt) te voorkomen. Het aantal van negen shops is voor Breda met ruim 168.000 inwoners redelijk en in overeenstemming met de regionale norm: één coffeeshop per 18.673 inwoners. Deze norm voldoet ook voor de komende jaren, waarin een groei van het aantal inwoners te verwachten valt.

Om de exploitatie van Bredase coffeeshops voor de toekomst te reguleren en een individuele toetsing van exploitanten en locaties mogelijk te maken, worden gedoogverklaringen ingevoerd. In deze verklaringen worden nadere eisen gesteld aan de exploitant (bijvoorbeeld de opgave van persoonlijke gegevens en de eis van een Verklaring omtrent het gedrag) en aan de vestigingsplaats (eisen aan de omgeving, waaronder parkeerruimte).

Coffeeshops mogen open zijn van 9.00 tot 23.00 uur. Om straathandel na sluitingstijd te beperken, mogen twee coffeeshops in het centrum voortaan op vrijdag- en zaterdagavond tot 24.00 uur open zijn. Op deze manier kunnen de coffeeshops die eerder sluiten klanten doorverwijzen naar de twee andere zaken. De leden van de Actieve Bredase Coffeeshops (ABC) dragen de twee coffeeshops voor.

Het huidige coffeeshopbeleid dateert van '99. De aanpassingen van het beleid werden in het voorjaar besproken met de partners (politie, Openbaar Ministerie, de ABC en verslavingszorg Novadic-Kentron) en met de leden van de commissie Algemene Zaken. Naar aanleiding van die besprekingen deed de gemeente onderzoek naar de overlast van coffeeshops voor de omgeving en werden scholen benaderd met de vraag of zij overlast ondervinden van de coffeeshops. Uit eerstgenoemd onderzoek bleek, dat politie en straathoekwerk positieve ervaringen hebben met de controleerbare verkoop van softdrugs via de coffeeshops. Omwonenden zijn minder positief vanwege de overlast van onder andere rondhangende bezoekers en af en aan rijdende of fout geparkeerde auto's. De overlast is 's avonds en in het weekend het grootst. Of een coffeeshop overlast geeft, hangt vooral samen met de aanwezigheid van andere zaken, zoals paddowinkels en smart- grow- en belshops. En of een coffeeshop in of buiten het centrum ligt, blijkt geen criterium te zijn voor veel of weinig overlast. Zo zijn Paradijs aan de St. Annastraat en Fly'n Hy aan de Houtmarkt voorbeelden van coffeeshops in het centrum waar weinig overlast is en geeft The Cat aan de Marterring (de enige coffeeshop in een woonwijk) de minste overlast. Uit het tweede onderzoek onder diverse scholen voor basis- en voortgezet onderwijs blijkt dat overlast vanuit coffeeshops of straathandel en de daarmee samenhangende drugsproblematiek geen item is op de Bredase scholen.

Breda, 23 november 2005