Voedsel en Waren Autoriteit

Nieuwe wetgeving etikettering allergenen

Nov 25 2005

Op 25 november 2005 gaat nieuwe Europese wetgeving in voor de etikettering van allergenen. Op verpakte levensmiddelen moet vanaf nu van twaalf stoffen die veel overgevoeligheidsreacties veroorzaken, worden aangegeven of die in het product voorkomen. Dit zal niet meteen op elk product zichtbaar zijn, omdat fabrikanten vier maanden de tijd krijgen om hun etiketten aan te passen. De VWA heeft samen met de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) voor producenten de handleiding 'allergenen/ingrediënten op levensmiddelen' gemaakt . (zie onderaan)


· informatie voor consumenten staat op · www.voedingscentrum.nl.

Pagina 1 van 9 VERSIE: September 2005

Wijziging van de etiketteringvoorschriften ingevolge de publicatie van RICHTLIJN 2003/89/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 10 november 2003 tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen; herziene handleiding, September 2005

Inleiding
Deze handleiding is het resultaat van besprekingen tussen de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). De handleiding is tevens besproken in het Regulier Overleg Warenwet.
Hetgeen in deze handleiding is vermeld, is van toepassing op Nederland; andere lidstaten kunnen er een andere interpretatie op na houden.
Ten opzichte van de voorgaande versie (versie 16 september 2004) is deze handleiding aangepast aan de hand van:

· RICHTLIJN 2005/26/EG VAN DE COMMISSIE van 21 maart 2005 tot vaststelling van een lijst van voedselingrediënten of stoffen die tijdelijk worden geschrapt uit bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad en
· Guidelines relating to Article 6 paragraph 10 of Directive 2000/13/EC as amended by Directive 2003/89/EC; zoals in augustus 2005 gepubliceerd op de website van de EU DG Health and Consumer Protection1.

· Voorts zijn ten behoeve van de leesbaarheid enkele redactionele wijzigingen doorgevoerd.
De wijziging ten gevolge van de Richtlijn 2005/26/EG betreft de lijst van tijdelijke uitzonderingen van te etiketteren derivaten. De neerslag hiervan wordt weergegeven in de paragraaf "Wanneer niet verplicht etiketteren" van deze handleiding. De gepubliceerde "Guidelines" hebben betrekking op:
· een uitleg met betrekking tot "producten op basis van" (zie paragraaf "Wanneer niet verplicht etiketteren")

· herhaling van meerdere bronnen van één allergeen (zie paragraaf "Hoe te etiketteren", punten 7, 8 en 9)

· het etiketteren van sulfiet en zwaveldioxide (zie paragraaf "Hoe te etiketteren", punt 11) De handleiding bestaat uit de volgende (hoofd)onderdelen:
· Tijdpad

· 25% regel en overige wijzigingen in de ingrediëntendeclaratie
· Allergenendeclaratie
Tijdpad

1 http://europa.eu.int/comm/food/food/labellingnutrition/foodlabelling/guidelines_6_10.pdf Pagina 2 van 9 VERSIE: September 2005
Algemeen
Publicatie in het publicatieblad EU 25-11-2003
Omzetting naar nationaal recht uiterlijk 25-11-2004 Producten ultimo voldoen aan de wijzigingen (productiedatum) 25-11-2005 Producten geproduceerd voor die datum mogen worden verkocht volgens de huidige regels zolang de voorraad strekt.
Tijdelijk
Uiterste datum voor indiening tijdelijke ontheffing allergenen etikettering 25-08-2004 Lijst van tijdelijke ontheffingen van de EU commissie, uiterlijk 25-11-2004 Uiterste datum voor geldigheid tijdelijke ontheffingen 25-11-2007 25% regel en overige wijzigingen in de ingrediëntendeclaratie Mengsels van vruchten, groenten en paddestoelen
De bestaande regel dat de ingrediënten bestaande uit mengsels van vruchten en groenten, waarin geen enkele vrucht of groente aanmerkelijk in gewicht overheerst, op een andere plaats kunnen worden vermeld dan op de plaats waar zij in volgorde van gewicht thuis horen (mits aangevuld met de aanduiding "in wisselende verhoudingen") is zodanig aangevuld dat deze regel nu ook geldt voor paddestoelen.
De aanduiding moet worden gevolgd door een opsomming van de aanwezige vruchten, groenten en/of paddestoelen. Het geheel van deze vruchten, groenten en paddestoelen in een samengesteld levensmiddel moet wel op de juiste gewichtsvolgorde in de ingrediënten declaratie staan.
Ingrediënten die minder dan 2% in het eindproduct voorkomen Ingrediënten die minder dan 2% van het product uitmaken hoeven niet langer in afnemende volgorde van gewicht in de ingrediëntendeclaratie te worden vermeld maar mogen onafhankelijk van hun gewichtsaandeel aan het einde van de ingrediëntendeclaratie worden opgenomen. Het betreft hier de samenstelling van producten zoals verkocht en niet zoals de samenstelling is na bereiding. Dit lost met name problemen op met de juiste volgorde van kleine ingrediënten zoals additieven en aroma's.
Onderling uitwisselbare ingrediënten
Ingrediënten die onderling uitwisselbaar zijn mogen worden vermeld als "bevat ......en/of......." . Dit onder de volgende voorwaarden:
· minder dan 2% van het eindproduct

· de samenstelling van het levensmiddel mag niet wezenlijk wijzigen
· de gepercipieerde waarde (consumentenverwachting) van het levensmiddel mag niet wijzigen

· het mag slechts gaan om ten hoogste twee ingrediënten
· het mag niet gaan om additieven

· de ingrediënten mogen niet voorkomen op de lijst van allergene levensmiddelen (Bijlage IIIbis).
25% regel wordt 0%
In de huidige regels zijn samengestelde ingrediënten (die een wettelijke- of algemeen bekende benaming hebben) vrijgesteld van vermelding van de individuele ingrediënten daarvan indien het samengestelde ingrediënt voor minder dan 25% in het eindproduct voorkomt. Met de inwerkingtreding van deze wijziging komt deze regel te vervallen. De hoofdregel is dan, dat alle ingrediënten van een samengesteld ingrediënt in de declaratie moeten worden vermeld.
Pagina 3 van 9 VERSIE: September 2005
Op deze hoofdregelregel is maar één uitzondering deze is: § alleen die samengestelde levensmiddelen zijn nog maar vrijgesteld waarvan de samenstelling communautair is geregeld. Het gaat hierbij om smeerbare vetproducten2 (o.a. margarine), chocolade3, vruchtennectaren4, jamproducten5, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde melkproducten6 en gedistilleerde dranken § en bovengenoemde samengestelde EU geregelde ingrediënten zijn voor maximaal
2% in het eindproduct aanwezig; wanneer er meer dan 2% aanwezig is in het eindproduct dan moeten de ingrediënten wel worden uitgesplitst. Voorbeeld: Cake met minder dan 2% pure chocolade (voor zover de chocolade geen allergene bestanddelen bevat zoals bedoeld in bijlage IIIbis van de richtlijn (zie verderop). Producten met samengestelde ingrediënten dienen derhalve (het bovenstaande uitgezonderd) volledig te worden geëtiketteerd. De ingrediënten van deze samengestelde ingrediënten kunnen, bijvoorbeeld tussen haakjes, worden vermeld achter dat ingrediënt of op hun eigen volgorde in de ingrediëntendeclaratie wanneer het samengestelde ingrediënt niet wordt genoemd.
Wanneer als gevolg van het gebruik van samengestelde ingrediënten in het eindproduct een additief voorkomt met verschillende functies (bijvoorbeeld in het ene samengesteld ingrediënt als zuurteregelaar en in het andere als voedingszuur) dan dient op het eindproduct de beide functies te worden vermeld met daarachter elke keer de naam of het nummer van dat additief.
Additieven in een samengesteld ingrediënt die geen functie meer hebben in het eindproduct (carry-over) blijven in beginsel uitgezonderd van de etiketteringverplichting. Dit staat echter los van de wijziging van de 25% regeling maar geldt voor elk samengesteld ingrediënt onafhankelijk van de hoeveelheid in het eindproduct. Alle uitzonderingen voor het vermelden van ingrediënten vervallen echter wanneer het gaat om derivaten van de allergene levensmiddelen genoemd in de nieuwe bijlage IIIbis. Kruiden en specerijen
De ingrediënten van mengsels van kruiden en/of aromatische planten (bedoeld zijn kruiden en specerijen) die voor minder dan 2% in het eindproduct aanwezig zijn, zijn eveneens uitgezonderd van de verplichting tot nadere aanduiding daarvan. Hoewel dit een nieuwe bepaling lijkt te zijn was dit al van kracht ingevolge de groepsnaamregeling conform bijlage I. Ook hier gelden de bovengenoemde regels ten aanzien van additieven en allergenen. Groepsbenamingen
Uit de bijlage I worden de groepsnamen "gekonfijte vruchten" (definitie: alle gekonfijte vruchten die niet meer dan 10 % van het gewicht van het levensmiddel uitmaken) en "groenten" (definitie: mengsels van groenten die niet meer dan 10% van het levensmiddel uitmaken) geschrapt. Dit houdt in dat deze gekonfijte vruchten en groenten individueel en in afnemende volgorde van aanwezigheid in de ingrediëntendeclaratie zullen moeten worden vermeld. Er wordt er daarbij van uitgegaan dat de algemene regels ten aanzien van vruchten in wisselende hoeveelheden, zoals hierboven beschreven, ook van toepassing zijn op gekonfijte vruchten.
2 Verordening (EG) 2991/94

3 Richtlijn 2000/36/EG

4 Richtlijn 2001/112/EG

5 Richtlijn 2001/113/EG

6 Richtlijn 2001/114/EG
Pagina 4 van 9 VERSIE: September 2005
Allergenen declaratie
Welke allergene ingrediënten
In de nieuwe bijlage IIIbis wordt beschreven om welke "ingrediënten" het gaat, het betreft de volgende:

· glutenbevattende granen (d.w.z. tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut of de hybride soorten daarvan) en producten op basis van glutenbevattende granen
· schaaldieren en producten op basis van schaaldieren7
· eieren en producten op basis van eieren8

· vis en producten op basis van vis

· aardnoten en producten op basis van aardnoten
· soja en producten op basis van soja

· melk en producten op basis van melk (inclusief lactose)9
· schaalvruchten, d.w.z. amandelen (Amygdalus communis L.), hazelnoten (Corylus avellana), walnoten (Juglans regia), cashewnoten (Anacardium occidentale), pecannoten (Carya illinoiesis (Wangenh.) K. Koch), paranoten (Bertholletia excelsa), pistachenoten (Pistacia vera), macadamianoten (Macadamia ternifolia) en producten op basis van schaalvruchten

· selderij en producten op basis van selderij10
· mosterd en producten op basis van mosterd11
· sesamzaad en producten op basis van sesamzaad
· zwaveldioxide en sulfieten in concentraties van meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l uitgedrukt als SO2.
De etikettering van zwaveldioxide en sulfiet wordt pas verplicht wanneer het genoemde gehalte in het (samengesteld) eindproduct wordt overschreden. Het gaat hierbij om het product zoals dit wordt geconsumeerd. Dit houdt in dat bij producten die moeten worden bereid (bijvoorbeeld droge soep), het gehalte na bereiding conform het voorschrift van de fabrikant bepalend is. Het geldt derhalve niet voor de individuele ingrediënten van een eindproduct, bovendien geldt het niet wanneer zwaveldioxide en sulfiet van nature aanwezig zijn.
Het overzicht van tijdelijk uitgezonderde derivaten wordt weergegeven in de paragraaf "Wanneer niet verplicht etiketteren".
Wanneer wel verplicht etiketteren
Wanneer (derivaten van) de bovengenoemde producten bewust in het eindproduct zijn geïntroduceerd dan dient dit op de verpakking tot uiting te komen. Alle uitzonderingsregels van de etiketteringvoorschriften worden hiermee op zij gezet. Aandacht moet specifiek gegeven worden aan:

· technische hulpstoffen en eventuele dragers (incl. oplosmiddelen) daarvan
· additieven en dragers (incl. oplosmiddelen) daarvan (zowel additieven die wel dienen te worden geëtiketteerd als additieven die door het carry-over beginsel niet meer hoeven te worden geëtiketteerd)

· aroma's en dragers (incl. oplosmiddelen) daarvan
· kleurstoffen en dragers (incl. oplosmiddelen) daarvan
7 Schaaldier = dier dat een schaal als uitwendig skelet heeft; de schaaldieren (crustacea) vormen een klasse van de geleedpotige dieren, die in het water leven, door kieuwen ademen en van twee paar sprieten voorzien zijn: krabben, kreeften en garnalen zijn schaaldieren.
8 Eieren van pluimvee in schaal, vers of verduurzaamd, zoals bedoeld in Verordening (EEG) 2771/75
9 Melk die is afgescheiden door de melkklier van een of meer koeien of buffelkoeien zoals bedoeld in Richtlijn 92/46 (EG)

10 Zowel zaad, knolselderij als blad selderij.
11 Aangenomen wordt dat hier is bedoeld producten van mosterdzaad Pagina 5 van 9 VERSIE: September 2005

· vitamine preparaten en dragers daarvan

· kruiden en specerijen en dragers daarvan

· alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent
· communautair geregelde samengestelde ingrediënten die minder dan 2% in het eindproduct aanwezig zijn.
Wanneer niet verplicht etiketteren
Kruisbesmetting (versleping) valt niet onder het bereik van de nieuwe regelgeving. Kruisbesmettingen hoeven derhalve, op grond van de wetgeving, niet te worden geëtiketteerd. Hoe individuele ondernemingen hiermee om wensen te gaan valt niet onder de scope van deze notitie en daarop zal in dit kader dan ook niet verder worden ingegaan. De etikettering van zwaveldioxide en sulfiet wordt pas verplicht wanneer het genoemde gehalte in het (samengesteld) eindproduct wordt overschreden. Het gaat hierbij om het product zoals dit wordt geconsumeerd. Dit houdt in dat bij producten die moeten worden bereid (bijvoorbeeld droge soep), het gehalte na bereiding conform het voorschrift van de fabrikant bepalend is. Het geldt derhalve niet voor de individuele ingrediënten van het eindproduct, bovendien geldt het niet wanneer zwaveldioxide en sulfiet van nature aanwezig zijn.
Internationaal wordt erkend dat "producten op basis van" alle producten omvat die van een Bijlage IIIbis product zijn afgeleid na één of meerdere proces stappen. Dientengevolge worden ingrediënten zoals micro-organismen gekweekt op substraat niet geacht afkomstig te zijn van dat substraat. In het geval een dergelijk substraat afkomstig is van een in Bijlage IIIbis vermeld product en wanneer mogelijk sporen van dat substraat, via het microorganisme, in het eindproduct terecht kunnen komen, dan dient de fabrikant te overwegen of aanvullende etikettering noodzakelijk is.
Door de Commissie is op 21 maart een lijst gepubliceerd van derivaten van allergenen die tijdelijk uitgezonderd zijn van de etiketteringsverplichting12. Deze derivaten zijn in eerste instantie uitgezonderd van de etiketteringsverplichting tot en met 25 november 2007. In de tussentijd zal de EU Commissie duidelijk moeten maken of deze derivaten permanent worden uitgezonderd of dat de vrijstelling wordt ingetrokken. De lijst van tijdelijk uitgezonderde derivaten is de volgende: Ingrediënten Producten daarvan afgeleid die tijdelijk worden geschrapt Glutenbevattende granen glucosestroop op basis van tarwe, m.i.v. dextrose12; maltodextrinen op basis van tarwe12; glucosestroop op basis van gerst; granen gebruikt voor sterk alcoholische dranken Eieren lysozyme (geproduceerd uit eieren) gebruikt in wijn; albumine (geproduceerd uit eieren) gebruikt als klaringsmiddel in wijn en cider
Vis visgelatine gebruikt als drager voor vitaminen, smaakstoffen en caretenoïden13;
visgelatine of vislijm gebruikt als klaringsmiddel in bier, cider en wijn

12 En producten daarvan, voorzover het proces dat zij hebben ondergaan naar verwachting niet zal leiden tot een grotere allergeniciteit dan de EFSA in het desbetreffende uitgangsproduct heeft vastgesteld.

13 Caretenoïden worden ook uitgezonderd met een richtlijn ter wijziging van Richtlijn 2005/26/EG. Publicatie wordt verwacht in september 2005
Pagina 6 van 9 VERSIE: September 2005
Soja volledig geraffineerd(e) sojaolie en -vet12; natuurlijke gemengde tocoferolen (E306), natuurlijk D-alfa-tocoferol, natuurlijk D-alfa- tocoferolacetaat, natuurlijk D-alfa- tocoferolsuccinaat van soja ; fytosterolen en fytosterolesters van plantaardige oliën van soja; fytostanolesters geproduceerd uit fytosterolen van plantaardige oliën van soja
Melk wei gebruikt in distillaten voor sterk alcoholische dranken; lactitol; melk- (caseïne) producten gebruikt als klaringsmiddel in cider en wijnen
Noten noten gebruikt in distillaten voor sterk alcoholische dranken; noten (amandelen, walnoten) gebruikt (als smaakstof) in sterk alcoholische dranken
Selderij olie van selderijblad en -zaad; oleohars van selderijzaad Mosterd mosterdolie; mosterdzaadolie; mosterdzaadoleohars Hoe te etiketteren

1. Allergene "ingrediënten" worden vermeld in de ingrediënten declaratie.
2. Wanneer een ingrediëntendeclaratie niet van toepassing is dan wordt vermeld "bevat...”.

3. Wanneer het allergeen echter voorkomt in de wettelijk voorgeschreven benaming (bedoeld is de benaming conform artikel 4 lid 1 van het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen) dan is dit voldoende. Wanneer het allergeen in deze benaming voorkomt dan is additionele vermelding van andere bronnen (bijvoorbeeld als gevolg van de bronnen genoemd in de paragraaf "Wanneer wel verplicht te etiketteren") van dat allergeen verder niet noodzakelijk.

- Voorbeeld 1: roomlikeur

- Voorbeeld 2: tarwebokbier

- Voorbeeld 3: melkpoeder

- Voorbeeld 4: tarwemeel

- Voorbeeld 5: boterkoek

- Voorbeeld 6: tarwebiscuit

- Voorbeeld 7: op een pindakoekje hoeft niet extra aangegeven te worden dat de drager van een additief tevens pinda derivaten bevat.
- Voorbeeld 8: op een melkdrank hoeft niet extra te worden aangegeven dat de drager van een additief lactose is.

- Voorbeeld 9: eilecithine in eierkoek.

4. Allergene "ingrediënten" worden met een wettelijke of begrijpelijke benaming geëtiketteerd.

- Voorbeeld 1: zalm als vermelding op zalmsalade is afdoende; niet vermeld hoeft te worden dat zalm vis is.

- Voorbeeld 2: kaas in de ingrediëntendeclaratie van een pizza wordt voldoende informatief geacht voor de aanwezigheid van melkbestanddelen (inclusief lactose) in dat product.

- Voorbeeld 3: noten moeten worden geëtiketteerd met de soortnaam, bijvoorbeeld amandelen, walnoten, cashewnoten, pecannoten etc. 12 En producten daarvan, voorzover het proces dat zij hebben ondergaan naar verwachting niet zal leiden tot een grotere allergeniciteit dan de EFSA in het desbetreffende uitgangsproduct heeft vastgesteld.
Pagina 7 van 9 VERSIE: September 2005

- Voorbeeld 4: gluten houdende granen moeten worden geëtiketteerd met de soortnaam bijvoorbeeld, tarwe, rogge etc.

5. Wanneer de wettelijke of begrijpelijke benaming wellicht onvoldoende duidelijk is dan wordt gezocht naar een beter alternatief.

- Voorbeeld 1: "melkeiwit" in plaats van "caseïne".
- Voorbeeld 2: "pinda" in plaats van "aardnoten"
- Voorbeeld 3: "surimi" is een onvoldoende aanduiding voor de aanwezigheid van vis; het bijvoorbeeld tussen haakjes daarachter vermelden van (vis) wordt voldoende geacht.

- Voorbeeld 4: ei-lysozyme in plaats van lysozyme of E 1105
- Voorbeeld 5: onbekende kaassoorten op een pizza worden bijvoorbeeld aangeduid als Tilsiterkaas.

6. Wanneer een ingrediënt meerdere grondstoffen kan hebben wordt de allergene origine vermeld.

- Voorbeeld 1: lecithine; te vermelden sojalecithine of eilecithine of E322 (soja) cq E322 (ei).

- Voorbeeld 2: visgelatine in plaats van gelatine.
- Voorbeeld 3: tarwevezel in plaats van voedingsvezel.
7. Wanneer het allergene "ingrediënt" het gevolg is van een drager of oplosmiddel van een te etiketteren additief, aroma of vitamine dan wordt dit "ingrediënt" vermeld:
· geen extra vermelding indien aan punt 3 is voldaan
· tussen haakjes achter het additief, aroma of vitamine (al dan niet vooraf gegaan door het woord "bevat" of "met")

· Indien het allergene ingrediënt meerdere bronnen heeft, (bijvoorbeeld als drager van meerdere additieven en of technologische hulpstoffen) dan dient dit in de ingrediëntendeclaratie kenbaar te worden gemaakt. Deze herhaling hoeft niet met de naam van dat allergene ingrediënt te worden gedaan maar kan bijvoorbeeld op de volgende wijze:
o additief (1)
o additief (1)
o technologische hulpstof (1)
o ....... …(1)
(1) bevat tarwe
De bovenstaande verwijzing "(1) bevat tarwe" dient dan onderaan of achteraan de opsomming van de ingrediënten te worden opgenomen.
8. Wanneer het allergene "ingrediënt" het gevolg is van overigens niet etiketteringsverplichte "hulpstoffen" (technische hulpstoffen, inclusief dragers en oplosmiddelen daarvan, alsmede carry-over additieven, inclusief dragers en oplosmiddelen daarvan) dan wordt dit ingrediënt vermeld:
· geen extra vermelding indien aan punt 3 is voldaan
· tussen haakjes achter de technologische hulpstof of het carry-over additief (al dan niet vooraf gegaan door het woord "bevat" of "met"). Het etiketteren van de technologische hulpstof en/of het carry-over additief is hiermee dus verplicht geworden indien dit een allergene component bevat. o In het geval van een technologische hulpstof kan dit in de ingrediëntendeclaratie door middel van één van de volgende aanduidingen: § technologische hulpstof of
§ proceshulpstof of
Pagina 8 van 9 VERSIE: September 2005
§ de feitelijke chemische of wetenschappelijke benaming of, § een gebruikelijke groepsbenaming, zoals enzymen of cultures van micro-organismen
o Indien het allergene ingrediënt afkomstig is van een carry-over additief dan dient dit additief te worden vermeld met zijn specifieke groepsbenaming, gevolgd door het E nummer of de benaming van dat additief.
· Indien het allergene ingrediënt meerdere bronnen heeft, (bijvoorbeeld als drager van meerdere additieven en of technologische hulpstoffen) dan dient dit in de ingrediëntendeclaratie kenbaar te worden gemaakt. Deze herhaling hoeft niet met de naam van dat allergene ingrediënt te worden gedaan maar kan bijvoorbeeld op de volgende wijze:
o additief (1)
o additief (1)
o technologische hulpstof (1)
o .........… (1)
(1) bevat tarwe
De bovenstaande verwijzing "(1) bevat tarwe" dient dan onderaan of achteraan de opsomming van de ingrediënten te worden opgenomen.
9. Wanneer het allergene ingrediënt onderdeel is van een communautair geregeld product (bijvoorbeeld smeerbare vetproducten (o.a. margarine), chocolade, vruchtennectaren, jamproducten en geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde melkproducten) dat voor minder dan 2% aanwezig is in het eindproduct dan kan dit als volgt worden geëtiketteerd:

· geen extra vermelding indien aan punt 3 is voldaan
· tussen haakjes achter het betrokken ingrediënt (al dan niet vooraf gegaan door het woord "bevat" of "met").

· Indien het allergene ingrediënt meerdere bronnen heeft, (bijvoorbeeld als drager van meerdere additieven en of technologische hulpstoffen) dan dient dit in de ingrediëntendeclaratie kenbaar te worden gemaakt. Deze herhaling hoeft niet met de naam van dat allergene ingrediënt te worden gedaan maar kan bijvoorbeeld op de volgende wijze:
o additief (1)
o additief (1)
o technologische hulpstof (1)
o chocolade (1)
o ............…… (1)
(1) bevat tarwe
De bovenstaande verwijzing "(1) bevat tarwe" dient dan onderaan of achteraan de opsomming van de ingrediënten te worden opgenomen.
10. In producten waar de aanwezigheid van kruiden en/of specerijen minder dan 2% bedraagt kan de aanwezigheid van selderij en/of mosterdzaad kenbaar gemaakt worden door achter de aanduiding kruiden en/of specerijen te vermelden "bevat" of "met".

11. De etikettering van zwaveldioxide en sulfiet wordt pas verplicht wanneer het genoemde gehalte in het (samengesteld) eindproduct wordt overschreden. Het gaat hierbij om het product zoals dit wordt geconsumeerd. Dit houdt in dat bij producten die moeten worden bereid (bijvoorbeeld droge soep), het gehalte na bereiding conform het voorschrift van de fabrikant bepalend is. Het geldt derhalve niet voor de individuele ingrediënten van een eindproduct, bovendien geldt het niet wanneer zwaveldioxide en sulfiet van nature aanwezig zijn. Pagina 9 van 9 VERSIE: September 2005

12. Sulfiet en zwaveldioxide, wanneer de aanwezigheid als gevolg van een toevoeging meer bedraagt dan 10mg/kg of 10 mg/l, worden als volgt gedeclareerd:
- "bevat sulfiet" of "bevat zwaveldioxide" wanneer er geen ingrediëntendeclaratie op het product staat

- indien sulfiet of zwaveldioxide het gevolg is van additief gebruik en er wel een ingrediëntendeclaratie op het product staat:
i. in het geval van zwaveldioxide; als zodanig vermelden of "E220 (zwaveldioxide)".
ii. in het geval van sulfiet; de feitelijke naam vermelden, bijvoorbeeld: natriumsulfiet, kaliummetabisulfiet etc, of "E221 (sulfiet)" cq "E224 (sulfiet)".
NB: Ondanks dat geprobeerd wordt de informatiebladen zo up-to-date mogelijk te houden, kan het voorkomen dat er inmiddels nieuwe regelgeving is afgekondigd. De tekst van de geldende wetgeving is bepalend. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Indien u over de inhoud van dit informatieblad vragen heeft, kunt u zich wenden tot de gratis Warenklachtenlijn van de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren, telefoon 0800 0488, Postbus 19506, 2500 CM DEN HAAG, internet www.vwa.nl