23-11-2005
Minister Dekker vindt gebiedsontwikkeling een noodzakelijke stap om
complexe ruimtelijke opgaven in Nederland op te lossen. Het Rijk heeft
daarbij een sturende rol als het gaat om de betrokkenheid, de
benodigde instrumenten en de kennis. Hiermee onderschrijft de minister
de aanbeveling van de adviescommissie onder leiding van Riek Bakker.
Ruimtelijke projecten van nationaal belang krijgen voorrang bij de
verdeling van de FES-gelden (900 miljoen euro) voor de uitvoering van
de Nota Ruimte, aldus minister Dekker tijdens de conferentie
'Gebiedsontwikkeling: voorbij de voorbeeldprojecten'. VROM wil
concrete gebiedsprojecten actief blijven ondersteunen. Maar niet
alleen het Rijk is aan zet. Minister Dekker: " 'Decentraal wat kan,
centraal wat moet' betekent óók dat andere overheden én de
marktpartijen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen."
Bij gebiedsontwikkeling gaat het er om de verschillende belangen en
partijen (onder andere Rijk, andere overheden, marktpartijen,
maatschappelijke organisaties) bij elkaar te brengen om gezamenlijk
een gebied te ontwikkelen. In opdracht van minister Dekker heeft de
adviescommissie Bakker het afgelopen anderhalf jaar veertien regionale
voorbeeldprojecten voor gebiedsontwikkeling bezocht en daarover
geadviseerd hoe deze aan te pakken. Provincies hebben de projecten
voorgedragen in het kader van de Nota Ruimte. Zij hebben daarbij het
voortouw. De veertien projecten lopen uiteen als het gaat om de
plannen en uitvoering. In alle gevallen is wel een stap vooruit gezet
in de ontwikkeling, aldus Dekker.
De minister stelt verder dat het Rijk een belangrijke sturende rol
heeft bij complexe ruimtelijke opgaven in Nederland. Voorbeelden
daarvan zijn de veiligheid van de kust en van de rivieren, de
verstedelijkingsopgave in de Noord- en Zuidvleugel of de toekomst van
Schiphol. Opgaven met 'een duidelijk nationale uitstraling' verdienen
van het Rijk extra aandacht. Daarmee onderschrijft minister Dekker één
van de aanbevelingen van de commissie Bakker. Dergelijke ruimtelijk
opgaven krijgen voorrang bij de verdeling van het geld dat in het
FES-fonds is gereserveerd voor de uitvoering van de Nota Ruimte (900
miljoen euro). Welke concrete projecten dat moeten zijn, wordt volgend
jaar in het kabinet besproken.
Initiatieven
Om gebiedsontwikkeling als werkwijze te stimuleren heeft de minister
in de afgelopen periode al enkele initiatieven genomen. Bijvoorbeeld
de zogenoemde programma-aanpak. Om een aantal grote projecten
rijksbreed op te pakken zijn diverse betrokken bewindslieden
aangewezen als programmaminister voor een betere coördinatie en
versnelling van de uitvoering van de Nota Ruimte. De focus ligt
daarbij op de Zuidvleugel Randstad, Groene Hart, Noordvleugel Randstad
en Brabantstad/Zuidoost-Brabant. 'Begin volgend jaar zal ik nagaan hoe
deze aanpak ook buiten de huidige vier programmagebieden kan worden
toegepast', aldus de minister.
Verder hebben enkele voorbeeldprojecten aangetoond dat de
betrokkenheid en coördinatie van het Rijk beter kan in díe gebieden
waar het rijk grond bezit. Het kabinet versterkt die positie met de
oprichting van het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB).
De commissie Bakker stelt volgens de minister terecht dat ook
wettelijke instrumenten van groot belang zijn voor gebiedontwikkeling.
Het gaat daarbij om de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) en de
grondexploitatiewet. Minister Dekker verwacht dat beide wetten in 2007
in werking treden. Verder komt er in 2008 een omgevingsvergunning,
waarbij VROM de verschillende vergunningen voor wonen, ruimte en
milieu zoveel mogelijk wil samenvoegen. Vooruitlopend op de nieuwe
regelgeving zal het ministerie van VROM een apart project starten om
de mogelijkheden in de nieuwe wet- en regelgeving onder de aandacht te
brengen bij andere overheden.
Praktijkleerstoel
Net als de adviescommissie Bakker wil minister Dekker de
kennisinfrastructuur voor gebiedsontwikkeling verbeteren en
versterken. Samen met marktpartijen stelt VROM de praktijkleerstoel
Gebiedsontwikkeling, die wordt ondergebracht bij de Technische
Universiteit Delft. Verder wil Dekker concrete projecten actief
blijven ondersteunen. Rijk, provincies en gemeenten kunnen dan zelf
deskundige hulp inroepen. Riek Bakker is gevraagd zich hiervoor
beschikbaar te houden. Verder stelt de minister een door de
adviescommissie gemaakte documentaire voor cursussen beschikbaar.
Om marktpartijen en maatschappelijke organisaties nog actiever te
betrekken bij gebiedsontwikkeling zal de minister samen met de Neprom
een Reiswijzer ontwikkelen. Deze Reiswijzer beschrijft hoe markt en
overheid kunnen samenwerken. In het kader van het VROM-programma
'Beleid met burgers' wordt bekeken hoe burgers meer kunnen worden
betrokken bij regionale gebiedsontwikkeling.
Minister Dekker komt begin volgend jaar met een definitief standpunt
op het eindadvies van de adviescommissie Dekker. In een brief aan de
Tweede Kamer zal zij aangeven welke vervolgstappen nodig zijn om
gebiedsontwikkeling als werkwijze in de praktijk verder te brengen.
Naast het eindadvies van de commissie zal de minister eveneens de
uitkomsten van de conferentie 'Gebiedsontwikkeling: voorbij de
voorbeeldprojecten'.
Zie ook
* Dossier Gebiedsontwikkeling:
http://www.vrom.nl/gebiedsontwikkeling
* Voorbeeldprojecten Gebiedsontwikkeling:
http://www.vrom.nl/pagina.html?id=21965
* Dossier Nota Ruimte: http://www.vrom.nl/notaruimte
* Dossier Beleid met burgers: http://www.vrom.nl/beleidmetburgers
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer